160 likes | 306 Views
Automatisering. Uitvoering van taken of functies door producten en systemen die vroeger werden uitgevoerd door mensen. Bijvoorbeeld:
E N D
Automatisering Uitvoering van taken of functies door producten en systemen die vroeger werden uitgevoerd door mensen. Bijvoorbeeld: • openslaande deuren, pincode automaten, cruise control, automatische piloot, leersystemen, intensive care, thermostaten, smart homes, vertaal- en informatiesystemen, robots, procescontrole, etc., etc.
Human Factors gevolgen • Beheersing • Situationeel bewustzijn • Inadequate feedforward en feedback • Wantrouwen of overmatig vertrouwen • Organisationeel
Waarom automatisering? • Gevaarlijke of onmogelijk uit te voeren taken • risicovolle situaties, complexe berekeningen, gehandicapten • Moeilijk uitvoerbare taken • vermoeiende en saaie omstandigheden, preciezere resultaten, monitoren van zeldzame momenten • Ondersteuning van taken • geheugentaken, etc. • Financiële argumenten • bijv. telefoonoperateurs, kaartjesautomaten, etc.
Soorten automatisering In termen van vervanging van menselijke processen • Perceptie • monitoren van de omgeving • van simpele detectie tot patroonherkenning • Cognitie • ‘intelligent’ redeneren, diagnose en aanbevelingen • expert systeem (weersvoorspelling, leersystemen), zakcalculator • Control • afhankelijk van perceptie, verschillende niveau’s van controle, • automatische piloot, cruise control, thermostaat
Control • dynamisch: bij verandering van situatie • if waarde then actie (als het licht wordt, zet de kachel aan) • statisch: houdt waarde stabiel • doel; whilenot x = doel do actie until x =doel • bijv. cruise control • quasi-statisch: mag niet bepaalde grens overschrijden • bijv. maximum snelheid
Attitude • Hangt onder meer samen met betrouwbaarheid en invloed op de taak • positief (bijv. ABS) • negatief (bijv. alarm) • Perceived control • ‘wat de boer niet kent ...’ (bijv. ouderen en computers) • controle willen houden • staat sportief (bijv. automatische versnelling) • expertise • baan Gerapporteerde attitude hoeft niet overeen te komen met werkelijk gedrag
Problemen Systeemkant (storing of defect) Gebruikerskant • perceptie: verkeerde waarneming • cognitie: verkeerd mentaal model • actie: verkeerde invoer
Betrouwbaarheid en vertrouwen Betrouwbaarheid en vertrouwen hangen samen, maar complexe relatie. Gebaseerd op: • waarneembaarheid van toestand systeem • type fouten • eerdere ervaring met (soortgelijk) systeem • wat anderen ervan zeggen
Betrouwbaarheid en vertrouwen Calibratie: overeenstemming tussen vertrouwen en betrouwbaarheid. Betrouwbaarheid > vertrouwen (mistrust) • inefficiëntie • gevaarlijk (alarms) Betrouwbaarheid < vertrouwen (overtrust) • inadequate detectie • inadequaat situationeel bewustzijn • verlies van noodzakelijke vaardigheden
Automatisering en werkbelasting • niveau van attentie kan te laag worden (’s nachts rijden, afname situationeel bewustzijn) • effectief monitoren kan juist leiden tot hoge werkbelasting en stress • bediening kan juist ingewikkeld zijn • knoppen moeilijk te onthouden • systeem doet onverwachte dingen • vooral als de belasting al hoog is • bij vermoeidheid meer gebruik
Verlies van informatie en routines • verlies van informatie • bijv. geuren bij diagnose van chemische processen • informatie in de taal (‘:-)’, ‘:-(‘ ) • verlies van routines • menselijke samenwerking • dialoogsystemen slecht afgestemd op menselijke gebruiker
Waar staat de kleurenprinter? • De kleurenprinter staat in het TEMA-gebouw • De kleurenprinter staat op de begane grond • De kleurenprinter staat in kamer 0.07 • De kleurenprinter staat naast de scanner • Die staat in 0.07, maar je kunt beter een ander printer gebruiken • Die staat in 0.07, maar hij is niet aangesloten op het netwerk • Die staat in 0.07, maar hij is kapot • Die doet het niet, neem de printer in 1.07
Werkvoldoening Dus niet alleen performance problemen • verlies van banen • verlies van expertise • onvoldaanheid • demoralisatie
‘Human-centered’ automatisering • Breng gebruiker kennis bij over het proces • Geen al te zware belasting • Hou de gebruiker op de hoogte • relevante informatie • geef reden van een automatische actie • Hou de gebruiker getraind • vooral in verband met calamiteiten • Hou de gebruiker ‘in de loop’ • verschillende niveau’s van automatisering • compenseer verlies van situationeel bewustzijn • Automatisering flexibel en adaptief • afhankelijk van persoon en situatie
Procescontrole Drie stadia: 1. Overgangen (bijv. aan/uit) • hoge werkdruk, onstabiel, incorrecte displays 2. Stabiele situaties (‘steady state’) • lage werkdruk, verveling, achteruitgang situationeel bewustzijn 3. Foutenmanagement • veiligheid, voorkomen beschadiging, diagnose, herstel • verschillende prioriteiten • hoge stress door alarms Presenteer in overeenstemming met mentaal model Automatiseer diagnose proces (expert systemen)