470 likes | 1.29k Views
Installatiemethoden 6 ET. Beveiligen tegen overlasting en kortsluiting. Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting. INHOUD. Verschil residentiële en industriële installaties Smeltveiligheden voor industriële installaties Uitschakelkarakteristieken van smeltveiligheden
E N D
Installatiemethoden 6 ET Beveiligen tegen overlasting en kortsluiting
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting INHOUD • Verschil residentiële en industriële installaties • Smeltveiligheden voor industriële installaties • Uitschakelkarakteristieken van smeltveiligheden • De thermische beveiliging • De elektomagnetische beveiliging • De thermisch-elektromagnetische beveiliging
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C, D uitschakelgrafieken • Invloed omgevingstemperatuur • Kiezen van industriële automaten • Motorbeveiligers • Hulpelementen • Onderbrekingsvermogen • Selectiviteit
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Verschil residentiële en industriële installaties De nominale waarden van de beveiligingen kunnen groter zijn omdat de vermogens vaak groter zijn. Kortsluitstromen kunnen veel groter zijn!
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Schroefveiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Penveiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Cilindrische veiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Cilindrische veiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Mesveiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Mesveiligheden
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Smeltveiligheden voor industriële installaties Mesveiligheden Grootte : 00, 0 1, 2, 3, of 4
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden gL/gG: (traag/snel) Ze dienen voor het beveiligingen van kabels en leidingen in installaties tegen overbelasting (traag) en tegen kortsluiting (snel)
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden aM: (accompagnement Moteur) Voor het beveiligen van motoren tegen kortsluiting. Ze beveiligen niet tegen overbelasting! Er moest dus een bijkomende beveiliging tegen overbelasting geplaatst worden.
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden üf of gR: (ultra snel) Tegen het beveiligen van elektronische componenten (dioden, thyristoren,…) tegen overbelastingen en zeer korte kortsluitingen. (Het snel onderbreken wordt bekomen door smeltelementen uit zilver te gebruiken)
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De thermische beveiliging Werking
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De thermische beveiliging
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De thermische beveiliging Keuze In (motor) = 5 A I therm = max. 5 A In (motor) kenplaat motor meten met stroommeettang tabellen (catalogi)
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De elektromagnetische beveiliging Werking
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De elektromagnetische beveiliging Keuze
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De thermisch-elekromagnetische beveiliging
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • De thermisch-elekromagnetische beveiliging
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken B-karakteristiek Ohmse belastingen
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken B, C en D-curve : thermisch gedeelte identiek. Bij overbelasting van 1,13 x In --> uitschakeling voor 1 uur.
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders. B Bij 3 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s Bij 5 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders. C Bij 5 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s Bij 10 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • B, C en D- uitschakelkarakteristieken Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders. D Bij 10 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s Bij 20 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Invloed van de temperatuur 1 2
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Invloed van de temperatuur Bij hogere temperaturen, schakelt de automaat reeds bij lagere stroomsterkte.
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Kiezen van industriële automaten • Aantal polen • Uitschakelkarakteristiek • Nominale stroom • Kortsluitvermogen
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Motorbeveiligingsschakelaars
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Motorbeveiligingsschakelaars
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Motorbeveiligingsschakelaars
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Hulpelementen • extra hulpcontacten (NO of NC) • minimumspanningsspoel; (12 V DC, 24 V DV, 24 V AC, 230 V AC,…) de automaat wordt uitgeschakeld als de spanning daalt onder een bepaalde waarde (tussen 70 en 30%) (ook nulspanningsbeveiliging genoemd) • vertraagde minimumspanningsspoel, zoals de vorige maar nu met een vertraging (0,5 s) zodat de automaat niet uitschakelt bij zeer korte spanningsdalingen • differentieelelement • stroomuitschakelspoel , hiermee kan de automaat van op afstand uitgeschakeld worden • e.d.…
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Onderbrekingsvermogen 3 k A 6, 10, 15, 25, 50 kA
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Selectiviteit
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Selectiviteit Bij een stroom van 200A: Aut. 25A schakelt na 4 s. Aut. 63A schakelt ten vroegste na 10s. Aut. 250 A schakelt niet. Selectiviteit bij een stroom van 200 A Stroomselectiviteit
Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting • Selectiviteit Bij een overstroom van 800 A: F1 ten vroegste na 0,02s F2 ten vroegste na 0,22s (20s vertraging) Tijdselectiviteit