650 likes | 835 Views
Economie, een Inleiding. Hoofdstuk 6: De onderneming als organisatie. De onderneming als organisatie. Doel van onderneming Winstmaximalisatie Beperkingen Technologisch (inputs) Marktomgeving. De onderneming als organisatie - Inhoudstafel. Waarom zijn er ondernemingen?
E N D
Economie, een Inleiding Hoofdstuk 6:De onderneming als organisatie
De onderneming als organisatie • Doel van onderneming • Winstmaximalisatie • Beperkingen • Technologisch (inputs) • Marktomgeving
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? 1. De omvang en organisatie van ondernemingen 2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Kleine en middelgrote ondernemingen ‘KMO’s’ (versus grote ondernemingen) • Criteria: • Aantal werknemers kleiner dan 250 • Jaaromzet lager dan €50 miljoen • Of jaarlijks balanstotaal lager dan €43 miljoen
1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Overwicht van kleine ondernemingen • 68% der ondernemingen hebben minder dan 5 werk-nemers • 97% der ondernemingen hebben minder dan 50 werknemers • Bedrijven met meer dan 500 werknemers maken maar 0,2% der ondernemingen uit, maar zorgen wel voor 43% van de arbeidsplaatsen
1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Meeste multinationale ondernemingen • zijn grote bedrijven • hebben productievestigingen over verscheidene landen • Rangschikking volgens zakenkrant Financial Times
1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Eenmanszaak • Ondernemer = eigenaar = bedrijfsleider • Vermogen eigenaar niet gescheiden • Alternatief: eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid (ebvba) • Grotere onderneming • Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba) • Beperkt aantal vennoten • Vennoten bezitten aandelen(op naam): bewijzen voor aandeel in totale vermogen van onderneming • Persoonlijk vermogen: afgescheiden
1.1. De omvang en organisatie van ondernemingen • Nog grotere onderneming • Naamloze vennootschap (nv) • Groot aantal vennoten mogelijk • Aandelen niet langer op naam maar overdraagbaar aan anderen • Hoogste instantie: algemene vergadering • Alle vennoten • Minstens eenmaal per jaar • Goedkeuren van resultatenrekening en bestemming van winst • Beleid in praktijk: raad van bestuur • Grote aandeelhouders • Dagelijks bestuur: directie of management
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? 1. De omvang en organisatie van ondernemingen 2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
1.2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • Ondernemingen vaak groot en complex • Drie soorten leden • Werknemers • Managers • Eigenaars • Waarom wordt productie niet georganiseerd door middel van markttransacties tussen individuen? • Coase: complexe en omvangrijke organisaties hebben belangrijk voordeel • Transactiekosten (onderhandelingskosten) lopen niet zo hoog op
1.2. De reikwijdte en grenzen van de onderneming • Organisaties ontstaan wanneer • Interne organisatievan de transactie minder kostelijk is dan de externe organisatievia de markt • Externe organisatie: bij elke nieuwe situatie moet worden heronderhandeld tussen beide marktpartijen • Interne organisatie: één partij draagt soevereiniteit over aan andere partij • Make or buybeslissing • Make: intern • Buy: extern: outsourcing
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.1. Economische winsten • Winst = totale opbrengsten – totale kosten • Totale opbrengsten: opbrengsten uit verkochte output • Totale kosten: • Arbeid • Kapitaal • Energie • Materiaal • Opmerking: economische kost = opportuniteitskost = waarde van die input in beste alternatieve aanwending. Dit zijn ook economische kosten: • Gederfd salaris • Gederfde huur van gebruikt gebouw
2.1. Economische winsten • Economische winst ≠ boekhoudkundige winst
2.1. Economische winsten • We houden dus rekening met • Economische kost • In plaats van historische kost • Voorbeeld: • Koffiebrander: contract om koffiebonen te kopen aan €5 per kilo • Echter: prijs koffiebonen op wereldmarkt daalt tot €4 per kilo • Outputbeslissing? • Op basis van €4 • Want aan deze prijs kan hij de koffiebonen weer verkopen • Historische kost van €5 niet relevant
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties • Opdeling: • Hoofdstuk 6: hoeveel produceren • Hoofdstuk 7:hoe produceren
2.2.1. Totale ontvangsten • Totale ontvangstenfunctie • Op voorwaarde dat onderneming haar complete output aan dezelfde prijs verkoopt: • Merk op: inverse vraagfunctie • Verwijst naar ondernemingsvraag • d.w.z. voor individuele producent • Ondernemingsvraag meestal vlakker dan marktvraag • Ondernemingsvraag = marktvraag bij monopolie • Er is slechts 1 producent • Ondernemingsvraag helemaal horizontaal bij perfecte concurrentie: prijsnemerschap voor producent
2.2.1. Totale ontvangsten • Totale ontvangsten hangen op dubbele wijze af van output: • Outputstijging verhoogt totale ontvangsten bij gegeven prijs • Verhoogde output vereist wel lagere prijs om deze verkocht te krijgen en verlaagt dus totale ontvangsten • Totale ontvangsten: • Voorbeeld En dus volgende kwadratische ontvangstenfunctie
2.2.1. Totale ontvangsten • Elastische deel van vraagrechte: • Prijsdaling leidt tot ontvangstentoename • Inelastische deel van vraagrechte • Prijsdaling leidt tot ontvangstenafname
2.2.2. Totale kosten • Twee opmerkingen: • Kostenfunctie: minimale uitgaven • Uit optimale combinatie van productiefactoren • Zie Hoofdstuk 7 • Kostenfunctie: economische kosten • Waarde van productiefactoren in hun beste alterna-tieve aanwending • Voorbeeld:
2.2.2. Totale kosten • Eigenschappen: • Kosten nemen toein functie van output • Curve vertrekt vanuit oorsprong • Typisch aan langetermijn kostencurve • Alle kosten zijn variabel op lange termijn • Lage outputniveaus: • kosten nemen minder dan evenredig toe met output (toenemende schaalopbrengsten) • Hoge outputniveaus: • kosten nemen meer dan evenredig toe met output (afnemende schaalopbrengsten) • Rechte kostencurve wordt verkregen bij constante schaalopbrengsten
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming 1. Economische winsten 2. De ontvangstenfuncties en kostenfuncties 3. Twee regels voor winstmaximalisatie • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Totale winstfunctie • Hangt via • Totale ontvangsten en • Totale kosten zelf af van outputniveau • Formeel: • Gedragsveronderstelling: • Onderneming kiest outputniveau met maximale winst
2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Marginale ontvangsten: • Bijkomende totale ontvangsten die voortvloeien uit verkoop van één bijkomende eenheid • Voor zeer kleine veranderingen: afgeleide van totale ontvangstenfunctie naar output • Marginale kosten: • Bijkomende kosten die voortvloeien uit verkoop (en dus productie) van een additionele eenheid • Voor zeer kleine veranderingen: afgeleide van totale kostenfunctie naar output
2.3.1. Het outputniveau dat de winst maximaliseert • Winstmaximalisatie • Winstmaximaliserende onderneming kiest output zo dat • Noodzakelijke, niet voldoende voorwaarde • MO en MK kunnen meermaal snijden
2.3.2. De sluitingsregel • Let wel, • Maximale winst is niet noodzakelijk positief (maximale winst = kleinste verlies) • Onderneming zal slechts produceren indien zij positieve totale economische winst realiseert • Vergelijk totale opbrengsten en kosten • Of, equivalent, gemiddelde opbrengsten en kosten • Bij winstmaximaliserend outputniveau
2.3.2. De sluitingsregel • Gemiddelde opbrengsten: • Gemiddeldekosten: • Sluitingsregel • Indien bij winstmaximaliserende output GO < GK sluiten • Voorbeeld Figuur 6.5.: • Links: beter om te produceren • Rechts: beter om te sluiten
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
3. Maximaliseert de onderneming haar winsten? • Model van de winstmaximaliserende onderneming • Kritiek? • Gedragstheorieën (‘behavioural theories’) • stellen dat ondernemingen niet altijd in staat zijn om winstmaximaliserende keuzes te maken, omwille van beperkte rationaliteit • Managementtheorieën (‘managerial theories’) • beklemtonen probleem van controle van eigenaars op beslissingsnemers in ondernemingen
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? 1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? 2. Is er voldoende controle op het management? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
3.1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? • Case study 1 • Feldman • Conclusie: • Goede outputbeslissing • (Slechte prijsbeslissing) • Informatie blijkt essentieel • Case study 2 • Zweeds tabaksmonopolie
3.1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? • Regel dat MO = MK: geldt bij benadering • Vaak andere terminologie gebruikt door bedrijven • Vuistregels, trial and error
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? 1. Gedragen ondernemingen zich rationeel? 2. Is er voldoende controle op het management? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
3.2. Is er voldoende controle op het management? • Het principaal-agent probleem • Controlemechanismen en incentives
3.2.1. Het principaal-agent probleem • Verschillende doelstellingen • Aandeelhouders: • Jaarlijks dividend • Maximale winst • Managers: • Vrije tijd • Voordelen in natura • Prestige • Interne groei • Gerealiseerde omzet eerder dan gerealiseerde winst • Zie Figuur 6.6. • Externe groei • Ongeoorloofde overnames
3.2.2. Controlemechanismen • Interne controlemechanismen: aandeelhouders sturen gedrag van managers • Rechtstreekse controle • Formele en informele regels • Goed bestuur = corporate governance • Onrechtstreekse controle • Juiste prikkels, incentives • Voorbeeld: managers krijgen aandelenoptie, bonus… • Nadelen: korte termijn focus, free riding, risicoaverse managers
3.2.2. Controlemechanismen • Externe controlemechanismen: management controle door mensen buiten onderneming • Markt voor bedrijfscontrole • (market for corporate control) • Blootstelling aan mogelijke overname • Nadelen: ‘financiële gifpillen’, free riding aandeelhouders • Concurrentie
De onderneming als organisatie - Inhoudstafel • Waarom zijn er ondernemingen? • De outputkeuze van de winstmaximaliserende onderneming • Maximaliseert de onderneming haar winsten? • De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief
4. De onderneming vanuit boekhoudkundig perspectief • Voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid • Bedrijf heeft eigen bezittingen en schulden • Balans • Eigen vermogen = bezittingen – schulden aan derden • Bedrijf maakt kosten en realiseert opbrengsten • Resultatenrekening