130 likes | 330 Views
faalangst. Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven. definitie. faalangst is het geheel van reacties * lichamelijk * cognitief * emotioneel * gedragsmatig op een situatie waarin men denkt te moeten presteren met de kans op mislukking. 3 soorten. FA voor schoolse taken
E N D
faalangst Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven
definitie • faalangst is het geheel van reacties * lichamelijk * cognitief * emotioneel * gedragsmatig • op een situatie waarin men denkt te moeten presteren • met de kans op mislukking
3 soorten • FA voor schoolse taken huiswerk, toetsen, verhandeling • FA voor sociale taken spreekbeurt, voorlezen • FA voor motorische taken voetbal, wedstrijd • 4 peilers • gezondheid • sport en ontspanning • sociale entourage • studie-aktiviteiten
2 types 1. actief faalangstige kinderen/jongeren = actieve vermijding van fouten en kritiek, alles goed proberen te doen * braaf * veel + veel details studeren * perfect doen wat gevraagd wordt * krampachtig volgen
2 types 2. passief faalangstige kinderen/jongeren = passieve vermijding van fouten en kritiek, moeilijke situaties uit de weg gaan * bevestiging vragen * twijfelen om aan iets te beginnen * niet antwoorden, 'het niet weten' * zich snel van de taak afmaken * gokken * weinig/niet studeren
samenvatting FAALANGST= angst om iets fout te doen, angst voor negatieve kritiek actief vermijdingsgedragpassief vermijdingsgedrag * steeds uiterste best doen * situaties vermijden * hoge doelstelling* geen doelstelling * nooit zeker* zwak en mislukt voelen SPANNING
misvattingen • faalangst is een studieprobleem • faalangst is een kwestie van niet-aankunnen • faalangst is een tijdelijk fenomeen • faalangst is ‘positief’
voorkomen • 10-13% van de kinderen/jongeren tussen 8-16j • iets meer bij meisjes • bij jongens meer passieve faalangst • vaak verborgen
oorzaken en uitlokkers • erfelijke factoren * gevoeligheid van het kind * vaardigheden en capaciteiten • opvoedingsfactoren * model van de ouders * steun of verwaarlozing * autonomie of overbescherming • schoolse factoren CIRCULAIR PROCES
aanpak OUDER = COACH of SUPPORTER • toon interesse in leerinhoud • let op hoe het kind het ziet • aandacht voor andere interesses • geef steun en structuur • maak haalbare doelstellingen • moedig gewenst gedrag aan
aanpak • relativeer prestaties • zorg voor ontspanning • bouw aan zelfvertrouwen en autonomie • wees zelf een evenwichtig model • begrijp de angst en laat deze toe • zoek tijdig hulp
toets 3 x 4 = 12 6 + 4 = 10 10 – 7 = 2 15 : 5 = 3 U was een ‘geslaagd’ publiek