1 / 24

Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement”

Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement”. Diane De Neubourg CRG Middelheim, Antwerpen. Definities. Ovulatie-inductie : stimulatie van de eisprong bij anovulatie (streven naar monofolliculaire ontwikkeling)

zelia
Download Presentation

Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement”

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Indicaties voor ovulatie-inductie en ovulatie- “enhancement” Diane De Neubourg CRG Middelheim, Antwerpen

  2. Definities • Ovulatie-inductie: stimulatie van de eisprong bij anovulatie (streven naar monofolliculaire ontwikkeling) • Ovariële stimulatie: tot rijping en ovulatie brengen van één of meerdere eicellen (ovulatie-enhancement – gecontroleerde ovariële stimulatie)

  3. Indeling ovulatiestoornissen • Polycysteus ovarium syndroom PCO • Hypothalamo-hypofysaire anovulatie zonder PCOS en zonder POF (premature ovarian failure) • Hyperprolactinemie • Hypo (normo)gonadotrope hypo-oestrogene normoprolactinemische amenorrhoe VVOG richtlijn over ovulatie-inductie, Gunaikeia 7,2,2002

  4. Behandeling van PCO • Eerste keuze: clomifeencitraat • Als geen ovulatie of geen zwangerschap: Tweede lijn: • Gonadotrofines • Ovariële drilling • Metformine • LHRH pomp

  5. Clomifeencitraat • Dosis: 50 mg/dag van d 3 (2-5)tot 7(6-9) • Opdrijven met 50 mg/dag als geen respons • Maximale dosis: 150 mg/dag • Eventueel te associëren met: • ethinyloestradiol 50 µg/dag van dag 8-12 • metformine: 1,5 à 1,7g/dag • dexamethason: 0,5mg ‘s avonds

  6. Clomifeencitraat • Neveneffecten • Antioestrogeen effect: dun endometrium, taai en minder cervicaal mucus, luteale insufficiëntie • 5% tweelingzwangerschappen • 5-10% milde ovariële hyperstimulatie • Warmteopwellingen, nausea, braken, gemoedswisselingen, depressieve gevoelens, hoofdpijn, borstspanning, visusstoornissen, haarverlies

  7. Clomifeencitraat • Duur van behandeling: 4 à 6 cycli • Resultaat: • Ovulatie: 70-90% • Conceptie: 12-25% per cyclus • Cumulatief na 6 maanden: 40-60 % • OR: 3,41 (4,23-9,48 CI) versus placebo

  8. Gonadotrofines • “Low dose step up” regime • “Step down” regime

  9. Gonadotrofines Low dose step up protocol • Zoeken naar de FSH-drempel waarde/ dosis die tot monofolliculaire ontwikkeling leidt. • Startdosis: 75IE (52.3IE)/dag gedurende 7 (14) dagen • Als follikel >10 mm: zelfde dosis tot 18mm en endometrium van 8 mm • Als follikel </=10 mm: dosis opdrijven met 37.5IE/dag per week tot max 225IE en tot 18mm en endometrium van 8 mm. • Dan 5000IU hCG • 3 à 6 cycli

  10. GonadotrofinesCAVE: Multifolliculaire groei • In geval van drie of meer dominante follikels: • Selectieve punctie van follikels • Escape IVF • Geen hCG injectie en geen coitus

  11. GonadotrofinesNeveneffecten • Meerlingzwangerschap: • Combinatie low dose step up en selectieve follikelaspiratie: 20% zwangerschapskans per cyclus en 9% meerlingkans • OHSS

  12. Gonadotrofines • Duur van behandeling: 6 cycli • Resultaat: • Ovulatie: 75% van alle cycli • Conceptie: 15-30% • Cumulatief na 6 maanden: 60 %

  13. Pulsatiel LHRH • =gonadoreline 0.5mg • Bij aanvang van cyclus (na derving) • SC of IV • Puls om 60 à 90 min • Startdosis 4µg/puls • Wekelijkse controle, als geen respons dosis verhogen tot max 20µg/puls • Al of niet hCG als ovulatie trigger • Luteale support: pomp laten zitten, progesteron, hCG injecties

  14. Behandeling van niet-PCO • Hypothalame-hypophysaire anovulatie (geen PCO en geen POF) • Clomifeencitraat • Gonadotrofines • (LHRH pomp) • Hyperprolactinemie • Dopamine agonist • Hypogonadotrope hypo-oestrogene normoprolactinemische amenorrhoe • LHRH pomp • Gonadotrofines

  15. Indicaties voor ovariële stimulatie (ovulatie enhancement- gecontroleerde ovariële stimulatie) • Onverklaarde infertiliteit • Mannelijke infertiliteit

  16. Onverklaarde infertiliteit EFFECT VAN MEDICATIE • Clomifeencitraat versus geen therapie: OR = 2.37 (95%CI 1.22-4.62) Hughes et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004 • Clomifeencitraat versus placebo: OR = 2.5 (95%CI 1.35-4.62) Hughes et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004 • Anti-oestrogenen versus gonadotrofines: OR voor LBR= 0.06 (95%CI 0.00-1.15), PR= 0.33 (95%CI 0.09-1.20), miskraam= 0.11 (95% CI 0.00-2.84) Athaullah et al., The Cochrane Library, Issue 1, 2004

  17. Onverklaarde infertiliteit EFFECT VAN IUI • Versus timed intercourse in natuurlijke cyclus: OR= 1.96 (95%CI 0.56-6.92) Cohlen en Te Velde in Fertiliteitsstoornissen, Evers en Heineman (Editors)1997 Bunge, Utrecht • Versus timed intercourse in gestimuleerde cyclus: OR= 1. 87 (95%CI 1.37-2.56) Cohlen en Te Velde in Fertiliteitsstoornissen, Evers en Heineman (Editors)1997 Bunge, Utrecht • In gestimuleerde cycli versus spontane cycli: OR= 2.0 (95%CI 1.4-2.8) Cohlen en Te Velde in Ovulation Induction, Tarlatzis (Editor) 2002, Elsevier, Paris

  18. Mannelijke infertiliteit EFFECT VAN IUI • Versus timed intercourse in natuurlijke cycli : OR = 2.43 (95%CI 1.54-3.83) • Versus timed intercourse in gestimuleerde cycli : OR = 2.14 (95%CI 1.30-3.51) Cohlen et al., The Cohrane Library, issue 1, 2004

  19. Mannelijke infertiliteit EFFECT VAN stimulatie • Versus natuurlijke cycli bij IUI: OR = 1.79 (95%CI 0.98-3.25) EFFECT VAN IUI en stimulatie • Versus natuurlijke cycli met timed intercourse: OR 6.23 (95%CI 2.35-16.52) Cohlen et al., The Cohrane Library, issue 1, 2004

  20. Mannelijke infertiliteit • Onderscheid naar het “type” mannelijke subfertiliteit: • IUI in combinatie met een minder ernstige subfertiliteit(> 10 x 106 motiele spermatozoa): in gestimuleerde cyclus • Bij ernstige subfertiliteit: IUI in natuurlijke cyclus

  21. Besluit • Belang van clomifeencitraat en gonadotrofines in therapeutisch arsenaal voor ovulatie-inductie • Belang van beschikbaarheid van LHRH analogen, bromocriptine, metformine bij ovualtie-inductie • Stricte, doch evidence based indicaties voor ovariële “enhencement”- milde ovariële hyperstimulatie bij onverklaarde en matige mannelijke subfertiliteit

More Related