230 likes | 675 Views
Moleculen en atomen. Hoofdstuk 7. Moleculen. Moleculen. Iedere zuivere stof is opgebouwd uit een eigen molecuulsoort: bv: water uit watermoleculen suiker uit suikermoleculen. Een stof is volledig opgebouwd uit moleculen. Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof.
E N D
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7
Moleculen • Iedere zuivere stof is opgebouwd uit een eigen molecuulsoort: bv: water uit watermoleculen suiker uit suikermoleculen • Een stof is volledig opgebouwd uit moleculen • Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof.
Verschillende fasen • In elke fase van een stof zijn er dezelfde moleculen • Bv: de stoffen ijs, water en waterdamp bestaan allen uit watermoleculen.
Vaste stof Moleculen raken elkaar en staan op 1 plaats. Ze trillen. Moleculen trekken elkaar aan dmv vanderwaalskrachten
Vloeistof Moleculen raken elkaar en bewegen langs elkaar heen.
Gas Moleculen die op grote afstand van elkaar door elkaar heen bewegen. Tussen deze moleculen is niets (ook geen lucht).
Atomen • Moleculen zijn opgebouwd uit atomen • Alle atomen van 1 soort zijn aan elkaar gelijk
Bv: C,H (g) + O (g) C,O (g) + H,O (g) • Bij een chemische reactie gaan de moleculen kapot en worden er van de atomen nieuwe moleculen gevormd.
Alle materie Zuivere stof Ontleedbare stof Niet-ontleedbare stof
Bv: 1 molecuul water: H2O index O coëfficiënt H H Molecuulformules Hoeveel atomen van welke soort er in een molecuul zitten, wordt aangegeven door een molecuulformule 5 moleculen water: 5 H2O De stof water bestaat uit heel veel moleculen water, daarom geven we dat aan met H2O met de fase-aanduiding: H2O (s) = ijs H2O (l) = water H2O (g) = waterdamp
Distikstoftetraoxide • Naamgeving ontleedbare stoffen: N2O4 Formule uit naam af te leiden!
Reactievergelijkingen Woorden: koolstof (vast) + zuurstof (gas) koolstofmonoöxide (gas) Symbolen: C (s) + O (g) C,O (g) Formules: C (s) + O2 (g) CO (g) Maar: voor en na de reactie moet een gelijk aantal atomen aanwezig zijn! Kloppend maken!
Stappen voor kloppend maken • Tel aantal atomen voor en na de pijl: C (s) + O2 (g) CO (g) 1 C + 2 O 1 C + 1 O • Verander aantal moleculen CO: • C (s) + O2 (g) 2 CO (g) • 1 C + 2 O 2 C + 2 O • Verander aantal moleculen C: • 2 C (s) + O2 (g) 2 CO (g) • 2 C + 2 O 2 C + 2 O
Huiswerk voor morgen • Lezen paragraaf 7.3 • Maken opgave: 17, 19, 20 • Uitprinten presentatie (http://scheikunde.fellownet.com/)