1 / 70

Werkwoorden

Werkwoorden. Tegenwoordige tijd. Werkwoorden. Regelmatige werkwoorden Onregelmatige werkwoorden. Regelmatige werkwoorden. De meeste werkwoorden gaan als het werkwoord: wohnen. Regelmatige werkwoorden. Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord wohnen ?. Regelmatige werkwoorden.

Download Presentation

Werkwoorden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Werkwoorden Tegenwoordige tijd

  2. Werkwoorden • Regelmatige werkwoorden • Onregelmatige werkwoorden

  3. Regelmatige werkwoorden • De meeste werkwoorden gaan als het werkwoord: wohnen

  4. Regelmatige werkwoorden • Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord wohnen?

  5. Regelmatige werkwoorden • ich ?

  6. Regelmatige werkwoorden • ich wohne

  7. Regelmatige werkwoorden • du ?

  8. Regelmatige werkwoorden • du wohnst

  9. Regelmatige werkwoorden • er/es/sie ?

  10. Regelmatige werkwoorden • er/es/sie wohnt

  11. Regelmatige werkwoorden • wir ?

  12. Regelmatige werkwoorden • wir wohnen

  13. Regelmatige werkwoorden • ihr ?

  14. Regelmatige werkwoorden • ihr wohnt

  15. Regelmatige werkwoorden • sie / Sie ?

  16. Regelmatige werkwoorden • sie / Sie wohnen

  17. Regelmatige werkwoorden Wohnen (wonen) ich wohne du wohnst er/es/sie wohnt wir wohnen ihr wohnt sie / Sie wohnen

  18. Regelmatige werkwoorden • Enkele werkwoorden gaan anders • Welke zijn dit ook alweer?

  19. Regelmatige werkwoorden • heißen • arbeiten

  20. Regelmatige werkwoorden • heißen: • anders = du

  21. Regelmatige werkwoorden • -t • du heißt

  22. Regelmatige werkwoorden • arbeiten: • anders = du er/es/sie ihr

  23. Regelmatige werkwoorden • - e • du arbeitest • er/es/sie arbeitet • ihr arbeitet

  24. Onregelmatige werkwoorden • Ook wel bijzondere werkwoorden • Kenmerkend: afwijkende vormen

  25. Onregelmatige werkwoorden • Welke onregelmatige werkwoorden kennen we al? • Welke hebben we in hoofdstuk 1 en 2 geleerd?

  26. Onregelmatige werkwoorden • Sein (zijn) • Haben (hebben)

  27. Onregelmatige werkwoorden • Welke onregelmatige werkwoorden hebben we in hoofdstuk 3 geleerd?

  28. Onregelmatige werkwoorden • Wissen (weten)

  29. Onregelmatige werkwoorden • Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord sein ?

  30. Onregelmatige werkwoorden • ich ?

  31. Onregelmatige werkwoorden • ich bin

  32. Onregelmatige werkwoorden • du ?

  33. Onregelmatige werkwoorden • du bist

  34. Onregelmatige werkwoorden • er/es/sie?

  35. Onregelmatige werkwoorden • er/es/sie ist

  36. Onregelmatige werkwoorden • wir ?

  37. Onregelmatige werkwoorden • wir sind

  38. Onregelmatige werkwoorden • ihr ?

  39. Onregelmatige werkwoorden • ihr seid

  40. Onregelmatige werkwoorden • sie / Sie ?

  41. Onregelmatige werkwoorden • sie / Sie sind

  42. Onregelmatige werkwoorden Sein (zijn) ich bin du bist er/es/sie ist wir sind ihr seid sie / Sie sind

  43. Onregelmatige werkwoorden • Wat zijn ook alweer de uitgangen van het werkwoord haben ?

  44. Onregelmatige werkwoorden • ich ?

  45. Onregelmatige werkwoorden • ich habe

  46. Onregelmatige werkwoorden • du ?

  47. Onregelmatige werkwoorden • du hast

  48. Onregelmatige werkwoorden • er/es/sie ?

  49. Onregelmatige werkwoorden • er/es/sie hat

  50. Onregelmatige werkwoorden • wir ?

More Related