100 likes | 688 Views
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE. APPRENDRE 9 UNITÉ 2. PRÉSENT. HELE WERKWOORD MIN -RE. VENDRE. VENDRE MIN –RE STAM IS : VEND. PRÉSENT VENDRE. JE VEND S IK VERKOOP TU VEND S JIJ VERKOOPT IL VEND HIJ VERKOOPT ELLE VEND ZIJ VERKOOPT ON VEND MEN VERKOOPT
E N D
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE APPRENDRE 9 UNITÉ 2
PRÉSENT HELE WERKWOORD MIN -RE
VENDRE VENDRE MIN –RE STAM IS : VEND
PRÉSENT VENDRE JE VENDS IK VERKOOP TU VENDS JIJ VERKOOPT IL VEND HIJ VERKOOPT ELLE VEND ZIJ VERKOOPT ON VEND MEN VERKOOPT NOUS VENDONS WIJ VERKOPEN VOUS VENDEZ JULLIE VERKOPEN U VERKOOPT ILS (M) VENDENT ZIJ VERKOPEN ELLES (V) VENDENT ZIJ VERKOPEN
PASSÉ COMPOSÉ VENDRE = VERKOPEN HULPWERKWOORD IN HET NEDERLANDS = HEBBEN. IN HET FRANS = AVOIR
VOLTOOID DEELWOORD HELE WERKWOORD MIN –RE + U
PASSÉ COMPOSÉ VENDRE J’AI VENDUIK HEB VERKOCHT TU AS VENDUJIJ HEBT VERKOCHT IL A VENDUHIJ HEEFT VERKOCHT ELLE A VENDUZIJ HEEFT VERKOCHT ON A VENDUMEN HEEFT VERKOCHT NOUS AVONS VENDUWIJ HEBBEN VERKOCHT VOUS AVEZ VENDUJULLIE HEBBEN VERKOCHT U HEEFT VERKOCHT ILS (M) ONT VENDUZIJ HEBBEN VERKOCHT ELLES (M) ONT VENDUZIJ HEBBEN VERKOCHT