220 likes | 430 Views
Uitgangspunten. NORA 2.0 Referentiearchitectuur voor nederlandse overheid. Focus: dienstverleningINSPIRE Initiatie van een Europese Geoinformatie Infrastructuur (ESDI). . Werkgroep aansluiting. SOA als enabler van geoTrekker: GeonovumWerkgroepleden LNV, Alterra, Geodan, TNO, VROM, Kadaster, ESRI,
E N D
2. Uitgangspunten NORA 2.0Referentiearchitectuur voor nederlandse overheid. Focus: dienstverlening
INSPIREInitiatie van een Europese Geoinformatie Infrastructuur (ESDI).
4. Uitgangspunten e-overheid Hogere kwaliteit dienstverlening
Administratieve lastenverlichting
Transparantie
Effectief en efficiënt
5. Doelstelling NORA Samenhang brengen in realisatie van de elektronische overheid;
door aanreiken van inrichtingsprincipes;
Bevorderen van samenwerking tussen overheidsorganisaties
6. Samenhangende kaders
8. Basisarchitectuur één overheidsorganisatie Dit model kan in beginsel op elke overheidsorganisatie worden toegepast. Elke overheidsorganisatie verleent (direct of indirect) diensten aan burgers en bedrijven (en soms ook aan elkaar). Het model laat zien dat vrijwel alle overheidsorganisaties via verschillende kanalen diensten verlenen: persoonlijke contacten (balie, spreekuur), post, telefoon en internet zijn de vier belangrijkste kanalen. De klant kan kiezen uit de kanalen waarlangs de dienst wordt geleverd. In de praktijk zal men deze kanalen ‘door elkaar heen’ gebruiken.Via een stelsel van koppelingen zijn de verschillende kanalen verbonden met het deel van de organisatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Dit kan worden uitgevoerd door medewerkers, maar in toenemende mate nemen computers dit werk van mensen over. Het resultaat van het uitgevoerde werkproces, de dienst, wordt via één of meer kanalen aan burgers en bedrijven geleverd.Tenslotte kennen alle organisatie vormen van vastlegging van informatie. Deels ligt de betreffende informatie nog vast in papieren documenten, soms zijn papieren documenten in elektronische vorm opgeslagen en weer een ander deel van de informatie wordt opgeslagen in databases. Werkprocessen en dataopslag zijn ook weer met elkaar verbonden via een vaak complex koppelingsmechanisme, waarop we hier niet verder in gaan.Dit ogenschijnlijk eenvoudige model, kan beschouwd worden als de belangrijkste bouwsteen van de elektronische overheid. Een zekere uniformiteit in deze bouwstenen is gewenst, omdat zij met elkaar het stelsel vormen dat de elektronische overheid genoemd kan worden. Dit is te zien in de overzichtskaart van de elektronische overheid.Dit model kan in beginsel op elke overheidsorganisatie worden toegepast. Elke overheidsorganisatie verleent (direct of indirect) diensten aan burgers en bedrijven (en soms ook aan elkaar). Het model laat zien dat vrijwel alle overheidsorganisaties via verschillende kanalen diensten verlenen: persoonlijke contacten (balie, spreekuur), post, telefoon en internet zijn de vier belangrijkste kanalen. De klant kan kiezen uit de kanalen waarlangs de dienst wordt geleverd. In de praktijk zal men deze kanalen ‘door elkaar heen’ gebruiken.Via een stelsel van koppelingen zijn de verschillende kanalen verbonden met het deel van de organisatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. Dit kan worden uitgevoerd door medewerkers, maar in toenemende mate nemen computers dit werk van mensen over. Het resultaat van het uitgevoerde werkproces, de dienst, wordt via één of meer kanalen aan burgers en bedrijven geleverd.Tenslotte kennen alle organisatie vormen van vastlegging van informatie. Deels ligt de betreffende informatie nog vast in papieren documenten, soms zijn papieren documenten in elektronische vorm opgeslagen en weer een ander deel van de informatie wordt opgeslagen in databases. Werkprocessen en dataopslag zijn ook weer met elkaar verbonden via een vaak complex koppelingsmechanisme, waarop we hier niet verder in gaan.Dit ogenschijnlijk eenvoudige model, kan beschouwd worden als de belangrijkste bouwsteen van de elektronische overheid. Een zekere uniformiteit in deze bouwstenen is gewenst, omdat zij met elkaar het stelsel vormen dat de elektronische overheid genoemd kan worden. Dit is te zien in de overzichtskaart van de elektronische overheid.
9.
Dit model laat zien hoe de e-overheid wordt opgebouwd. Aan de linkerkant staan de klanten van de overheid (burgers en bedrijven) afgebeeld die diensten wensen te ontvangen. In het midden zijn de overheidsorganisaties (in totaal zijn er ongeveer 1600 overheidsorganisaties) afgebeeld die deze diensten leveren. Aan de rechterkant zijn de databestanden afgebeeld die door verschillende overheidsorganisaties gebruikt kunnen worden: de basisregistraties.
De basisopbouw van elke overheidsorganisatie kent een vergelijkbare structuur. Bijna elke overheidsorgansatie verleent diensten via verscheidene kanalen (multichanneling). Om het klanten makkelijk te maken, wordt toegewerkt naar een extra landelijke invulling voor enkele kanalen zoals een gemeenschappelijke overheidswebsite (portal), één landelijk telefoonnummer (Contactcentrum Overheid) en een voorziening voor bedrijven om gegevens aan de verschillende overheidsorganisaties te leveren (overheidstransactie poort).Een tweede belangrijke ontwikkeling wordt aangeduid met ‘stroomlijning basisgegevens’. Het idee hierbij is dat gegevens slechts éénmaal worden gevraagd aan burgers en bedrijven en dat deze via een landelijke opslag aan alle overheidsorganisaties ter beschikking worden gesteld: de basisregistraties. Bedrijven kunnen daarbij gebruik maken van het overheidstransactie portaal. Via dit kanaal kunnen zij bijvoorbeeld salarisgegevens van hun medewerkers doorgeven aan de Belastingdienst. Deze zorgt er voor dat de salarisgegevens beschikbaar worden gesteld aan andere overheidsorganisaties die daarvan gebruik mogen maken (dus niet alle overheidsorganisaties). Een ander voorbeeld betreft de gegevens uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie. Ook deze worden beschikbaar gesteld aan een groot aantal overheidsorganisaties, waarmee een eind kan komen aan het eindeloos invullen van formulieren met naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, etc. Dit dient een bijdrage te leveren aan de administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven.
Een stelsel van complexe koppelmechanismen, aangeduid met service bus, zorgt voor een snelle, veilige en betrouwbare uitwisseling van informatie tussen websites, overheidsorganisaties en basisregistraties. Op deze wijze zullen in beginsel alle overheidsorganisaties met elkaar gaan samenwerken en diensten verlenen aan burgers en bedrijven.
Dit model laat zien hoe de e-overheid wordt opgebouwd. Aan de linkerkant staan de klanten van de overheid (burgers en bedrijven) afgebeeld die diensten wensen te ontvangen. In het midden zijn de overheidsorganisaties (in totaal zijn er ongeveer 1600 overheidsorganisaties) afgebeeld die deze diensten leveren. Aan de rechterkant zijn de databestanden afgebeeld die door verschillende overheidsorganisaties gebruikt kunnen worden: de basisregistraties.
De basisopbouw van elke overheidsorganisatie kent een vergelijkbare structuur. Bijna elke overheidsorgansatie verleent diensten via verscheidene kanalen (multichanneling). Om het klanten makkelijk te maken, wordt toegewerkt naar een extra landelijke invulling voor enkele kanalen zoals een gemeenschappelijke overheidswebsite (portal), één landelijk telefoonnummer (Contactcentrum Overheid) en een voorziening voor bedrijven om gegevens aan de verschillende overheidsorganisaties te leveren (overheidstransactie poort).Een tweede belangrijke ontwikkeling wordt aangeduid met ‘stroomlijning basisgegevens’. Het idee hierbij is dat gegevens slechts éénmaal worden gevraagd aan burgers en bedrijven en dat deze via een landelijke opslag aan alle overheidsorganisaties ter beschikking worden gesteld: de basisregistraties. Bedrijven kunnen daarbij gebruik maken van het overheidstransactie portaal. Via dit kanaal kunnen zij bijvoorbeeld salarisgegevens van hun medewerkers doorgeven aan de Belastingdienst. Deze zorgt er voor dat de salarisgegevens beschikbaar worden gesteld aan andere overheidsorganisaties die daarvan gebruik mogen maken (dus niet alle overheidsorganisaties). Een ander voorbeeld betreft de gegevens uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie. Ook deze worden beschikbaar gesteld aan een groot aantal overheidsorganisaties, waarmee een eind kan komen aan het eindeloos invullen van formulieren met naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, etc. Dit dient een bijdrage te leveren aan de administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven.
Een stelsel van complexe koppelmechanismen, aangeduid met service bus, zorgt voor een snelle, veilige en betrouwbare uitwisseling van informatie tussen websites, overheidsorganisaties en basisregistraties. Op deze wijze zullen in beginsel alle overheidsorganisaties met elkaar gaan samenwerken en diensten verlenen aan burgers en bedrijven.
12. Ontwikkeling NORA
13. Basismodel
19. Definiëren geo-standaarden Framewerk van standaarden voor de NGII (Geonovum)
20. Consequenties NORA Onderscheid Overheid- Bedrijfsleven
Wanneer is NORA /SOA interessant
21. Overheid-Bedrijfsleven NORA is bedoeld voor overheid;
Scheidslijn is niet altijd scherp (Kadaster);
Koppelvlak met bedrijfsleven:Graag zelfde standaarden gebruiken. NORA helpt bij definiëren koppelvlak;
Wie doet is belangrijkste discussiepuntOverheid levert basis, bedrijfsleven levert toegevoegde waarde diensten.
22. Wanneer is NORA interessant? Samenwerking met andere organisaties;
Koppeling met andere applicaties;
Behoefte aan flexibiliteit.