360 likes | 532 Views
Workshop schematiseringsfactor Demonstratie voorbeeldcasus. Werner Halter Lelystad, 29 april 2009. Workshop schematiseringsfactor. Inhoud Publieksexperiment Voorbeeldcase. volgens de regels. moet ‘goed’ (?). ondergrondmodel en geometrie. waterspanningen en stijghoogtes. grondparameters.
E N D
Workshop schematiseringsfactorDemonstratie voorbeeldcasus Werner Halter Lelystad, 29 april 2009
Workshop schematiseringsfactor Inhoud Publieksexperiment Voorbeeldcase
volgens de regels moet ‘goed’ (?) ondergrondmodel en geometrie waterspanningen en stijghoogtes grondparameters modelkeuze stabiliteitssom data GESTAPELDE ONZEKERHEID
SIMPELE CASE • Representatief geval, gevraagd STBI … • Geen droogte, geen verkeer • Normale set grondonderzoek • Boringen, sonderingen • Peilbuiswaarnemingen • Gevraagd schematisering • Laagopbouw (klei, veen, zand) • Waterspanningen (freatische lijn, stijghoogte) • Parameters (gewicht veen) • U krijgt meerdere opties (stemmen)
veenkade kruinniveau: circa NAP niveau achterland: circa NAP -4,5 m KADE IN HET GROENE HART
? -5,0 -5,5 Waar zit de laagscheiding? A. NAP -5,0 m (boring is waar) B. NAP -5,5 m (sondering is waar) 1. LAAGOPBOUW
? GEWICHT VEEN 10,0 kN/m3 10,3 kN/m3 11,2 kN/m3 3 veenmonsters Wat is het volumiek gewicht van dit veen? A. 10,0 kN/m3 (ondergrens) B. 10,5 kN/m3 (gemiddelde) 2. GEWICHT VEEN VEEN KLEI ZAND
? Hoe hoog is de freatische lijn bij extreme neerslag? A. NAP -2,25 m (0,50 m boven maximum) B. NAP -2,50 m (0,50 m boven gemiddelde) 3. FREATISCHE LIJN
? -5,5 -8,0 Tot waar heeft de stijghoogte invloed? A. NAP -5,5 m (onderkant veenlaag) B. NAP -8,0 m (halverwege kleipakket) 4. STIJGHOOGTE
SAMENVATTING VRAGEN 1. Laagscheiding? • NAP -5,0 m B. NAP -5,5 m 2. Volumiek gewicht van dit veen? • 10,0 kN/m3 B. 10,5 kN/m3 3. Freatische lijn bij extreme neerslag? • NAP -2,25 m B. NAP -2,50 m 4. Invloed stijghoogte? A. NAP -5,5 m B. NAP -8,0 m
RESULTATEN MAX: F = 1,00 GEM: F = 0,91 MIN: F = 0,81
Onzekerheden Hydraulische kortsluiting Verkeersbelasting Geometrie Geometrie Diepte sloot Opbarsten Tussenzandlagen
Stappenplan schematiseringsfactor Stap 1a Opstellen basisschematisatie • Maatgevend / representatief dwarsprofiel • Geometrie • Grondopbouw • Grondparameters Stap 1b Opstellen ontwerp • Schematiseringsfactor = 1,3 • Omgevingseisen / wensen
Stappenplan schematiseringsfactor Stap 2 Nagaan of reductie van de schematiseringsfactor nuttig is • Onderbouwen onzekerheden • Reductie onzekerheden
Stappenplan schematiseringsfactor Stap 3a Identificeren onzekerheden • Bodemopbouw • Geometrie • Waterspanningen • Uitvoerings- en beheersaspecten • Overige Stap 3b Bepalen schematiseringsfactor • Bereken Stabiliteitsfactor (F en ΔF) • Schat kans op voorkomen (P) • Bepaal schematiseringsfactor (γb) mbv tabel / rekensheet
Voorbeeldcase dijkversterking (stap 1) • Dijk voldoet niet aan stabiliteit binnenwaarts • Versterking berm aanbrengen bij schematiseringsfactor van 1,3 • Basisschematisatie goed verdichte klei (optimistisch geschematiseerd) Aanbrengen berm Stevige klei
Stappenplan schematiseringsfactor (stap 3) Stap 3 Ongunstige scenario’s: • Tussenzandlagen • Geulen • Slappe lagen Kans hierop > 50% Basisschematisatie te positief Stap 1
Voorbeeldcase dijkversterking • Dijk voldoet niet aan stabiliteit binnenwaarts • Versterking berm aanbrengen • Basisschematisatie realistischere schematisatie • Ontwerp van berm bij schematiseringsfactor = 1,3 • Stabiliteitsfactor ≥ schematiseringsfactor x schadefactor x modelfactor • 1,47 ≥ 1,3 x 1,13 x 1,0 Aanbrengen berm Klei Veen Zand
Ongunstige scenario’s Klei Veen Zand
Bepalen schematiseringsfactor Toepassen tabel
Bepalen schematiseringsfactor • ΔFd waarden -0,16 en -0,15 liggen tussen -0,1 en -0,2 • P waarden 0,1 en 0,1 bij elkaar optellen ΣP = 0,2 • Schadefactor = 1,13
Bepalen schematiseringsfactor • ΔFd waarden -0,16 en -0,15 liggen tussen -0,1 en -0,2 • P waarden 0,1 en 0,1 bij elkaar optellen ΣP = 0,2 • Schadefactor = 1,13 • Schematiseringsfactor = 1,16
Bepalen schematiseringsfactor Toepassen van de rekensheet
Bepalen schematiseringsfactor Schadefactor γn Betrouwbaarheidsindex βreq = 4 + (γn-1) / 13 Toelaatbare faalkans Ptoelaatbaar Schematiseringsfactor γb = γn · βreq Scenario’s Totale faalkans Ptptaal = (Σ Scenario’s) % van toelaatbare kans = Ptotaal / Ptoelaatbaar
Bepalen schematiseringsfactor Aanscherpen met rekensheet optimalisatieslag
Voorbeeldcase dijkversterking • Stap 4: Aanpassen ontwerp Aanpassen berm Verleggen sloot Klei Veen Zand
Stappenplan schematiseringsfactor (stap 4) Stap 4 • Aanpassen ontwerp berm of • Verleggen van de sloot
Bepalen schematiseringsfactor • Ontwerp van berm bij schematiseringsfactor = 1,3 • Stabiliteitsfactor ≥ schematiseringsfactor x schadefactor x modelfactor • 1,47 ≥ 1,3 x 1,13 x 1,0 • Uit tabel volgt: benodigde schematiseringsfactor = 1,16 • Nieuwe stabiliteitsfactor ≥ schematiseringsfactor x schadefactor x modelfactor • Nieuwe stabiliteitsfactor ≥ 1,16 x 1,13 x 1,0 • Nieuwe stabiliteitsfactor ≥ 1,31
Bepalen schematiseringsfactor • Ontwerp van berm bij schematiseringsfactor = 1,16
Voorbeeldcase dijkversterking • Stap 5: Uitvoeren onderzoek Hoogtemeting freatische lijn Stijghoogte meting Klei Veen Onderzoeken van dikte slappe laag ? Zand
Stappenplan schematiseringsfactor Stap 5 Stap 1 • Sonderingen Ligging slappe lagen pakket beter in kaart • Peilbuizen Freatische waterstand of stijghoogte meten tijdens maatgevend hoogwater Gevolg: Afname PScenario x Of Uitsluiten scenario Lagere schematiseringsfactor γb
Bepalen schematiseringsfactor • Uitvoeren grondonderzoek • Verlagen onzekerheden • Benodigde schematiseringsfactor wordt verlaagd
Samenvatting Noodzakelijke controleslagen: • Is optimalisatie van schematiseringsfactor wel nodig? • Is mijn basisschematisatie voldoende nauwkeurig? • Geldt de schematiseringsfactor nog bij het aangepaste ontwerp? Methodes ter optimalisatie van de schematiseringsfactor: • Schematiseringsfactor bepalen met spreadsheet i.p.v. tabel • Betere onderbouwing basisschematisatie