140 likes | 349 Views
Esthetica - moderne periode I: Kant. Algemene introductie Het esthetische oordeel Negatieve kenmerken Het systeem der gemoedsvermogens Positieve kenmerken van het esthetische oordeel. Immanuel Kant: Kritik der Urteilskraft (1790). Kant: Kritische / transcendentaale filosofie.
E N D
Esthetica - moderne periode I: Kant • Algemene introductie • Het esthetische oordeel • Negatieve kenmerken • Het systeem der gemoedsvermogens • Positieve kenmerken van het esthetische oordeel
Kant: Kritische / transcendentaale filosofie • Kant en Hume: empiristische en rationalistische elementen • “transcendentaal”: tot mezelf keren; prestaties van onze kenvermogens als voorwaarde voor kennis/objecten • Kritiek: beperken en beveiligen
Het esthetische oordeel - negatieve kenmerken • Vorm van het esth. Oordeel: “X is mooi” • Logische kwantiteit: singulier § 1: “esthetisch”: bepalingsgrond niet anders dan subjectief § 2: welbehagen volkomen belangeloos § 3: het aangename kan niet de basis van een esth. Oordeel zijn: de voorstelling is niet dienstig voor een of andere kennis, ook niet voor die kennis waardoor het subject zichzelf kent doelt niet door het vinden van begrippen § 4: ook het welbehagen in het goede is met een belang verbonden § 8: alleen subjectief algemeengeldig § 16: geen pulchritudo adhaerens
Positieve kenmerken van het esth. oordeel • § 8: subjectieve algemeenheid • § 9: algemene mededeelbaarheid van het gemoedstoestand • Het vrije spel • § 11: subjectief doelmatig
Historische context: Winckelmann; Lessing • Johann Joachim Winckelmann 1717-1768: Ideen over de navolging van de Griekse schilderkunst en beeldhouwkunst (1755): stile grootsheid een edele eenvoud • Gotthold Ephraim Lessing 1729-1781: Laokoon oder über die Grenzen der Mahlerey und Poesie(1766)