180 likes | 411 Views
Taalkunde Grammatica A. college 4. oprea@hr.nl. Programma. Herhaling hfst 3.1 t/m 3.4 Luif : lijd. vw ., ind . vw en vz. vw . Activiteit eigen kennis: zinnen van vorige week Hfst . 3.5 t/m 3.6 Luif : Het werkwoordelijk gezegde Opwarmertje 3.5 Het gezegde + opdrachten
E N D
TaalkundeGrammatica A college 4 oprea@hr.nl
Programma • Herhaling hfst 3.1 t/m 3.4 Luif: lijd. vw., ind. vw en vz.vw. • Activiteit eigen kennis: zinnen van vorige week • Hfst. 3.5 t/m 3.6 Luif: Het werkwoordelijk gezegde • Opwarmertje • 3.5 Het gezegde + opdrachten • 3.6 Hulpwerkwoorden + opdrachten • Introductie hfst. 3.7: Het naamwoordelijk gezegde • Introductie hfst 3.8: Bijzondere werkwoorden
Ld vw. en meew. vw in de methodes • Per groepje: • Schrijf op welke methode jullie hebben bekeken, welke uitgeverij, het jaar van uitgave en voor welk niveau en leerjaar. • Bekijk hoe het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp worden geïntroduceerd en beschrijf dit kort. Wat vind je goed en wat kan beter? • Welke overeenkomsten en verschillen met Luif merk je op?
3.2 Het lijdend voorwerp • Transitief werkwoord • Intransitief werkwoord • Pseudo-transitief werkwoord • Vaststellen met de nominaliseringsproef
3.3 Het indirect voorwerp • doorgaans een of meer personen die een belangrijke rol vervullen naast het onderwerp • meewerkend voorwerp: verwijst naar ‘iemand’ die actief betrokken is bij de handeling van het onderwerp, maar zelf niet het initiatief neemt: • bij werkwoorden die een overdrachtelijke handeling of een taalhandeling uitdrukken • De man geeft de jongen een boek. • Ik vertel hem een verhaaltje. • andere indirecte voorwerpen • betrokken voorwerp: verwijst naar iemand die niet actief deelneemt • Ik sla haar op haar hoofd. • ondervindend voorwerp: verwijst naar iemand die duidelijk iets vindt • Dat lijkt ons geen goed idee. • andere indirecte voorwerpen, genoemd in Luif, onderscheiden we niet!
3.4 Het voorzetselvoorwerp • begint met een voorzetsel dat een vaste combinatie vormt met het gebruikte werkwoord (vaak wordt het voorzetsel niet in de letterlijke betekenis gebruikt!) • wachten op • verlangen naar • opkomen voor
Strategie • Kijk naar het hoofdwerkwoord in de zin • transitief of pseudo transitief: lijd. vw. • overdrachtelijke handeling of taalhandeling: meew. vw. • passief betrokken persoon: betr. vw. • geeft mening of opvatting weer: onderv. vw. • vast voorzetsel: vz.vw. • Houd deze volgorde aan!
3.5 Het werkwoordelijk gezegde • Enkelvoudige zinnen: alle werkwoorden van de zin vormen het gezegde. • In elke zin tenminste één zelfstandig werkwoord: het hoofdwerkwoord • Let op beknopte bijzinnen! Het signaalwoord is: te • Eigen opdrachten • Opdr. 3.5.1, 3.5.3 en 3.5.4
Bijzonder gebruik van hulpwerkwoorden • http://www.youtube.com/watch?v=V12SC6V-9ZM • Welke hulpwerkwoorden gebruiken Mandy en Lisa?
Hulpwerkwoorden • Hulpwerkwoorden van (de voltooide) tijd: hebben en zijn • ‘s Morgens heb ik gefietst. • ‘s Middags ben ik opgehaald • Hulpwerkwoorden van de lijdende of passieve vorm: worden en zijn • Let op: een passieve door-bepaling kan worden weggelaten! • De hond wordt door de man gewassen. • De hond is door de man gewassen. • De hond is gewassen. (Ik weet niet door wie.)
Hulpwerkwoorden • Hulpwerkwoorden van modaliteit: zullen, kunnen, mogen, moeten, willen • Deze werkwoorden gaan altijd samen met een te-loze infinitief. • Deze werkwoorden geven een oordeel van de spreker weer. • Deze woordwoorden kunnen ook zelfstandig voorkomen. • Jij zult wel bang geweest zijn. • Hij kan daar gelopen hebben. • Dat mag nooit meer voorkomen. • Die man moet dat gedaan hebben. • Hij wil dat gezegd hebben.
Overige hulpwerkwoorden • Andere werkwoorden die voorkomen met een te-loze infinitief: blijven, gaan, komen, zijn, laten, doen • Ze blijft slapen. • We gaan verstoppertje doen. • Ze komen kijken. • Zij is winkelen met haar zus. • Ik laat nog wat van me horen. • Het doet me denken aan Frankrijk. • Opdrachten 3.6.1 t/m 3.6.5
Naamwoordelijk gezegde • koppelwerkwoorden: zijn, worden en blijven • Het kastje is groen. • De jongen wordt metselaar. • Dat blijft eigenaardig. • maar ook: schijnen, lijken, blijken, heten, dunken, voorkomen • Hij lijkt me aardig. • deze koppelwerkwoorden kunnen ook voorkomen als schijnkoppelwerkwoord, als in de zin ook ‘te zijn’ staat: • Hij schijnt loodgieter te zijn. • andere werkwoorden die met een naamwoordelijk gezegde voorkomen • Dat gaat niet goed. • Alles verloopt naar wens.
Naamwoordelijk gezegde • zinsdeel dat kwalificatie geeft van het onderwerp: • eigenschap • Dat meisje blijkt behulpzaam. • kenmerk • De emmer is lek. • toestand • De wedstrijd verloopt sportief. • beroep • De vrouw schijnt piloot te zijn. • functie • Die appel is voor de broodnodige vitaminen.
zijn, blijven worden • Zelfstandig werkwoord • Mijn fiets was in de schuur. • Ik blijf nog even. • Hulpwerkwoord • Mijn fiets is gestolen. • Zij bleven studeren. • Hij wordt onderuit geschoffeld. • Koppelwerkwoord • Mijn fiets was net nieuw. • Zij bleven de studenten met de hoogste cijfers. • Hij wordt tuinman.
Bijzondere gevallen • Werkwoordelijke uitdrukkingen • werkwoordelijk gezegde: pv. en daarbij behorende woorden van de uitdrukking • Hij heefteen scheve schaats gereden. • Zij springt altijd van de hak op de tak bij het vertellen. • Scheidbaar samengestelde werkwoorden • werkwoordelijk gezegde: pv. en scheidbaar deel • Wij bakken de broodjes af in de oven. • De man vluchtteweg via een steegje.
Bijzondere gevallen • Wederkerende werkwoorden • werkwoordelijk gezegde: pv. met wederkerend vnw. • Hij vergistzich in de afslag. • Ik bukme om onder de kast te kunnen kijken. • Ik vraagme af hoe dat komt. • Let op: toevallig wederkerende werkwoorden! • werkwoorden die een wederkerend vnw. bij zich kúnnen hebben: zich vasthouden, zich wegen • Hij houdt zich vast aan de leuning. • Zij weegt zich bij de diëtist. • de wederkerende vnw. zijn in deze gevallen lijd. vw.
Huiswerk • Bestudeer hoofdstuk 3.7 en 3.8 (helemaal) • noteer je vragen met daarbij de paginanummers • Maak de bijbehorende opdrachten • lever opdracht 3.7.5 uiterlijk dinsdagavond in per mail: oprea@hr.nl