1 / 10

5. Geslachtelijke voortplanting

5. Geslachtelijke voortplanting. genotype Dochtercellen meiose. Homologe chromosomen hebben veel genenparen Deze verschillen van elkaar in de allelen Meiose 1  homologe chromosomen gaan uit elkaar  dochtercellen hebben een verschillend genotype. n=3  2 n mogelijkheden  8 combinaties

wilbur
Download Presentation

5. Geslachtelijke voortplanting

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 5. Geslachtelijke voortplanting

  2. genotype Dochtercellen meiose • Homologe chromosomen hebben veel genenparen • Deze verschillen van elkaar in de allelen • Meiose 1 homologe chromosomen gaan uit elkaar •  dochtercellen hebben een verschillend genotype n=3 2n mogelijkheden  8 combinaties Mens n=23 paar chromosomen 223genotypen 4 verschillende genotypen

  3. combinaties • n=3 2n mogelijkheden geslachtscellen •  8 ≠ combinaties • Mens n=23 paar chromosomen 223genotypen geslachtscellen • 2 ouders met elk 223 mogelijke geslachtscellen •  unieke recombinatie •  grote diversiteit in genotypen binnen soort •  meer overlevingskansen als soort

  4. geslachtelijk?/ongeslachtelijk • soms geslachtelijk/ soms ongeslachtelijk afhankelijk van omstandigheden • pantoffeldiertje • algen • Bladluizen • Gunstige omstandigheden  ongeslachtelijk • Ongunstige omstandigheden  geslachtelijk

  5. Vermijden van genetische variatie • Landbouwgewassen • Fokken van dieren • Eerst kruisingen  daarna gekeken naar eigenschappen •  meest gunstige eigenschappen gebruikt voor verder kruisingen = selectie •  nakomeling met combinatie van gunstige eigenschappen • Vb bij koe? • Vb bij tarwe of maïs? • = veredeling • Landbouwgewassen nu ook door genetische mocificatie

  6. Vb kloon eigenheimer = Normale verdeling Waardoor verschillen? Immers grootste aardappel heeft zelfde genotype als kleinste aardappel

  7. Zuivere lijn • Zuivere lijn = groep planten die homozygoot is voor een of meer gewenste eigenschappen. • (door zelfbestuiving van homozygote plant) •  onderling voortplanten •  steeds hetzelfde genotype •  zaadvast • Vb goudsbloem

  8. Fokzuiver/ bastaarden • Dieren die homozygoot zijn voor de gewenste eigenschappen = fokzuiver • Vb rashonden • Kruisingen met verschillend ras •  heterozygoot • bastaarden

  9. Gevolgen jarenlang fokken en veredelen Minder gewenste eigenschappen kunnen ontstaan vb heupdysplasie bij rashonden

  10. maïs • Enkele zeer gunstige genotypen via veredeling bekomen • Overal op de wereld wordt deze maïs verbouwd • Gevolg: •  Verlies genetische variatie (andere niet verbouwd) • ALS ongunstige omstandigheden (bv ziekteverwekkers) • Antistoffen tegen deze ziekteverwekker? • Vroeger wel aanwezig in maïsrassen

More Related