190 likes | 335 Views
Kwaliteitsindicatoren voor de eerstelijnsverloskunde Bevalt het? Mieneke Kooistra, namens de Werkgroep Kwaliteitsindicatoren Eerstelijnsverloskunde. Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu. Waarom kwaliteitsindicatoren?.
E N D
Kwaliteitsindicatoren voor de eerstelijnsverloskunde Bevalt het? Mieneke Kooistra, namens de Werkgroep Kwaliteitsindicatoren Eerstelijnsverloskunde Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu
Waarom kwaliteitsindicatoren? • Toenemende behoefte aan informatie en transparantie over de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg: • Patiënten/ cliënten • Zorgaanbieders • Zorgverzekeraars • Beleidsmakers • Inspectie • Met als doel de kwaliteit te verbeteren • Vergelijken van onderlinge prestaties
Achtergrond project • IGZ: sinds 2004 een methode van Gefaseerd Toezicht (GT)(obstetrie, kraamzorg, OGZ, huisartsen) • KNOV en VVAH betrokken bij project • Start project: februari 2007 • Doel: een set indicatoren voor het monitoren van de kwaliteit van de eerstelijnsverloskunde • Doelgroep: eerstelijns verloskundige zorgverleners
Wat is een indicator? • Een meetbaar element van de zorgverlening dat een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit • Peilstok of maatstaf • Maakt inspanningen of resultaten zichtbaar (vergelijkende feedback voor professionals) • Maakt sturen mogelijk (cockpit) • Geeft een signaal, maar geen volledig inzicht → Moeilijkheid: meten we wat we willen meten?
Kwaliteitscriteria • Relevantie van de indicator (bijv. impact, hoge kosten) • Duidelijke relatie uitkomst van zorg en proces (literatuur) • Wetenschappelijke kwaliteit (bijv. betrouwbaarheid, validiteit) • Mogelijkheid om te sturen op kwaliteit: verbetering • Eenvoudig meetbaar • Snel beschikbaar • Breed toepasbaar in verschillende instellingen Campbell 2003, BMJ
Structuur Proces Uitkomst • Protocollen • Beschikbaarheidachterwacht • Bereikbaarheidpraktijk • Voorlichting • Begeleiding • Zorgrondomdegeboorte • Gezondheid • Complicaties • Patiëntervaringen Theorie Donabedian
Methode (1) • Werkgroepingesteld: • KNOV: 3 beleidsmedewerkers • VVAH: 1 huisarts • Eerstelijns verloskundige • IGZ: 2 inspecteurs • RIVM: 2 onderzoekers • Identificeren van kritische zorgprocessen/risicogebieden in de eerstelijnsverloskunde;
Methode (2) • Identificeren groslijst van conceptindicatoren op basis van de literatuur, bestaande indicatoren en expert opinion; • Consultatie van het werkveld door middel van een Delphiprocedure in twee schriftelijke ronden om de conceptindicatoren te toetsen op geschiktheid; • Vaststellen van de set indicatoren door de werkgroep.
Uitgangspunten • Zoveel mogelijk aansluiten bij de huidige kwaliteitsinstrumenten zoals: • PAI • Accreditatie • Cliëntenenquête • CQ index (Centrum Klantervaring Zorg) • VOKS-1 • LVR-1
13 verschillende kritische zorgprocessen/risicogebieden door de werkgroep gedefinieerd Indicatoren uit de literatuur Indicatoren uit de KNOV Standaarden Indicatoren uit de werkgroep 115 conceptindicatoren in groslijst Selectie door werkgroep 35 concept-indicatoren Selectie door Delphipanel • 1e Delphironde: • 8 unaniem geaccepteerd • 5 afgevallen • 22 opnieuw voorgelegd in de 2e Delphironde • 2e Delphironde: • 17 geaccepteerd • 5 afgevallen Selectie door werkgroep Set van 23 indicatoren met 3 voorlopige indicatoren Resultaten (1)
Delphimethode (1) Doel: • Inzicht krijgen in de kwaliteit van de indicatorset • Vaststellen waarover overeenstemming bestaat • Vaststellen waarover verschil van mening bestaat • Helder krijgen wat de problemen zijn bij de indicatoren • Delphipanel: 28 evk, 5 vk ha, 3 gyn en 2 kr vz (n=38) om draagvlak te creëren. • Score invullen op 9-puntschaal • Indicatoren beoordelen op: • Relatie tot kwaliteit: de mate waarin de indicator in aanmerking komt om de kwaliteit van de eerstelijns verloskundige zorg in Nederland te meten; • Haalbaarheid: de mate waarin de gegevens beschikbaar zijn of gemakkelijk te verzamelen zijn in een bepaalde periode (bijvoorbeeld: een jaar); • Twee Delphirondes
Delphimethode (2) Berekening mediane score en de spreiding van de scores (=mate van consensus) Aantal malen gescoord door panel Mediane score Score mogelijkheden 1 – 9 Consensus, aangegeven door ‘+’ Toelichting van de werkgroep Samenvatting opmerkingen respondenten
Resultaten (3) • Accreditatie van de praktijk • Percentage van vrouwen die de zwangerschapsbegeleiding start in de eerste lijn waarbij het eerste consult plaatsvond in de 8e tot 10e week na ELM • Percentage voor verwijzingen durante partu • Het percentage uitgevoerde nacontroles • Percentage thuisbevallingen met partusassistentie door de kraamverzorgende
Conclusie • In samenwerking met het veld is een set van 23 indicatoren ontwikkeld over de organisatie en structuur van de verloskundige praktijk, de antepartum periode, de partus, de postpartumperiode en de verloskundige ketenzorg • Focus op registreerbaarheid indicatoren • ‘Many things that count, cannot be counted’ (Albert Einstein) • Het gebruik van protocollen • Communicatie met cliënten • Indicatoren geven een geobjectiveerd, maar nooit een compleet beeld van de kwaliteit van de zorg!
Toekomstplannen • Accordering set indicatoren door KNOV bestuur • Pilotstudie naar de haalbaarheid van de indicatoren • Sturen op de indicatoren ter verbetering van de kwaliteit
Met dank aan: • A.J.M. Waelput, RIVM • J. de Boer, KNOV • W. van Driel, KNOV • P. Offerhaus, KNOV • J. Blaauw, VVAH • N.D. Ketel-Hamaker, eerstelijnsverloskundige • M.P. Amelink-Verburg, IGZ • A.L. den Ouden, IGZ • M. van der Kolk, IGZ • W.C. Graafmans, RIVM
Informatie Mieneke Kooistra Rijksinstituut voor Volksgezondheid & Milieu Centrum voor Preventie- & Zorgonderzoek Bilthoven E-mail: mieneke.kooistra@rivm.nl