170 likes | 372 Views
Kliniek. Algemene Parameters : eindtermen Vitale parameters. O bjective S tructured C linical E xamination. Monitoring van de vitale parameters. Pols Bloeddruk Ademhalingsfrequentie Bewustzijn Temperatuur. Monitoring van de polsfrequentie.
E N D
Kliniek Algemene Parameters : eindtermen Vitale parameters
Monitoring van de vitale parameters Pols Bloeddruk Ademhalingsfrequentie Bewustzijn Temperatuur
Monitoring van de polsfrequentie Bradycardie <40 dd perifeer polsdeficiet -centraal: overdruk -cardiaal:SN AV blok Tachycardie >150 dd onregelmatig-regelmatig Breed : 120msec VT Smal : <120 msec SVT
Volledig blok van alle P toppen naar de kamer toe Onafhankelijk “escape ritme” vanuit AV knoop of kamer PP interval is constant; RR interval is constant Volledige dissociatie tussen P toppen en QRS complexen (m.a.w. RR interval is geen veelvoud van PP interval, PR interval is wisselend) Meestal infranodaal Als escape ritme intranodaal: smal QRS Als escape ritme infranodaal: breed QRS K21 - Derde graad AV blok 3de graad AV blok met escape ritme vanuit kamer
K37 - Rechtszijdige flutter (clockwise) Clockwise macro re-entry rondom rond tricuspidalis annulus Regelmatige atriale intervallen +/- 200 ms Gelijkvormige flutter golven of ‘F’golven F golf: positief in II, III en aVF, negatief in V1 Geen iso-elektrische segmenten tussen F golven Kamerritme: regelmatig bij stabiele AV conductie (2:1,3:1…) of bij totaal AV blok (wisselend FR) Zeldzaam 1:1 AV conductie Kamerritme:‘regelmatig’onregelmatig bij wisselende AV conductie Slank QRS tenzij BTB
K39 - Typische AVNRT Re-entry tachycardie in de AV knoop gebruik makend van traag pad (antegraad) en snel pad (retrograad) Regelmatige atriale intervallen 250-400 ms P top: in continuïteit met einde QRS (pseudo R’ in V1, pseudo S in inferior) of verborgen in QRS Regelmatig en snel kamerritme (1:1 AV conductie) RP < PR interval (‘RP’tachycardie) Smal QRS tenzij BTB Terminatie bij Valsalva, adenosine,…
Monitoring van de bloeddruk Hypotensie <90 mm Hg Hypertensie >180 mm Hg Hemodynamisch instabiel Shock
Shock : definitie • = Status van inadequate weefselperfusie met • celbeschadiging en orgaanfalen tot gevolg
Shock : indeling • 1. Hypovolemische shock • Endocriene • Anafylactische • Septische: warme shock • 2. Cardiogene • intrinsieke : Re of Li • extrinsieke
Shock • Tekens : • Bij 20 tot 40 % verlies : verminderdeperifereperfusie en • verhoogdeadrenergerespons. • Patient is koud, bleek, klam, onrustig en angstig. • Tachycardie, hypotensie, orthostatismezijnaanwezig. • Bijverderverlies (> 40%) ontstaatoligurie, leverfalen, • acuutlongoedeem, myocardfalen, en tenslotte coma.
Monitoring van de ademhalingsfrequentie Apnea – ABC Polypnea <20/min -metabole acidosis-diabetes -respiratoire distress -cardiaal -respiratoir O² Therapie !!!
Monitoring van het bewustzijn (schaal) Comateus Cerbraal –Metabool Exitatie Cerbraal –Metabool
Monitoring van de Temperatuur Septische shock Warme shock
Shock • 2. Septische shock : • = Geheel van respons op infectie door de patient. • Complexevorm van shock met groterepercussie op • cellulairniveau. Metaboleacidose met lactaatvorming • ondanksverhoogde cardiac output. • Infectieus : • Vooral gram- en soms gram+ bacteriën • Belang van mediatoren of endotoxines • Vroegevorm of hyperkinetische • Late vorm of hypokinetische
Shock • Vormen van septische shock : • Rustelozepatient. Warme, drogeextremiteiten. • Pyrexie, hyperventilatie, tachycardie,lage • bloeddruk, oligurie, hypercontractiliteit van het • myocard, periferevasodilatatie • • Tekensbijgevorderde shock • Verminderdbewustzijn. Koudeextremiteiten. • Pyrexie, hyperventilatie, tachycardie, verlaagde • bloeddruk, oligurie, hypocontractiliteit van het • myocard, periferevasoconstrictie
Shock • R/ Septische shock : • Definitieve : • - Antibiotherapie ( gericht indien mogelijk ) • - Chirurgische ingreep ( ubi pus evacua ) • - Vochtregulatie • Hypokinetische : • - Vasopressoren • - Cardiale ondersteuning