1 / 26

Klinisch beeld van decompressieziekte

Klinisch beeld van decompressieziekte. Nut van classificatie. vergemakkelijken diagnose bepalen van behandelingsbeleid optimalisatie van behandelingsbeleid dmv retrospectief of prospectief onderzoek epidemiologisch onderzoek

aileen
Download Presentation

Klinisch beeld van decompressieziekte

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Klinisch beeld van decompressieziekte

  2. Nut van classificatie • vergemakkelijken diagnose • bepalen van behandelingsbeleid • optimalisatie van behandelingsbeleid dmv retrospectief of prospectief onderzoek • epidemiologisch onderzoek • optimalisatie van decompressie-algoritmen op basis van retrospectief onderzoek (preventieve strategieën) • inzicht in de fysiopathologie van decompressie-aandoeningen

  3. Moeilijkheden bij formele classificatie • eenvoudig vs gecompliceerd (= “bruikbaar” vs “niet werkbaar”) • precieze codering noodzakelijk = “gesloten” systeem • terugkoppeling naar fysiopathologisch mechanisme niet steeds mogelijk

  4. Eenvoudige classificatie (Golding, 1960) • Type I DCS: niet-systemisch, perifeer, minder ernstig (vb. gewrichtspijn, botnecrose, huidsymptomen, lymfe) • Type II DCS: systemisch, ernstig (vb. centraal zenuwstelsel, longen, circulatoire shock) • AGE: luchtembolie door longoverdruk (> cerebraal neurologische symptomen, cardiaal)

  5. Beschrijvend (Francis, 1991) • DCS + AGE  “DCI” + beschrijving • Voordelen: • Geen noodzaak formele indeling • Geen onderscheid DCS – AGE • Geen impliciet vaste relatie tussen symptomen en type behandeling • Nadelen: • Voor epidemiologische en cause-effect studies niet zo bruikbaar • Gecompliceerd (vb. acute pijn linker schouder + paresthesie linker hand + algemene abnormale vermoeidheid 30 minuten na duik naar 30msw gedurende 25min zonder decompressiestop)

  6. Andere classificaties mogelijk • DAN Europe Hotline: “serious” vs. “mild” • Gelocaliseerde of veralgemeende decompressie-pathologie • Effecten van arteriële vs. veneuze bellen • DCI na saturatie of na korte duiken (effects of pressure) … • Afhankelijk van wat men wil bestuderen ! • Nut van zo volledig mogelijke gegevensverzameling, om latere (her)classificatie mogelijk te maken

  7. Diagnose van DCI • Aard van de voorafgaande duik (+ omstandigheden) • Tijdstip van optreden • Klinische symptomen • (Evolutie van de symptomen) • Mate van zekerheid van diagnose (wordt al te vaak niet ge-evalueerd !) = statistieken-probleem

  8. Symptoms of DCS • Osteo-articular & tendinous – Slowly saturated tissues (low affinity, low vascularity) • Muscular – adipose – lymphatic – Rapidly saturated tissues (affinity low, perfusion high – or affinity high, perfusion low) • Neurological (spinal cord) – Intermediate tissues (affinity high, perfusion high) • Vascularised bubble disease – Venous / arterial / paradoxical gas emboli

  9. Extravasculaire bellen • Weefsels met lange “periode” • Na lange duiken, vaak niet extreem diep • Evt. met toegenomen lokale doorbloeding • Kan optreden tot 24 uur na de duik • Pijn thv. (belaste) gewrichten • Zeurende pijn, progressief erger • Geen verband met beweging / belasting vh.gewricht • Lokale druk verbetert de pijn • Gunstige invloed van NSAID

  10. Dysbaric Osteonecrosis • 1911 Bassoe : Caisson workers • Incidence (?) in amateur SCUBA divers (only 4 litterature reports) • Inadequate decompression = likely cause • Nitrogen emboli  coagulation cascade  microthrombosis

  11. Dysbare osteonecrose

  12. Veneuze stase-bellen • Overbelasting veneuze capillaire netwerk • Na diepere duiken (+ : naderen no-deco limiet) • In weefsels die vrij snel verzadigen en mogelijk trager desatureren (type-voorbeeld: lage ruggemerg) • Meestal <2 uur na de duik • Neurologische uitval, > onderste lichaamshelft • Motorisch, sfincters, sensorisch, meerdere niveaus • Patchy beeld, pyramidaal beeld, incompl. Brown-Sequard • Progressief, gaat NIET spontaan beteren • Invloed van NSAID: NEEN, invloed van O2: JA

  13. Spinal Cord DCS • Arterial blood supply

  14. Spinal Cord DCS • Arterial blood supply • Venous return

  15. Neurological symptoms in DCS • Lower spinal cord • sensory disturbances : • pain (D11-D12), • paresthesia (L1-L5), • bladder / bowel sensory dysfunction (S), • thermo-algesia • motor syndrome : • uniplegia, • paraplegia, • paresis, • proprioception

  16. Arteriële bellen • Steeds na veneuze bellen (paradoxale embolisatie) • Na diepere duiken (+ : naderen no-deco limiet) • Uit weefsels die vrij snel verzadigen en desatureren (type-voorbeeld: spieren, splanchnisch systeem) • Meestal <30min na de duik • Neurologische uitval, > high-spinal / cerebraal • Motorisch, sensorisch, meerdere niveaus, gekruist, hemibeeld • Visus, gehoor, evenwicht, bewustzijns-verandering (NB denial ?) • Progressief, gaat vaak spontaan beteren • Invloed van NSAID: NEEN, invloed van O2: JA

  17. Cerebral DCS • Brain = “fast tissue” • Embolising bubbles : mechanics • reuptake of nitrogen in brain tissue • shrinkage of bubbles • DCS when massive bubble load shortly after surfacing (right-to-left shunts)

  18. Cerebral – high-spinal DCS • Altered consciousness (apathy, insolence, denial) • Deafness, vestibular deficit (vertigo, nausea) • Visual disturbances • Abnormal fatigue • Unilateral / Monomeric paresthesias / paralysis (DD AGE, cervical spine lesion) • Pauci- / a-symptomatic

  19. Vestibulaire DCS

  20. Speciale gevallen • Lymfatische DCS • Cutane DCS • Lokaal ? • Cerebraal ? • AGE vs Cerebrale DCS: • Rokers ! • Emphyseem • Bullae

  21. Relatieve incidentie DAN USA Accidents Report 2004

  22. Relatieve incidentie CHBO DCS database 1994-2004 (n=157) Perifeer neurologisch : 35% Centraal neurologisch : 30% Pain only (type I) : 20% Skin bends : 5% AGE : 7% Clearly mixed : 3% DAN USA Accidents Report 2004

  23. Tijdstip van symptomen

  24. Time frame of onset of DCS • ONSET WITHIN 1 HOUR IN 50% OF CASES • ONSET WITHIN 6 HOURS IN 90% OF CASES • ONSET WITHIN 24 HOURS IN 99% OF CASES BEYOND 24-36 HOURS, THE DIAGNOSIS OF DCS BECOMES QUESTIONABLE

More Related