250 likes | 472 Views
Bent Branderup & HUGIN. Paardenhouden.net een academische benadering van het paard. Bronnen: Bent Branderup - Klassische Reitkunst (DVD en boeken) Marijke de Jong - paardenbegrijpen.nl - cursussen Horst Becker - Het atletische paard (Boek)
E N D
Paardenhouden.neteen academische benadering van het paard Bronnen: Bent Branderup - Klassische Reitkunst (DVD en boeken) Marijke de Jong - paardenbegrijpen.nl - cursussen Horst Becker - Het atletische paard (Boek) Monty Roberts - Klaus F. Hempfling - Richard Hinrichs (DVD en boeken)
Monty: Achteruitgaan - trailerladen Hempfling Verschillende karakters - imitatie Parelli klikker Films: The Horsewhisperer - Hidalgo - …emotionele bindingen Geen discussie met anderen Verschil slechte - goede- fantastische ruiter Excuses zoeken bij paard Conditioneringsleren - gebruik van snoepjes
Inleiding Doel van een opleiding? 1. Vanuit het paard: Dressuur voor het paard of het paard voor dressuur? Basis = toenadering en vertrouwen afhankelijk van de voorgeschiedenis, leeftijd, levensomstandigheden (manege-uitloopstal - gezelschap) Biomechanica 2. Vanuit de begeleider - ruiter Opleiding als trainer Materialen (zweep-sporen-zadel-bit) Trainingsconcept algemeenheden - 7 concepten 3. Geschiedenis
Training van een paard 1/3‘Haast u langzaam’ • Ruiter als trainer • soort trainer (natuurlijk leiderschap, hoog in rang, lage hartslag, ademhaling, consequent) • zelfdenkende ruiter • eigenschappen (doelgericht, planmatig, innerlijk beeld, geduld, aan/invoelend • positief, graag met paard omgaan, focus op wat goed gaat, focus op resultaat ipv tijd
Training van een paard 2/3 • Paard komt in de rijbaan om iets te leren: lagere school: wijken voor druk, hoeven optillen, leiden, aanraken, stilstaan, trailer • sportschool: buiging van het lijf • Training staat altijd in relatie tot gisteren en morgen: steeds verder bouwen naar een doel • Training heeft een begin en een eind • warming up - workout - cooling down • Tijdens de training: paard herkennen, inschatten wat haalbaar is, zeg niet ‘niet’, veel belonen, stoppen op een hoogtepunt, pas herhalen bij begrip: soms tevreden met 1 klein stap • Trainingsopbouw en -duur is afhankelijk van paard (leeftijd, fase van africhting, evt. problemen)
Training van een paard 3/3 • Ruiter vormt zijn paard: beweging - karakter: is soms zeer fustrerend - therapeut worden: wat leer ik paard, waarom, wanneer, waarmee….. • type trainer: streng - vod - ademloos verteller: • discipline voor de trainer: slecht weer of niet - zorgen thuis laten = in het nu zitten : geen gsm, niet kletsen • discipline voor het paard: geen geweld - onpersoonlijk straffen: paard alleen respect voor een hoger niveau - onbewust woordgebruik (goed flink=stopppen) - taalgebruik bv ‘niet ‘doen’’
Geschiedenis AR • Renaissance 1550 Antoine de Pluvinel: vorming oorlogspaarden • Barock 1630 Francois Ribechon de la Guérinière - overgang naar vrijetijdsbesteding • Klassicisme 1880 Gustav Steinbrecht ‘ Das gymnasium • Napoleon (lichtrijden) – opstijgen linker kant… • Moderne tijd stierenvechter 1970 Don Avaro Domecq Diaz Nuno Oliveira (portugese school) Egon von Neindorf (klassieke Duitse rijkunst)
Essentie van de rijkunst: zwaartepuntverschuiving • Glijden als boter • hulpmiddelen: • aanleren van ondertreden • verplaatsing zitbeenknobbel om stellingomzetting • gebruik van de buitenschouder • gebruik van benen • teugelhulp: nooit rukken, buitenteugel voor aanleuning, binnenteugel nageeflijkheid en stelling • misbruik van bit: kandare - trens (enkel, dubbel gebroken)- kaptoon: uitleg
Biomechanica 2/5 • Op voorhand • Gewicht verdeelt
Biomechanica 3/5 • (Her)kent je deze houding? • (paard niet gemaakt om voltes - naar buiten vallen hoofd bij longeren) • De druk op de mond zorgt ervoor dat het paard zijn onderhalsspieren aanspant en tegenduk uitoefent. Hierdoor buigt de rug nog meer door
Biomechanica 4/5 • Korte en lange spieren: • meestal staat kort voor stap en draf, lang voor galop • geeft tegenstrijdig gevoel, ment denkt dat kort de goede kant is
Biomechanica 5/5 • Nageven en verband met de rug en schoft: • bijkomend leren deinen om een zachte zit, schoft te laten openen en achterbeen te laten ondertreden
Naturlijke scheefheden • Arno diagonaal scheef: trampoline effect • Hoe recht lopen - positie van voorhoeven tegenover achterhoeven • Oorzaak van bijna alle problemen: stuikelen, slepen, hoofd naar buiten, slecht afdraaien….
1. Gehoorzaamheid van het paard MAAR je paard is geen speeltuig maar een machtig individu met respekt te behandelen! Geen geweld maar ongehoorzame paarden kunnen gevaarlijk zijn: bestraf in verhouding en met mate maar konsequent. Opgelet dat het paard geen minachting gaat vertonen: dan is er steeds meer kracht nodig: er is dan geen reactie meer of revolte. Je moet fier zijn dat hij je laat op zijn rug zitten. 2. Mitmachen Dit is het moeilijkst om te bereiken. Het is het paard interesseren zodanig dat het zijn levensstandaard wordt…. Eerst veel afwisseling, dan stelselmatige herhalingen en vormgeving…..je paard moet trots ogen en zich zo gaan gedragen... Het arbeidsconcept 1/4
3. Duchlassigkeit Als de soepelheid er is, de vorm er is, dan volgt de voorwaarts neerwaartse deining naar balans en evenwicht. Als hij dan het achterbeen naar het zwaartepunt doorswingt (zowel op de grond als rijdend) dan zegt men dat het paard voorwaarts gereden wordt = basis voor alle zijgangen. De meeste paarden worden achteruit gereden -- als hij zich wegdrukt of zwaar tegendruk op de hand geeft (is eigenlijk het achteruit rijden) 4. Losgelassenheit Bereik je als je enkel door je zit schouderbinnenwaarts kan rijden waarbij het been onderswingt en vooral zo blijft dat ik niet meer moet aansporen. Dus het losgelassen paard rijdt alleen door zijn vomgeving. Het arbeidsconcept 2/4
5. Tempo De tempogang van een paard is een tussenpunt tussen: - Als hij bij volledige losgelassenheit de passen verlengd (uiterste punt is gestekte draf) - Als hij zich laat verkorten tot verzameling (uiterste punt=piaffe) 6. Takt heeft 2 betekenissen 1. de uitdrukking: dezelfde snelheid binnen dezelfde gang voor alle oefeningen ( bv travers en schouderbinnen in stap). Bv ook als je verzamelt dat hij dan door het terugnemen niet stil valt. 2. Viertakt - drietakt - tweetaktbewegingen Het arbeidsconcept 3/4
Het arbeidsconcept 4/4Bend Brenderup - Akademische reitkunst • 7. SWUNG (wordt nog al eens verwart met spanning: (je paard bespaart in spieren en gewrichten) Ontstaat als het paard van achter naar de hand toe doorkomt door het ondergrijpen van het achterbeenen en van daaruit door de natuurlijke Swingbeweging van de wervelkolom. Een stap kan dus ook swung hebben.
grondwerk stap draf galop sprongen ondertreden schouderbinnenwaarts travers renvers appuyement pirouette galopwissel piaffe passage hogeschoolsprongen Verschillende fasen