1 / 57

De juiste rechtsvorm: “In of uit de B.V.?”

De juiste rechtsvorm: “In of uit de B.V.?”. Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs 13 maart 2007 mr E.A. van Uunen FB. Aan de orde komen:. Motieven voor een IB-onderneming (eenmanszaak of personenvennoot-schap) als rechtsvorm: meewerkaftrek; partnervergoeding;

rusty
Download Presentation

De juiste rechtsvorm: “In of uit de B.V.?”

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De juiste rechtsvorm:“In of uit de B.V.?” Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs 13 maart 2007 mr E.A. van Uunen FB

  2. Aan de orde komen: • Motieven voor een IB-onderneming (eenmanszaak of personenvennoot-schap) als rechtsvorm: • meewerkaftrek; • partnervergoeding; • man/vrouwpersonenvennootschap. • Motieven voor de B.V. als rechtsvorm. • Vergelijking van rechtsvormen.

  3. Motieven voor IB-onderneming

  4. Fiscaal (bij start): • WASO. • Extra zelfstandigenaftrek. • Geen minimum(aandelen)kapitaal.

  5. Fiscaal (going concern 1): • Jaarlijks tariefvoordeel going-concern: • in plaats van elk jaar 25½ % VPB en uiteindelijk nog eens 25% a.b.; • liever elk jaar tot 42% IB. • Geen a.b. over objectieve vrijstellingen.

  6. Fiscaal (going concern 2): • Ondernemersfaciliteiten: • meewerkaftrek, • zelfstandigenaftrek; • doteren aan FOR en latere omzetting in lijfrente. • Bij keuzevermogen kun je opteren voor box 3, terwijl dat bij B.V./TBS niet kan.

  7. Fiscaal (going concern 3): • Fiscaal vriendelijk belonen partner: • meewerkaftrek; • reële arbeidsbeloning; • man/vrouw-personenvennootschap.

  8. Fiscaal (staking): • Eenmalig bij beëindiging onderneming: • doorschuiffaciliteiten; • stakingsaftrek; • stakingslijfrente. • Geen overdrachtsbelasting als je het bedrijfspand wilt behouden (naar box 3). • SW: grotere toepassing van de bedrijfs-opvolgingsfaciliteit (art. 35b e.v. SW).

  9. Andere motieven: • Eenvoud, transparantie. • Lagere kosten. • Geen publicatie jaarcijfers KvK. • Bij staking geen leveringen van B.V. naar privé. • Bij staking geen liquidatie B.V.

  10. Varianten: • Partner werkt niet mee: • eenmanszaak; • Partner werkt wel mee: • eenmanszaak met meewerkaftrek; • eenmanszaak met partnervergoeding; • personenvennootschap (mts/v.o.f./c.v.).

  11. Eisen meewerkaftrek: • Geldt alleen voor ondernemer (niet voor een medegerechtigde!). • Die voldoet aan urencriterium. • Met een partner die zonder vergoeding (max: € 5.000,-- is niet aftrekbaar) mee-werkt in de onderneming.

  12. Meewerkaftrek: Aantal meewerkuren: Aftrek: < 525 0% 525 – 875 1,25% 875 – 1.225 2,00% 1.225 – 1.750 3,00% ≥ 1.750 4,00%

  13. Overwegingen MWA: • Aftrek bij de ondernemer (tegen hoger IB-tarief), geen heffing bij partner. • Geen arbeidskorting bij partner. • Geen ondernemersfaciliteiten partner. • Eenvoudig door te voeren (alleen ver-werken in de aangifte: geen problemen t.z.v. terugwerkende kracht).

  14. Aandachtspunten: • Besluit van 19 januari 2006, nr. CPP2006/73M. • Er bestaan voornemens om de mee-werkaftrek af te schaffen. • Impact “Werken aan winst”: lagere winst bij ondernemer (t.g.v. toepassing meewerkaftrek) leidt tot lagere MKB-winstvrijstelling.

  15. Eisen partnervergoeding: • Geldt voor ondernemer en voor mede-gerechtigde. • Minimale beloning: € 5.000,-- per jaar (anders geen aftrek en geen heffing). • Met een partner die tegen vergoeding meewerkt in de onderneming.

  16. Partnervergoeding: • Gebaseerd op reële beloning voor de werkzaamheden die de meewerkende partner verricht, bijv. € 20,-- per uur.

  17. Overwegingen PV (1): • Aftrek als ondernemingskosten bij ondernemer en heffing als resultaat uit overige werkzaamheden bij partner. • Partner krijgt arbeidskorting. • Geen ondernemersfaciliteiten voor partner. • Eenvoudig door te voeren, vergt geen akte (meer).

  18. Overwegingen PV (2): • Toepassing van partnervergoeding betekent minder winst bij de onder-nemer, dus ook minder MKB-winstvrij-stelling. PV is vanaf 2007 relatief minder aantrekkelijk geworden ten opzichte van meewerkaftrek en een man/vrouw-personenvennootschap.

  19. Aandachtspunten: • Besluit van 19 januari 2006, nr. CPP2006/73M.

  20. Eisen M/V-firma: • Geldt voor ondernemer en voor mede-gerechtigde. • Partner moet echt ondernemer zijn: d.w.z. feitelijke beheershandelingen verrichten. Dat is meer dan alleen maar “meewerken”.

  21. M/V-firma: • Gebaseerd op reële verdeling winst tussen beide partners: lang niet altijd 50%-50%. • Zakelijk is bijvoorbeeld: • man en vrouw krijgen een vergoeding vooraf wegens inbreng van: • kapitaal (percentage van beginvermogen); • arbeid; • restwinst: 50%-50% (incl. stakingswinst!).

  22. Overwegingen M/V-firma: • Winst wordt verdeeld over twee per-sonen (vaak groter tariefvoordeel). • Partner krijgt arbeidskorting. • Ondernemersfaciliteiten voor partner, m.n. ook MKB-winstvrijstelling. • Akte is wenselijk.

  23. Ongebruikelijkheid (1): • Ongebruikelijke samenwerking: • tussen verbonden personen (bijv. M/V); • met hoofdzakelijk ondersteunende werkzaamheden door de partner; • en zo’n samenwerking is ongebruikelijk tussen niet-verbonden personen.

  24. Ongebruikelijkheid (2): • Gevolg: • die uren kwalificeren niet voor zelfstandigenaftrek voor partner; • M/V-firma blijft in tact: • tariefvoordeel; • ondernemingsfaciliteiten (IVA, fiscale reserves, geruisloze doorschuiving en inbreng); • geen ondernemersfaciliteiten (FOR en ondernemersaftrek).

  25. Huidig systeem van pvs: Beroep: Bedrijf: openbare maat-schap VA: BA: Gemene naam: VOF CV Eigen naam: stille maatschap

  26. Komend systeem van pvs: Rsp-heid: Geen rsp: VA: BA: VA: BA: Gemene naam: CVR OVR OVzR CVzR Eigen naam: NOV

  27. Motieven voor de B.V.

  28. Juridisch: • Vermijden van persoonlijke aansprake-lijkheid voor verbintenissen: bij een faillissement gaat de B.V. failliet, niet de achterliggende ondernemer. • Makkelijkere overdraagbaarheid van eigenaarsbelang: aandelentransactie i.p.v. alle afzonderlijke activa en passiva.

  29. Aansprakelijkheid bij B.V.: • B.V. is aansprakelijk voor schulden die ontstaan t.g.v. deelnemen aan het eco-nomisch verkeer. Zij die namens een B.V. handelen, zijn niet aansprakelijk. • Lijdt een B.V. verlies, dan is niemand verplicht om hierin bij te dragen, be-houdens volstortingsplicht van ah’s.

  30. Aansprakelijkheid (1-a): • Art. 2:248 BW (n.a.v. WBF in 1987): bestuurder is hoofdelijk verantwoor-delijk voor het tekortschieten, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbe-hoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is, dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

  31. Aansprakelijkheid (1-b): • Art. 2:248 BW bepaalt dubbel vermoe-den i.g.v. niet voldaan hebben aan: • administratieplicht (art. 2:10 BW); • publicatieplicht jaarrekening (art. 2:394). • Dubbel vermoeden is dan dat: • taken onbehoorlijk vervuld (onweerlegb.); • dit oorzaak is van failliss. (weerlegbaar).

  32. Aansprakelijkheid (2-a): • WBA: bestuurders zijn hoofdelijk aan-sprakelijk zijn voor betaalde PH, LB en OB van de vns, als aannemelijk is dat de niet-betaling aan de bestuurder te wijten is a.g.v. onbehoorlijk bestuur. • Speelt ook buiten een faillissement!

  33. Aansprakelijkheid (2-b): • WBA legt op de vns de verplichting om onverwijld betalingsonmacht te mel-den. • Zo niet, dan wordt vermoed dat de niet-betaling aan bestuurder te wijten is, tenzij hij aannemelijk kan maken dat het niet aan hem te wijten is dat de vns niet aan meldingsplicht heeft voldaan.

  34. Aansprakelijkheid (3): • Bestuurders zijn hoofdelijk aanspra-kelijk voor schade als jrr, tussentijdse cijfers of jaarverslag (mits gepubli-ceerd) een misleidende voorstelling van zaken geven. Tegenbewijs moge-lijk, dat dit niet aan hem te wijten is.

  35. Aansprakelijkheid (4): • Tenslotte geldt nog het algemene art. 6:162 BW (onrechtmatige daad). Dan wel noodzakelijk, dat aan de bestuurder persoonlijk kan worden verweten, dat hij jegens de eiser de norm van 6:162 BW heeft geschonden: speelt alleen bij ernstig verwijt, opzet of bewuste roeke-loosheid.

  36. B.V. in risicosfeer: • B.V. is dus geschikt voor het drijven van een onderneming waaraan enig risico verbonden is: dit is op zich vol-strekt legitiem. • Misbruik: als een vns wordt gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of met opzet om ten nadele van crediteuren persoonlijk voordeel te halen.

  37. Fiscaal (bij inbreng): • Eenmalig bij inbreng van onderneming: • een ondernemer draagt zijn stille reserves over aan zijn B.V.; • de B.V. mag er dan over afschrijven (en betaalt dan minder Vpb); • de ondernemer bedingt als tegenprestatie voor de overdracht van de stille reserves een lijfrente, waarvan de uitkeringen later en/of tegen een lager tarief worden belast.

  38. Fiscaal (going concern): • Jaarlijks tariefvoordeel going-concern: • in plaats van elk jaar maximaal 52% IB; • liever elk jaar ± 25½ % Vpb en uiteindelijk nog eens 25% a.b. • Levensloopregeling. • Pensioenopbouw i.g.v. geen FOR mgl: • niet voldoen aan urencriterium; • ongebruikelijke samenwerkingsverbanden.

  39. Fiscaal (bij staking): • Eenmalig bij beëindiging onderneming: • liever de aandelen in de dochtervennoot-schap verkopen met toepassing van de deelnemingsvrijstelling (materiële door-schuiving van de stille reserves naar de koper); • in plaats van stakingswinst die wordt belast tegen 52% IB.

  40. Andere motieven: • Sociaalrechtelijke motieven (verzeke-ringsplicht i.g.v. < 50% belang). • Commerciële motieven (aanzien in de markt). • Psychologische factoren (status).

  41. Cumulatie a.b. en Vpb (1): • De B.V. betaalt eerst Vpb over winsten die zij behaalt. • Over de netto-winst (na aftrek Vpb) betaalt de DGA nog eens 25% a.b.: • zodra DGA dividend laat uitkeren; of • zodra DGA winstreserves casht bij de verkoop van de a.b.-aandelen in de vorm van een meeropbrengst van die aandelen.

  42. Cumulatie a.b. en Vpb (2): 20,0% 25,5% 29,6% • Winst € 100,000 € 100,000 € 100,000 • VPB € 20,000€ 25,500€ 29,600 • € 80,000 € 74,500 € 70,400 • A.b. € 20,000€ 18,625€ 17,600 • Netto € 60,000€ 55,875€ 52,800 • Heffing 40,000% 44,125% 47,200%

  43. Aandachtspunten (1): • Salaris wordt bij de DGA belast tegen maximaal 52%, terwijl dit bij de B.V. tot een aftrek leidt van maximaal 44,125%! • Dus weer een spanningsveld omtrent het salarisniveau bij DGA. Let daarbij op zgn. afroommethode.

  44. Aandachtspunten (2): • Grondslag salarisbepaling: op basis van de opbrengsten van B.V., verminderd met de kosten, lasten en afschrijvingen voor DGA-loon  70% is salaris. • Speelt als DGA (nagenoeg) alle werk-zaamheden in de B.V. zelf verricht. • HR: 17-09-2004, BNB 2005/50.

  45. Aandachtspunten (3): • Wat is a.b.-tarief bij berekening van rechtsvormkeuzeanalyse: • 25 % nominaal (zoals gebruikelijk)? • 12½ % contante waarde (volgens MvF)? • Altijd nominaal: winstreserve stijgt door rendement eigen vermogen, en de CW van en geïndexeerd bedrag is gelijk aan de nominale waarde.

  46. Vergelijking rechtsvormen

  47. Oprichting: Eenmanszaak Vormvrij Maatschap Vormvrij (akte voorkeur) V.O.F. Vormvrij (akte voorkeur) C.V. Vormvrij (akte voorkeur) B.V. Notariële akte

  48. Inschrijving KvK: Eenmanszaak Ja (tenzij beroep) Maatschap Nee V.O.F. Ja C.V. Ja B.V. Ja

  49. Kapitaalsminimum: Eenmanszaak Nee Maatschap Nee V.O.F. Nee C.V. Nee B.V. € 18.000,--

  50. Sociale zekerheid: Eenmanszaak Niet verzekerd Maatschap Niet verzekerd V.O.F. Niet verzekerd C.V. Niet verzekerd B.V. Niet verzekerd, tenzij…

More Related