420 likes | 634 Views
Opbouw college 1. Voorstellen Doelstellingen cursus Onderzoek en onderzoeksplan Onderzoeksplan (IOP) Onderzoeksverslag (DOV) Populair wetenschappelijk artikel (PWA) Praktisch Duo’s maken voor DOV Afspraken maken voor plezierig verloop cursus Wat te doen voor volgende week. Voorstellen.
E N D
Opbouw college 1 • Voorstellen • Doelstellingen cursus • Onderzoek en onderzoeksplan • Onderzoeksplan (IOP) • Onderzoeksverslag (DOV) • Populair wetenschappelijk artikel (PWA) • Praktisch • Duo’s maken voor DOV • Afspraken maken voor plezierig verloop cursus • Wat te doen voor volgende week
Voorstellen • Presentielijst • Naambordjes • Wie ben je? • Waar kom je vandaan? Vooropleiding, plaats? • Kun je iets vertellen over je keuze voor TCS? • Heb je een idee welke richting je met TCS op wilt? • Heb je al ervaring met het doen van onderzoek?
Oefening • Opdracht: • Schrijf in 1 minuut alle zgn. ‘jongerenwoorden’ op die je kent • Vergelijk ze met je rechter buurvrouw/man • Trek een conclusie naar aanleiding van je observatie • Welke onderzoeksvraag zou je kunnen formuleren aan de hand van je observatie?
Doelstellingen cursus (1) • Schrijfvaardigheid vergroten • Kennismaken met wetenschappelijk onderzoek • Ter oriëntatie op onderzoek binnen de letterendisciplines (receptief) • Ter voorbereiding op eigen scriptieonderzoek (produktief)
Doelstellingen cursus (2) • Aan onderzoek ligt onderzoeksplan ten grondslag • Ter voorbereiding op onderzoek • Voor jezelf • Voor anderen • Voor verslaglegging van onderzoek • Onderzoeksverslag • Gepopulariseerde versie van onderzoeksverslag
Doelstellingen cursus (3) • Rapportage van wetenschappelijk onderzoek • Waarom rapporteren? • Bijdrage leveren aan wetenschap • Verantwoorden van resultaten • Continueren van onderzoek • Verwerven van status
Doelstellingen cursus (4) • Aparte status wetenschappelijke uitspraken • Eis van toetsbaarheid • Eis van maximale informativiteit • Eis van repliceerbaarheid en herhaalbaarheid
Doelstellingen cursus (5) • Eis van toetsbaarheid • Uitspraken moeten, door vergelijking met empirische gegevens, verifiëerbaar en falsifiëerbaar zijn • Men behoort met mes en vork te eten • Het gezin is een sociale groepering • De arbeidsparticipatie van vrouwen zal stijgen • Officieren zijn sterker geïntegreerd in het leger dan soldaten • Niet toetsbaar zijn: • Speculatieve uitspraken • Normatieve uitspraken • Definities
Doelstellingen cursus (6) • Voorbeelden van empirisch verifiëerbaar en falsifiëerbare uitspraken in letterendisciplines: • Verbetering van een tekststructuur leidt tot snellere en efficiëntere verwerking van een tekst • De invloed van schoolopleiding op het lenen van boeken is gelijk voor mannen en vrouwen • Tijdschriftlezers waarderen het gebruik van zwart-wit-foto’s in advertenties
Doelstellingen cursus (7) • Uitspraken moeten maximaal informatief zijn • Bij een willekeurige groep studenten zal het vaker voorkomen dat het hoogst bereikte opleidingsniveau van hun vaders hoger is dan, of gelijk is aan dat van hun moeders, dan dat het gelijk is aan, of lager is dan dat van hun moeders. • Bij een willekeurige groep studenten zal het hoogst bereikte opleidingsniveau van hun vaders in 38% van de gevallen gelijk zijn aan dat van hun moeders, in 49% van de gevallen hoger dan dat van hun moeders, en in 13% van de gevallen lager.
Doelstellingen cursus (8) • Uitspraken moeten expliciet zijn, want wetenschappelijk onderzoek moet repliceerbaar zijn • Veronderstelt volledige openbaarheid van kennis
Doelstellingen cursus (9) • Implicaties voor rapportering: • Eenduidige formuleringen • Zo specifiek mogelijk • Expliciet en volledig: van stap tot stap aangeven welke beslissingen zijn genomen en hoe men tot de resultaten is gekomen • Empirisch onderbouwd • Systematisch
Individueel onderzoeksplan (1) • Onderzoek begint met onderzoeksvraag • Empirisch te toetsen vraag • Op grond van reeds bestaande theoriëen • Op grond van observaties • Opdracht: doe een observatie in de collegezaal • Wat kun je aan die observatie onderzoeken? • Hoe zou je het onderzoek ervan aanpakken?
Individueel onderzoeksplan (2) • IOP • Individueel onderzoeksplan • Vervolgvraag bedenken op basis van bestaand onderzoek (keuze maken uit artikelen reader, blz. 84 t/m 109) • Moet in theorie uitvoerbaar zijn (wetenschappelijk verantwoord) • Hoeft in praktijk niet uitgevoerd te worden
Individueel onderzoeksplan (3) • Moet op minstens twee cruciale punten afwijken van oorspronkelijke onderzoek • Maximaal 4 pagina’s • Definitief IOP inleveren in week 8 • Facultatief: elke week deel van IOP inleveren bij docent ter correctie (1 kans per onderdeel) • Alleen beoordeling definitieve IOP
Onderzoeksplan (1) • Onderdelen van onderzoeksplan • Week 3: Probleemformulering • Inleiding • Aanleiding • Hoofdvraag • Hypotheses • Week 4: Onderzoeksopzet • Operationalisering • Week 5: • Belang • Slot
Onderzoeksplan (2) • Schematische samenvatting onderzoeksplan • Inleiding, aanleiding, hoofdvraag, hypotheses (Probleemformulering) • waartoe het onderzoek? • wat onderzoek je? • Operationalisering (Onderzoeksopzet) • waar vindt het onderzoek plaats? • wanneer vindt het onderzoek plaats? • bij wie vindt het onderzoek plaats? • hoe vindt het onderzoek plaats? • Belang, slot
Onderzoeksplan (3) • Onderzoeksplan: • Probleemformulering • waartoe? (inleiding, aanleiding) • Wat is het doelvan het onderzoek? • praktijkgericht (beter kunnen) of theoriegericht (beter kennen) • explorerend of toetsend • externe opdrachtgever of eigen opdracht • wetenschappelijke en/of maatschappelijke relevantie (resultaat van oz moet theoretisch en/of maatschappelijk relevant zijn) • wat? (hoofdvraag, hypotheses) • Wat is de vraag in het onderzoek?
Onderzoeksplan (4) • Onderzoeksopzet • waar? • op welke plaats (natuurlijke situatie of gecontroleerde omstandigheden) • wanneer? • eenmalig of meermalen (nauwkeurigheid van de meting) • telefonische enquête: onder het eten of overdag? (non-respons); meteen na relevante gebeurtenis of ook later? (bestudering van lange-termijneffecten) • hoe? • experiment, enquête, gevalsstudie, her-analyse van bestaand materiaal • wie? • onderzoekseenheden (personen, teksten, groepen, processen)
Onderzoeksplan (5) • Soorten onderzoek (hoe?) • Enquête • Experiment • Veldonderzoek of case-study • Heranalyse van bestaand materiaal • (Literatuuronderzoek) • Afhankelijk van onderzoeksvraag kan beter de ene of de andere onderzoeksstrategie gebruikt worden.
Onderzoeksplan (6) • Enquête • Informatie verzamelen dmv stellen van vooraf bedachte vragen (Standaardisering) • Respondenten • Mondeling of schriftelijk • Selectie respondenten vaak dmv steekproef • Niet-kunstmatige omgeving
Onderzoeksplan (7) • Opdracht: • Bedenk in drietallen een hoofdvraag op het gebied van taal, taalgedrag en communicatie die goed onderzoekbaar is met een enquête
Onderzoeksplan (8) • Voorbeeld: • Welke taal spreken Zuid-Afrikaanse kinderen wonend in de metropool Durban in hun thuissituatie? • Vragenlijsten voorleggen aan de kinderen over • taal die vader spreekt, moeder spreekt • taal die zij spreken tegen vader, moeder, broers en zussen, peergroup • taal die ze kunnen schrijven en spreken • passieve en actieve beheersing e.d.
Onderzoeksplan (9) • Experiment: • Onderzoeker creëert zelf de onderzoekssituatie: • Onderzoeksomstandigheden gecontroleerd en gemanipuleerd tbv het onderzoek • Proefpersonen dmv selectieprocedure • Aantonen van causaal verband tussen factor A en factor B
Onderzoeksplan (10) • Opdracht: • Bedenk in drietallen een hoofdvraag op het gebied van taal, taalgedrag en communicatie die goed onderzoekbaar is met een experiment
Onderzoeksplan (11) • Voorbeeld: • Heeft gebruik van versterk-woorden een positieve invloed op de overtuigingskracht van advertenties gericht op jongeren? • Experiment met twee tekstversies (een gewone en een gemanipuleerde versie) • Voorleggen aan jongeren • Vragen stellen die betrekking hebben op overtuigingskracht • Resultaten van beide groepen vergelijken
Onderzoeksplan (12) • Veldonderzoek • Verzameling gegevens door participatie aan situatie • Alledaagse omstandigheden • Informanten • In letterenonderzoek spreken we ook over case-study (gevalsstudie)
Onderzoeksplan (13) • Opdracht: • Bedenk in drietallen een hoofdvraag op het gebied van taal, taalgedrag en communicatie die goed onderzoekbaar is met een veldonderzoek of gevalsstudie
Onderzoeksplan (14) • Voorbeeld: • Zijn er verschillen in de communicatie die plaats vindt in vergaderingentussen profit- en nonprofitinstellingen? • Deelnemen aan vergaderingen in beide soort instellingen, keuzes daarin • Definiëren van ‘communicatie in vergaderingen’, bijv. interruptiepatronen, hoeveelheid spreektijd voor wie e.d.
Onderzoeksplan (15) • Heranalyse van bestaand materiaal • Verzameling gegevens door gebruikmaking van bestaande documenten of vastgelegde gegevens • bijv. in archieven: bibliotheken, databanken • bijv. in neerslag van gedragingen en sporen van mensen
Onderzoeksplan (16) • Opdracht: • Bedenk in drietallen een hoofdvraag op het gebied van taal, taalgedrag en communicatie die goed onderzoekbaar is met een heranalyse van bestaand materiaal
Onderzoeksplan (17) • Voorbeeld: • Hoe en wanneer is het gebruik van het oud-Nederlandse sch in onbruik geraakt in verschillende regio’s van Nederland? • In verschillende regio’s archieven bekijken op voorkomen van sch en s • Archieven van gemeentes, kerken, notarissen
Duo-onderzoeksverslag (1) • DOV • Uitvoering in tweetallen • Is verslag van heel onderzoek (niet enkel een plan) • Schriftelijk verslaglegging en mondelinge presentatie (in PPT) • Vervolgvraag bedenken op basis van bestaand onderzoek (keuze maken uit artikelen reader of zelf gevonden, wel ander artikel dan voor IOP) • Uitvoering onderzoek hoeft niet wetenschappelijk verantwoord te zijn • Moet wel in praktijk uitgevoerd worden
Duo-onderzoeksverslag (2) • Hoofdvraag, hypotheses en operationalisering inleveren in week 6 • Facultatief: overleg met docent in week 7 over DOV-plan • Uitvoering onderzoek en week 7 t/m 9 • Presentaties DOV in week 9 t/m 11 • Presentatie door beide betrokken studenten • Beoordeling door docent en mede-studenten • Verslag maximaal 10 pagina’s • Definitief DOV inleveren in week 10 en 11
Populair wetenschappelijk artikel (1) • PWA • Individueel onderzoeksverslag • Gepopulariseerde versie van bestaand wetenschappelijk artikel • Beoordeling eerst door medestudenten, eindprodukt door docent • Max. 3 pagina’s • Eerste versie inleveren in week 4 (in 2-voud) • Basisartikel in week 3 aan docent geven (kopie)
Populair wetenschappelijk artikel (2) • Basisartikel: geöriënteerd op taal, taalgedrag en communicatie • Uit map van docententeam (ligt in kamer 0.58) • Zelf gevonden • Zoeken in bibliotheek, bijv. via Online Contents of zoek mbv trefwoorden naar onderwerp dat je interesseert • Vaktijdschriften (NL): Tekstblad, Tijdschrift voor Taalbeheersing, Onze Taal, Gramma/TTT • VIOT-bundels: relatief eenvoudige artikelen op gebied van taalbeheersing • In reader blz. 67 t/m 83: hulp bij schrijven van PWA
Praktisch (1) • Duo’ s vormen voor DOV • Lees eerst wat artikelen • Bespreek wat je leuk vindt om te onderzoeken • Maak plan van aanpak
Praktisch (2) • Afspraken: • Cursus kost 20 uur per week (houd je tijd bij) • Richtlijnen voor in te leveren schrijfprodukten, zie reader • Geef daarbij ook aan: hoeveel tijd je in die week aan SPS hebt besteed, wat vond je makkelijk/moeilijk en heb je een idee waarom?
Praktisch (3) • Puntentoekenning, zie reader • Omgang met fraude • Gebruik studentene-mail adres • Presentieverplichting colleges • Afmelden bij docent • Afwezigheid kost 2 punten • Bij presentaties moet iedereen aanwezig zijn • Je actieve bijdrage aan de colleges is waardevol! (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-: (-:
Voor volgende week • Lezen: • stof voor vandaag: 1.1 t/m 1.4 en 3.1, 3.2 en 3.9 • Stof voor volgende week: 2.1 t/m 2.4 en 3.3. t/m 3.5 • Artikelen in reader • Stuk over popularisering van wetenschappelijk artikel • Inleveren: • Voor IOP: artikel uit reader • Voor PWA: artikel zelf zoeken • DOV: als duo aan de slag
Dank voor je bijdrage en tot volgende week