1 / 3

Wet van Ohm

George Simon Ohm. We gaan de wet van Ohm bespreken. Daarvoor moet je de onderstaande stappen begrijpen. Er kan pas een elektrische stroom gaan lopen als er een gesloten stroomkring is. Wet van Ohm. A. (1787 - 1854). U in Volt. V.

zoe
Download Presentation

Wet van Ohm

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. George Simon Ohm We gaan de wet van Ohm bespreken. Daarvoor moet je de onderstaande stappen begrijpen. Er kan pas een elektrische stroom gaan lopen als er een gesloten stroomkring is. Wet van Ohm A (1787 - 1854) U in Volt V Geef je de elektronen meer energie (Spanning) dan zullen het aantal elektonen per seconde (Stroomsterkte) die door de stroomkring gaan ook toenemen. I in Ampère De spanning meet je met een Voltmeter De stroomsterkte meet je met een Ampèremeter

  2. U(V) 3 2 1 1 1,5 2 0,5 I (A) Wat zal de stroomsterkte (I) zijn, als de spanning (U) = 0 Volt is? Blz 2 We gaan de Spanning (U) steeds veranderen. We meten nu een stroomsterkte van 0,5 A I (A) 1 2 0,5 1,5 0 4 0 1 2 3 U (V) 2 2 2 2 U / I A U = C I V de weerstand (R) in Ω De weerstand in het voorbeeld heeft dus een grootte van 2Ω Wet van Ohm U = R I

  3. Voorbeeld opgaven v.b. 1 Er wordt over een weerstand een spanning van 8 V gezet, de stroomsterkte door deze weerstand is dan 0,5 A. Bereken de weerstandswaarde. Gegeven: U = 8 V Oplossing: 8 U I = 0,5 A = R R = 16 Ω = R 0,5 I Gevraagd: R v.b. 2 Een weerstand van 8 Ω wordt aangesloten op een spanningsbron van 6 V Bereken de stroomsterkte die door de weerstand gaat. Gegeven: R = 8 Ω Oplossing: 6 U U= 6 V = 8 I = 0,75 A = R I I Gevraagd: I v.b. 3 Door een weerstand van 12 Ω wordt een stroomsterkte van 1,5 A gemeten. Bereken de spanning die over de weerstand staat. Gegeven: R = 12 Ω Oplossing: U U I = 1,5 A = 12 U = 18 V = R 1,5 I Gevraagd: U

More Related