E N D
1. HET CERTIFICAAT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL INLEIDING
Dames en heren,
Welkom. Ik ben blij dat ik hier het CNaVT mag presenteren. Het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal is een samenwerking tussen de Universiteiten van Leuven, waar u zich nu bevindt, en Amsterdam, dus een Vlaams-Nederlandse samenwerking. De KU Leuven werkt als sinds 1999 aan het CNaVT en het Amsterdamse team sinds januari 2003. Beide universiteiten werken in opdracht van de Nederlandse Taalunie aan het certificaat.
INLEIDING
Dames en heren,
Welkom. Ik ben blij dat ik hier het CNaVT mag presenteren. Het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal is een samenwerking tussen de Universiteiten van Leuven, waar u zich nu bevindt, en Amsterdam, dus een Vlaams-Nederlandse samenwerking. De KU Leuven werkt als sinds 1999 aan het CNaVT en het Amsterdamse team sinds januari 2003. Beide universiteiten werken in opdracht van de Nederlandse Taalunie aan het certificaat.
3.
THE CERTIFICATE OF DUTCH AS A FOREIGN LANGUAGE VAN OUD NAAR NIEUW
Maar wat houdt dat nieuwe systeem nu eigenlijk in? Laten we eerst het oude en het nieuwe systeem met elkaar vergelijken. Bij de oude opzet waren de taken algemeen, een klassiek taalexamen met: luistervaardigheid, leesvaardigheid etc. In het nieuwe systeem is voor een functionele opzet gekozen. Dat houdt in, dat we bij het CNaVT proberen in de examens een functionele situatie in het middelpunt te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer iemand in Vlaanderen of Nederland op vakantie gaat, gaat ie vast ook naar een restaurant om iets te eten. Dan moet deze persoon eerst de menukaart kunnen lezen alvorens hij of zij een bestelling opgeeft aan de bediening. Wat wij dan in een taak zetten is bijvoorbeeld de menukaart. We laten de kandidaat een gerecht kiezen. Vervolgens is er een gesprek tussen de kandidaat en de docent (of de examinator) die de bediende speelt. Dit is een functionele situatie.
Dat brengt ons bij het tweede punt: in het nieuwe systeem zijn de taken in het examen gecontextualiseerd. Ze vinden plaats in een realistische context. Het CNaVT streeft na het examen zo natuurlijk mogelijk te houden voor de kandidaten.
Een ander onderscheid betreft de verhouding tussen structurele taalkennis en algemene taalvaardigheid. Het oude concept toetste kennis, zoals woordenschat en grammatica, de klassieke examenopzet. Het was meer expliciete kennis die de kandidaten nodig hadden. In het nieuwe concept is het belangrijker dat de kandidaten de taal gebruiken om er iets mee te bereiken. Het draait meer om taalvaardigheid.
Zoals ik al in het voorbeeld van het restaurant al impliciet aangaf, is het mogelijk dat in een bepaalde realistische, functionele situatie meerdere taalvaardigheden tegelijkertijd ingezet worden. In het geval van het restaurant gaat het om lezen, spreken en waarschijnlijk ook luisteren. Vaardigheden worden dus geïntegreerd in het examen opgenomen en getoetst.
Een laatste onderscheid tussen het oude en het nieuwe concept betreft de indeling van de certificaten. In het oude concept waren er drie niveaus (elementair, basis en uitgebreid), maar in de nieuwe opzet zijn de verschillende certificaten op een andere wijze ingedeeld. Namelijk in vier verschillende functionele taalgebruiksprofielen.
VAN OUD NAAR NIEUW
Maar wat houdt dat nieuwe systeem nu eigenlijk in? Laten we eerst het oude en het nieuwe systeem met elkaar vergelijken. Bij de oude opzet waren de taken algemeen, een klassiek taalexamen met: luistervaardigheid, leesvaardigheid etc. In het nieuwe systeem is voor een functionele opzet gekozen. Dat houdt in, dat we bij het CNaVT proberen in de examens een functionele situatie in het middelpunt te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer iemand in Vlaanderen of Nederland op vakantie gaat, gaat ie vast ook naar een restaurant om iets te eten. Dan moet deze persoon eerst de menukaart kunnen lezen alvorens hij of zij een bestelling opgeeft aan de bediening. Wat wij dan in een taak zetten is bijvoorbeeld de menukaart. We laten de kandidaat een gerecht kiezen. Vervolgens is er een gesprek tussen de kandidaat en de docent (of de examinator) die de bediende speelt. Dit is een functionele situatie.
Dat brengt ons bij het tweede punt: in het nieuwe systeem zijn de taken in het examen gecontextualiseerd. Ze vinden plaats in een realistische context. Het CNaVT streeft na het examen zo natuurlijk mogelijk te houden voor de kandidaten.
Een ander onderscheid betreft de verhouding tussen structurele taalkennis en algemene taalvaardigheid. Het oude concept toetste kennis, zoals woordenschat en grammatica, de klassieke examenopzet. Het was meer expliciete kennis die de kandidaten nodig hadden. In het nieuwe concept is het belangrijker dat de kandidaten de taal gebruiken om er iets mee te bereiken. Het draait meer om taalvaardigheid.
Zoals ik al in het voorbeeld van het restaurant al impliciet aangaf, is het mogelijk dat in een bepaalde realistische, functionele situatie meerdere taalvaardigheden tegelijkertijd ingezet worden. In het geval van het restaurant gaat het om lezen, spreken en waarschijnlijk ook luisteren. Vaardigheden worden dus geïntegreerd in het examen opgenomen en getoetst.
Een laatste onderscheid tussen het oude en het nieuwe concept betreft de indeling van de certificaten. In het oude concept waren er drie niveaus (elementair, basis en uitgebreid), maar in de nieuwe opzet zijn de verschillende certificaten op een andere wijze ingedeeld. Namelijk in vier verschillende functionele taalgebruiksprofielen.
4. THE 6 DOMAINS ? Tourist and informal language proficiency
? Societal language proficiency
Professional language proficiency
Academic language proficiency
Language proficiency in practical professions
Language proficiency in higher education
VIER PROFIELEN
Nu, hoe zien die vier profielen eruit? We hebben het profiel PTIT, Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid, PMT, profiel maatschappelijke taalvaardigheid, PPT, profiel professionele taalvaardigheid en PAT, profiel academische taalvaardigheid. Deze profielen stellen de belangrijkste maatschappelijke domeinen en situaties voor waarin mensen met taal functioneren. Wat zijn nu de doelgroepen van de vier profielen?
VIER PROFIELEN
Nu, hoe zien die vier profielen eruit? We hebben het profiel PTIT, Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid, PMT, profiel maatschappelijke taalvaardigheid, PPT, profiel professionele taalvaardigheid en PAT, profiel academische taalvaardigheid. Deze profielen stellen de belangrijkste maatschappelijke domeinen en situaties voor waarin mensen met taal functioneren. Wat zijn nu de doelgroepen van de vier profielen?
5. Ook is er een beoordelingsmodel, of een scoringsvoorschrift. Daarin staat op welke criteria de kandidaat beoordeeld wordt en hoeveel punten hij daarvoor krijgt. De beoordeling moet objectief en consequent zijn, zodat de resultaten betrouwbare informatie over de vaardigheid van de kandidaat geven. De resultaten mogen dus niet afhankelijk zijn van toeval of de beoordelaar.
De beoordelaars krijgen een training, waar ze leren met de beoordelingsmodellen te werken. De modellen en de beoordelaars worden ook onderzocht op hun betrouwbaarheid met psychometrische analyses.
Fototoestel + beoordelingsmodel uitdelen
profiel-gerelateerd: woonachtig in een Nederlandstalige omgeving, nederlandstalige cultuur
Functioneel: komt voor in de realiteit
Gecontextualiseerd: uitgebreide situatiebeschrijving, plaatjes erbij (?)
Geïntegreerd: spreken en luisterenOok is er een beoordelingsmodel, of een scoringsvoorschrift. Daarin staat op welke criteria de kandidaat beoordeeld wordt en hoeveel punten hij daarvoor krijgt. De beoordeling moet objectief en consequent zijn, zodat de resultaten betrouwbare informatie over de vaardigheid van de kandidaat geven. De resultaten mogen dus niet afhankelijk zijn van toeval of de beoordelaar.
De beoordelaars krijgen een training, waar ze leren met de beoordelingsmodellen te werken. De modellen en de beoordelaars worden ook onderzocht op hun betrouwbaarheid met psychometrische analyses.
Fototoestel + beoordelingsmodel uitdelen
profiel-gerelateerd: woonachtig in een Nederlandstalige omgeving, nederlandstalige cultuur
Functioneel: komt voor in de realiteit
Gecontextualiseerd: uitgebreide situatiebeschrijving, plaatjes erbij (?)
Geïntegreerd: spreken en luisteren
8. ALTE MINIMUM STANDARDS FOR QUALITY OF EXAMINATIONS 6th minimum standard:
‘Examinations have to be administered according to clear, transparent, established procedures and the institutes who administer the exams have to have access to regulations about how to do so’
9. TENSION Need for standardization, transparency and intelligible instructions
Examiners work on a voluntary basis: instructions have to be friendly and not too compulsory
? Solution: instruction video
11. HOW TO CONDUCT PART C ? ? 5 conversations
? Do’s and dont’s for the examiner
? Reflection with other examiner
? Solutions for the dont’s
Example: The hotel room
VOORBEREIDING VAN DE KANDIDAAT
Hoe kan de kandidaat zich het best voorbereiden op een CNaVT-examen? Dan moet hij of zij eerst weten in welk profiel hij of zij examen wenst te doen. Om daar achter te komen kan de kandidaat heel goed de profielbeschrijvingen gebruiken die in het handboek en op de website vermeld staan. Dan kunnen ze vergelijken wat zij met de Nederlandse taal willen (hun behoeften) met de verschillende profielen.
De CNaVT-examens zijn in principe curriculumonafhankelijk. Dat wil zeggen dat de examens niet verbonden zijn aan bestaande leergangen of onderwijsmateriaal. De examenvoorbereiding richt zich op de vastgelegde minimale taalvaardigheidseisen die in de profielbeschrijvingen staan. Het CNaVT zegt dus niet: jullie moeten deze methode gebruiken.
Wel heeft het CNaVT een toetsenbank waarop toetsen en toetstaken staan die handig kunnen zijn bij de voorbereiding op de examens. Hierover nu meer.
VOORBEREIDING VAN DE KANDIDAAT
Hoe kan de kandidaat zich het best voorbereiden op een CNaVT-examen? Dan moet hij of zij eerst weten in welk profiel hij of zij examen wenst te doen. Om daar achter te komen kan de kandidaat heel goed de profielbeschrijvingen gebruiken die in het handboek en op de website vermeld staan. Dan kunnen ze vergelijken wat zij met de Nederlandse taal willen (hun behoeften) met de verschillende profielen.
De CNaVT-examens zijn in principe curriculumonafhankelijk. Dat wil zeggen dat de examens niet verbonden zijn aan bestaande leergangen of onderwijsmateriaal. De examenvoorbereiding richt zich op de vastgelegde minimale taalvaardigheidseisen die in de profielbeschrijvingen staan. Het CNaVT zegt dus niet: jullie moeten deze methode gebruiken.
Wel heeft het CNaVT een toetsenbank waarop toetsen en toetstaken staan die handig kunnen zijn bij de voorbereiding op de examens. Hierover nu meer.
12. EXAMPLE: THE HOTELROOM ? Conversate naturally
? Ask the candidate to speak Dutch if he/she
speaks in his/her mother language
? Keep a calm speaking rate and stick to the
point DE TOETSENBANK
Het CNaVT heeft op zijn website een toetsenbank. Dit is een groeiende verzameling van toetsen en toetstaken. De toetsenbank wordt door het CNaVT-team onderhouden en samen met docenten NVT uitgebouwd.
DE TOETSENBANK
Het CNaVT heeft op zijn website een toetsenbank. Dit is een groeiende verzameling van toetsen en toetstaken. De toetsenbank wordt door het CNaVT-team onderhouden en samen met docenten NVT uitgebouwd.
13. QUESTIONS? ONDERSTEUNING
Het CNaVT-team is regelmatig aanwezig op conferenties en docentenbijeenkomsten als deze. Het team streeft ernaar om dit te kunnen blijven doen, om informatie te kunnen geven, om contacten te onderhouden met de NVT-docenten over de hele wereld, om met hun commentaar de toetsen steeds verder te verfijnen. Ook worden er workshops georganiseerd om dieper in te kunnen gaan op bepaalde vragen en inhouden. Zo bestaan er workshops voor het construeren van toetsen en het interpreteren van toetsresultaten. Ook examinatorentraining behoort tot de mogelijkheden. Het is echter ook altijd mogelijk dat er een workshop op maat wordt gemaakt, in overleg. Als u interesse heeft in nog een uitgebreidere presentatie of workshop kunt u het best het CNaVT-secretariaat benaderen: cnavt@arts.leuven.ac.be (welke ook op uw folder staat).
Sowieso kunt u ons altijd bereiken voor wat voor vragen en opmerkingen dan ook. Omdat er grote raakvlakken zijn tussen toetsing en didactiek, werken we samen met het Steunpunt Nederlands als Vreemde Taal (www.snavt.hum.uva.nl). Het steunpunt NVT ondersteunt het Nederlands extra muros didactisch en geeft adviezen met betrekking tot curricula en lesmateriaal.
ONDERSTEUNING
Het CNaVT-team is regelmatig aanwezig op conferenties en docentenbijeenkomsten als deze. Het team streeft ernaar om dit te kunnen blijven doen, om informatie te kunnen geven, om contacten te onderhouden met de NVT-docenten over de hele wereld, om met hun commentaar de toetsen steeds verder te verfijnen. Ook worden er workshops georganiseerd om dieper in te kunnen gaan op bepaalde vragen en inhouden. Zo bestaan er workshops voor het construeren van toetsen en het interpreteren van toetsresultaten. Ook examinatorentraining behoort tot de mogelijkheden. Het is echter ook altijd mogelijk dat er een workshop op maat wordt gemaakt, in overleg. Als u interesse heeft in nog een uitgebreidere presentatie of workshop kunt u het best het CNaVT-secretariaat benaderen: cnavt@arts.leuven.ac.be (welke ook op uw folder staat).
Sowieso kunt u ons altijd bereiken voor wat voor vragen en opmerkingen dan ook. Omdat er grote raakvlakken zijn tussen toetsing en didactiek, werken we samen met het Steunpunt Nederlands als Vreemde Taal (www.snavt.hum.uva.nl). Het steunpunt NVT ondersteunt het Nederlands extra muros didactisch en geeft adviezen met betrekking tot curricula en lesmateriaal.