180 likes | 347 Views
De positie van de taxileraar binnen de organisatie. Positionering. Bij positioneren gaat het om het verwezenlijken van een mentale plaats, een zogenaamde breinpositie. Anders gezegd: een plek in het hoofd van mensen. Wat kan je daar bij helpen? Je taak- en functie-omschrijving
E N D
Positionering • Bij positioneren gaat het om het verwezenlijken van een mentale plaats, een zogenaamde breinpositie. Anders gezegd: een plek in het hoofd van mensen. • Wat kan je daar bij helpen? • Je taak- en functie-omschrijving • (je formele positie) • Je informele positie • Hoe kennen mensen jou? • Wat kun je voor mensen betekenen?
Waar zit jij in hoofden van mensen? • Wie heb je nodig om met je werk als taxileraar verder te komen? • Heb je toegang tot deze mensen? Rechtstreeks? Makkelijk/moeilijk? • Schrijf het eens op • Geef aan tot wie je makkelijk en tot wie je moeilijk toegang krijgt • Hoe ziet jouw ‘krachtenveld’ eruit?
Vergroten van je invloed • Hoe doen jullie dat in de praktijk?
Werken aan je positie Informele invloed: in hoofden van mensen • Zichtbaarheid (weten mensen wie jij bent; hoe maak je duidelijk wat je doet) • Gedrag: initiatief tonen, ‘brutaal’ zijn, luisteren • Benut mogelijkheden: werkoverleggen bv. • Werk samen: optrekken met leidinggevenden / centralisten-planners; ondernemingsraad • Invloedstijlen
Duwen Trekken
Overtuigen Wat is het? Je richt je op de redelijkheid van je toehoorders. • Voorstel doen: initiatief hiertoe nemen • Argumenten voor je voorstel geven
Aansporen Wat is het ? Je vertrouwt op je wilskracht om iets te bereiken • Normen of grenzen stellen; de afspraak is…. • Beroep doen op je autoriteit; als taxileraar weet ik… • Feedback geven; X vind ik goed, Y kan beter • Onderhandelen; geven en nemen
OnderzoekenWat is het ? Je verplaatst je in de ander en probeert hem vanuit zijn belang naar je toe te trekken • Vragen stellen: • Met open vragen kun je peilen wat de ander wil • Luisteren • Je krijgt zicht op het standpunt van de ander • Als jij luistert, zal de ander dat ook doen • Persoonlijk beroep • Je vraagt de steun of instemming van de ander en laat zien dat je de ander nodig hebt • Coalities sluiten: • Medestanders zoeken; hoe meer invloed hoe beter
InspirerenWat is het ? • Collega’s enthousiast maken • Een sfeer neerzetten van “we gaan er voor”
Voorkeursstijl Welke voorkeursstijl heb jij? Er is geen goed/fout!! Wat levert je voorkeursstijl op? Wat neem je mee/wat ga je toepassen ?
Redenen voor weerstand • Onzekerheid • Moeten aanpassen van gewoonten • Moeilijk vinden om het oude los te laten • Je beperkt voelen Onderzoeken van weerstand: • ‘De vinger op de zere plek leggen’; waar komt de weerstand vandaan?
Omgaan met weerstand • Benoemen Zeg hardop dat je de weerstand voelt; de ander kan dan reageren • Erkennen Laat weten dat je begrijpt dat de weerstand er is; de ander voelt zich gehoord • Bevragen Vraag naar de bezwaren; dan kun je er op in gaan • Meebewegen en kantelen Geef de ander gelijk (overdrijving); de ander zal gaan toegeven • Vermijden Ga er niet op in; parkeer even • Draagvlak creëren Maak de ander bondgenoot • Van weerstand profiteren Leer van de bezwaren van anderen