240 likes | 497 Views
Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement”. Diane De Neubourg CRG Middelheim, Antwerpen. Definities. Ovulatie-inductie : stimulatie van de eisprong bij anovulatie (streven naar monofolliculaire ontwikkeling)
E N D
Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement” Diane De Neubourg CRG Middelheim, Antwerpen
Definities • Ovulatie-inductie: stimulatie van de eisprong bij anovulatie (streven naar monofolliculaire ontwikkeling) • Ovariële stimulatie: tot rijping en ovulatie brengen van één of meerdere eicellen (ovulatie-enhancement – gecontroleerde ovariële stimulatie)
Indeling ovulatiestoornissen • Polycysteus ovarium syndroom PCO • Hypothalamo-hypofysaire anovulatie zonder PCOS en zonder POF (premature ovarian failure) • Hyperprolactinemie • Hypo (normo)gonadotrope hypo-oestrogene normoprolactinemische amenorrhoe VVOG richtlijn over ovulatie-inductie, Gunaikeia 7,2,2002
Behandeling van PCO • Eerste keuze: clomifeencitraat • Als geen ovulatie of geen zwangerschap: Tweede lijn: • Gonadotrofines • Ovariële drilling • Metformine • LHRH pomp
Clomifeencitraat • Dosis: 50 mg/dag van d 3 (2-5)tot 7(6-9) • Opdrijven met 50 mg/dag als geen respons • Maximale dosis: 150 mg/dag • Eventueel te associëren met: • ethinyloestradiol 50 µg/dag van dag 8-12 • metformine: 1,5 à 1,7g/dag • dexamethason: 0,5mg ‘s avonds
Clomifeencitraat • Neveneffecten • Antioestrogeen effect: dun endometrium, taai en minder cervicaal mucus, luteale insufficiëntie • 5% tweelingzwangerschappen • 5-10% milde ovariële hyperstimulatie • Warmteopwellingen, nausea, braken, gemoedswisselingen, depressieve gevoelens, hoofdpijn, borstspanning, visusstoornissen, haarverlies
Clomifeencitraat • Duur van behandeling: 4 à 6 cycli • Resultaat: • Ovulatie: 70-90% • Conceptie: 12-25% per cyclus • Cumulatief na 6 maanden: 40-60 % • OR: 3,41 (4,23-9,48 CI) versus placebo
Gonadotrofines • “Low dose step up” regime • “Step down” regime
Gonadotrofines Low dose step up protocol • Zoeken naar de FSH-drempel waarde/ dosis die tot monofolliculaire ontwikkeling leidt. • Startdosis: 75IE (52.3IE)/dag gedurende 7 (14) dagen • Als follikel >10 mm: zelfde dosis tot 18mm en endometrium van 8 mm • Als follikel </=10 mm: dosis opdrijven met 37.5IE/dag per week tot max 225IE en tot 18mm en endometrium van 8 mm. • Dan 5000IU hCG • 3 à 6 cycli
GonadotrofinesCAVE: Multifolliculaire groei • In geval van drie of meer dominante follikels: • Selectieve punctie van follikels • Escape IVF • Geen hCG injectie en geen coitus
GonadotrofinesNeveneffecten • Meerlingzwangerschap: • Combinatie low dose step up en selectieve follikelaspiratie: 20% zwangerschapskans per cyclus en 9% meerlingkans • OHSS
Gonadotrofines • Duur van behandeling: 6 cycli • Resultaat: • Ovulatie: 75% van alle cycli • Conceptie: 15-30% • Cumulatief na 6 maanden: 60 %
Pulsatiel LHRH • =gonadoreline 0.5mg • Bij aanvang van cyclus (na derving) • SC of IV • Puls om 60 à 90 min • Startdosis 4µg/puls • Wekelijkse controle, als geen respons dosis verhogen tot max 20µg/puls • Al of niet hCG als ovulatie trigger • Luteale support: pomp laten zitten, progesteron, hCG injecties
Behandeling van niet-PCO • Hypothalame-hypophysaire anovulatie (geen PCO en geen POF) • Clomifeencitraat • Gonadotrofines • (LHRH pomp) • Hyperprolactinemie • Dopamine agonist • Hypogonadotrope hypo-oestrogene normoprolactinemische amenorrhoe • LHRH pomp • Gonadotrofines
Indicaties voor ovariële stimulatie (ovulatie enhancement- gecontroleerde ovariële stimulatie) • Onverklaarde infertiliteit • Mannelijke infertiliteit
Onverklaarde infertiliteit EFFECT VAN MEDICATIE • Clomifeencitraat versus geen therapie: OR = 2.37 (95%CI 1.22-4.62) Hughes et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004 • Clomifeencitraat versus placebo: OR = 2.5 (95%CI 1.35-4.62) Hughes et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004 • Anti-oestrogenen versus gonadotrofines: OR voor LBR= 0.06 (95%CI 0.00-1.15), PR= 0.33 (95%CI 0.09-1.20), miskraam= 0.11 (95% CI 0.00-2.84) Athaullah et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004
Onverklaarde infertiliteit EFFECT VAN IUI • Versus timed intercourse in natuurlijke cyclus: OR= 1.96 (95%CI 0.56-6.92) Cohlen en Te Velde in Fertiliteitsstoornissen, Evers en Heineman (Editors)1997 Bunge, Utrecht • Versus timed intercourse in gestimuleerde cyclus: OR= 1. 87 (95%CI 1.37-2.56) Cohlen en Te Velde in Fertiliteitsstoornissen, Evers en Heineman (Editors)1997 Bunge, Utrecht • In gestimuleerde cycli versus spontane cycli: OR= 2.0 (95%CI 1.4-2.8) Cohlen en Te Velde in Ovulation Induction, Tarlatzis (Editor) 2002, Elsevier, Paris
Mannelijke infertiliteit EFFECT VAN IUI • Versus timed intercourse in natuurlijke cycli : OR = 2.43 (95%CI 1.54-3.83) • Versus timed intercourse in gestimuleerde cycli : OR = 2.14 (95%CI 1.30-3.51) Cohlen et al., The Cohrane Library, issue 1, 2004
Mannelijke infertiliteit EFFECT VAN stimulatie • Versus natuurlijke cycli bij IUI: OR = 1.79 (95%CI 0.98-3.25) EFFECT VAN IUI en stimulatie • Versus natuurlijke cycli met timed intercourse: OR 6.23 (95%CI 2.35-16.52) Cohlen et al., The Cohrane Library, issue 1, 2004
Mannelijke infertiliteit • Onderscheid naar het “type” mannelijke subfertiliteit: • IUI in combinatie met een minder ernstige subfertiliteit(> 10 x 106 motiele spermatozoa): in gestimuleerde cyclus • Bij ernstige subfertiliteit: IUI in natuurlijke cyclus
Besluit • Belang van clomifeencitraat en gonadotrofines in therapeutisch arsenaal voor ovulatie-inductie • Belang van beschikbaarheid van LHRH analogen, bromocriptine, metformine bij ovualtie-inductie • Stricte, doch evidence based indicaties voor ovariële “enhencement”- milde ovariële hyperstimulatie bij onverklaarde en matige mannelijke subfertiliteit