310 likes | 497 Views
Aanpak van epidemie van infectieuze diarree in WZC. Vorming van gezondheidswerkers in woonzorgcentra. Belangrijkste verwekkers van infectieuze diarree in WZC. Overdracht van mens op mens Clostridium difficile , rotavirus Via besmet voedsel Campylobacter , Clostridium perfringens
E N D
Aanpak van epidemie van infectieuze diarree in WZC Vorming van gezondheidswerkers in woonzorgcentra
Belangrijkste verwekkers van infectieuze diarree in WZC • Overdracht van mens op mensClostridium difficile, rotavirus • Via besmet voedselCampylobacter, Clostridium perfringens • BeideNorovirus, Escherichia coli met Shiga-toxine, Salmonella enterica
Aanpak van epidemie van infectieuze diarree • Overdracht van mens op menscontrole door infectiebeheersing (isolatie, beschermende kledij, ontsmetting van omgeving,…) • Via besmet voedselpreventie door voedselhygiëne (correcte bereiding en bewaring, bepaald voedsel mijden,…)
Epidemiologie woonzorgcentra • Asymptomatisch dragerschap bij 5 à 30% van bewoners WZC (versus 1 à 3% in algemene populatie) • Infecties in WZCprevalentie 2 à 8% incidentie tot 0.08/1 000 bewonersdagen
Klinisch beeld • C. difficile associated diarrhea (CDAD): van goedaardige diarree tot levens-bedreigende colitis • Waterige diarree met karakteristieke geur, buikpijn, koorts • Minstens één terugkerende episode bij 20 à 35% van patiënten
Pathofysiologie • Verstoring van intestinale flora door medicatie (antibiotica, antacida, chemo-therapeutica) • Kolonisatie met C. difficile • Productie van toxines (A, B en/of binair toxine)
Risicofactoren • Leeftijd • Medicatie (antibiotica, antacida, chemo-therapeutica) • Medische procedures (gastro-intestinale chirurgie, naso-gastrische sonde, gastrostomie, herhaalde lavementen) • Onderliggende aandoeningen en malnutritie
Overdracht • Faeco-orale besmetting van mens op mens • Vooral overgedragen via handen en via besmette omgeving en materialen • Symptomatische bewoner is belangrijk reservoir met ook besmetting van zijn omgeving (zeer weerstandige sporen overleven weken tot maanden)
Klinisch beeld • Waterige diarree, braken, buikpijn, nausea, spierpijn, hoofdpijn, koorts • Incubatie: 12 à 48 uren • Duur symptomen: typisch 1 à 3 dagen, maar kan 4 à 6 dagen aanslepen bij oudere personen • Tot 30% asymptomatische infecties (rol in overdracht onbekend)
Overdracht • Van mens op mens of via besmet voedsel of water • Vooral feco-orale besmetting, maar ook via droplets verspreid tijdens braken • Kan overgedragen worden via handen en via besmette omgeving en materialen
Overdracht • Zeer besmettelijk (laag inoculum volstaat) • Kan overleven in de omgeving • Virale shedding gedurende gemiddeld 4 weken (piek van dag 2 tot 5), maar onbekend hoe lang patiënt besmettelijk is
Infectiebeheersing • Verantwoord gebruik van antibiotica ter preventie van CDAD • Algemene voorzorgsmaatregelen • Aanvullende voorzorgsmaatregelen bij bewoners met infectieuze diarree • Personeelsleden met infectieuze diarree blijven thuis tot minstens 48 à 72 uren na einde van symptomen
Algemene voorzorgsmaatregelen: handhygiëne • Handen ontsmetten met handalcohol is de regel tijdens de zorg • Handen wassen met water en zeep en daarna ontsmetten- indien de handen zichtbaar vuil zijn;- bij patiënten met infectieuze diarree (Clostridium difficile, Norovirus); of- bij patiënten met schurft
Algemene voorzorgsmaatregelen: handschoenen • Contact met bloed, lichaamsvochten, slijmvliezen en niet-intacte huid of materiaal bevuild met lichaamsvochten of bloed • Contact met besmette patiënt of materiaal gebruikt tijdens diens zorg • Handschoenen onmiddellijk na de zorg verwijderen en handhygiëne toepassen
Aanvullende voorzorgsmaatregelen bij bewoners met infectieuze diarree • Afzonderlijke kamer voor bewoner • Beschermende kledij voor personeel • Reiniging van de kamer, behandeling van linnen en verwerking van afval • Verzorgingsmateriaal • Transport van bewoner • Maatregelen voor bezoekers
Algemene punten • Aanvullende maatregelen invoeren na overleg tussen CRA en huisarts • Belang van melding aan CRA en registratie van gevallen • Bewoners met infectieuze diarree moeten identificeerbaar zijn (bv. pictogram) • Handhygiëne bij bewoners stimuleren
Afzonderlijke kamer voor bewoner met infectieuze diarree • Verblijf in afzonderlijke kamer met eigen sanitair • Bewoner niet aan gemeenschappelijke activiteiten laten deelnemen • Materiaal toewijzen aan bewoner en dit steeds op de kamer laten • Desnoods overwegen om ook gezonde blootgestelde bewoners te isoleren
Afzonderlijke kamer voor bewoner met infectieuze diarree (2) • Tot minstens 48 à 72 uren na einde van symptomen • Einde van isolatie: de bewoner trekt na het toilet nieuwe kleding aan en verlaat zijn kamer voor de eindschoonmaak
Beschermende kledij voor personeel • Niet-steriele handschoenen, overschort en eventueel ook masker (! droplets met norovirus verspreid tijdens braken) • Tijdens verzorging van bewoner of contact met zijn omgeving (bewoner wordt als laatste verzorgd) • Handen wassen met water en zeep en daarna ontsmetten onmiddellijk na uittrekken van beschermende kledij
Reiniging van de kamer • Horizontale, ‘high touch’ en bevuilde oppervlakken minstens één keer per dag reinigen en ontsmetten • Badkamer en toilet minstens één keer per dag ontsmetten • Beschermende kledij voor onderhouds-personeel • Kamer van bewoner met infectieuze diarree wordt als laatste gereinigd
Reiniging van de kamer • Oplossing van chloorderivaten klaar maken net vóór gebruik in koud water • Reinigen van proper naar vuil (badkamer en toilet laatst) • Niet naspoelen, maar laten opdrogen • Vuil water onmiddellijk weggieten en vuile doeken in plastic zak afvoeren
Chloorderivaten • Ontsmetten met chloorderivaten natriumhypochloriet (bleekwater) natriumdichloorisocyanuraat (tablet)met hoge concentratie aan vrij chloor dagelijkse ontsmetting – 1 000 ppm eindontsmetting – 5 000 ppm
Eindschoonmaak • Sanitair en ‘high touch’ oppervlakken worden gereinigd en ontsmet • Vloer, meubilair en vuile muren worden gereinigd • Gordijnen worden gewassen of vervangen • Al het linnen in de kamer wassen of indien nodig ontsmetten
Behandeling van linnen • Bedlinnen dagelijks en indien vuil vervangen • Beschermende kledij dragen bij manipuleren van vuil linnen en nadien handen wassen en ontsmetten • Linnen wassen aan voldoende hoge temperatuur
Afvalverwerking • Afval van verzorgende taken bij bewoner met infectieuze diarree verzamelen in zak voor niet-risicohoudend medisch afval • Afvalzak op de kamer laten en dagelijks afvoeren
Verzorgingsmateriaal • Zoveel mogelijk gebonden aan de bewoner • Materiaal dat gebruikt wordt bij meerdere bewoners wordt na elk gebruik ontsmet met natriumhypochloriet • Bedpan: wassen in bedspanspoeler of wastunnel, ontsmetten met natrium-hypochloriet • Bij einde van isolatie: materiaal voor éénmalig gebruik weggooien en herbruikbaar materiaal reinigen en ontsmetten
Transport van bewoner met infectieuze diarree • Goede communicatie is essentiëel • Bewoner draagt propere kledij, wast en onsmet zijn handen • Rolstoel afdekken met proper steeklaken • Hoofd- en voeteinde van bed ontsmetten met natriumhypochloriet • Geen beschermende kledij nodig voor begeleidend personeel
Bezoek • Bewoner en bezoekers informeren (bv. informatiefolder) • Bezoekers dragen beschermende kledij en wassen en ontsmetten de handen bij verlaten van de kamer • Bezoekers maken geen gebruik van het toilet van de bewoner • Bewoner met infectieuze diarree wordt als laatste bezocht