240 likes | 466 Views
Spijsvertering. Nodig voor de cellen. Glucose (enkelvoudig koolhydraat) als brandstof. Aminozuren als bouwstof voor de aanmaak van eiwitten. Vetzuren als bouwstof en brandstof. Cholesterol Vitamines, mineralen en spore-elementen Water. Voedsel bevat. Eiwitten (polypeptiden) Koolhydraten
E N D
Nodig voor de cellen • Glucose (enkelvoudig koolhydraat) als brandstof. • Aminozuren als bouwstof voor de aanmaak van eiwitten. • Vetzuren als bouwstof en brandstof. • Cholesterol • Vitamines, mineralen en spore-elementen • Water
Voedsel bevat • Eiwitten (polypeptiden) • Koolhydraten • Enkelvoudige suikers (monosachariden) • Tweevoudige suikers (disachariden) • Meervoudige suikers (polysachariden) • Vetten en cholesterol • Vitamines, mineralen en sporenelementen • Water
Vertering • Eiwitten splitsen in losse aminozuren. • Meervoudige suikers splitsen in enkelvoudige suikers • Vetten splitsen in losse vetzuren. Gebeurt door enzymen in de verschillende spijsverteringssappen
Mond • Vermalen van het voedsel m.b.v. het gebit. • Vermengen met speeksel • Afkomstig uit de speekselklieren • 1000 – 1500 ml per etmaal • Bevat water, slijm en amylase • Hoeveelheid en samenstelling hangt af van de aard van het voedsel • Amylase splitst koolhydraten
Keel (pharynx) • Buisvormige ruimte die over gaat in de slokdarm (oesophagus) en aan de boven-kant in verbinding staat met de neusholte. • De wand is gespierd. • De spierlaag doet mee aan de slikreflex. • Door de slikreflex gaat voedsel vanuit de mond de slokdarm in. • Tijdens het slikken is het strottenhoofd afgesloten.
Maag (gaster) • Tijdelijk voedselreservoir met een meng- en kneedfunctie. • Produceert maagsap: • Ongeveer 2000 ml per etmaal • Bevat water, slijm, zoutzuur, enzymen (pepsine) en intrinsic factor • Pepsine splitst eiwitten, zoutzuur helpt bij de vertering van eiwit en doodt bacteriën • Intrinsic factor is nodig voor opname van vit. B12
12-vingerige darm (duodenum) • Eerste stuk van de dunne darm. • Hier toevoeging van gal en pancreassap. • Tussen maag en duodenum zit de maag-portier (pylorus) • De pylorus gaat dicht als er zuur in het duodenum komt en open als het zuur in het duodenum geneutraliseerd is. • Gal en pancreassap neutraliseren zuur
Pancreas • Ligt in de bocht van het duodenum. • Produceert insuline en glucagon. • Produceert pancreassap: • Ongeveer 1000 ml per etmaal • Bevat water, slijm, natriumbicarbonaat • Bevat veel enzymen: • Amylase (splitst koolhydraten) • Trypsine (splitst eiwitten) • Lipase (splitst vetten)
Gal • Geproduceerd door de lever (hepar) en tijdelijk opgeslagen in de galblaas. • Ongeveer 750 ml per etmaal. • Samenstelling: • Water en slijm • Natriumbicarbonaat • Galzouten en galkleurstoffen • Cholesterol
Dunne darm • Bestaat uit 3 stukken: • Duodenum (20 – 25 cm) • Jejunum (2,5 m) • Ileum (3,5 m) • Produceert darmsap: • 2000 - 3000 ml per etmaal • Bevat enzymen voor de “eindvertering” • Bevat water en slijm
Dunne darm • Enzymen: • Erepsine: mengsel van eiwitsplitsende enzymen dat zorgt dat er uiteindelijk alleen nog losse aminozuren overblijven. • Disacharidasen: splitsen disachariden in monosachariden • Opname: vetzuren in de lymfevaten en de overige stoffen in het bloed.
Dunne darm • Voor en goede opname is een zo groot mogelijk oppervlak nodig • Slijmvlies is geplooid • Slijmvlies heeft darmvlokken
Dikke darm (colon) • Bestaat uit 6 stukken • Blinde darm (coecum) • Opstijgend deel (colon ascendens) • Dwarse deel (colon transversum) • Afdalend deel (colon descendens) • S-vormig deel (colon sigmoïdeum) • Endeldarm (rectum) • Aan de blinde darm hangt de appendix.
Dikke darm (colon) • Bevat veel bacteriën (darmflora) • Belangrijkste functies: • Onttrekken van water aan de onverteerbare resten van ons voedsel • Vorming van ontlasting
Ideale voeding • Koolhydraten: 55 – 65% van de energie-behoefte • Eiwitten: ongeveer 11% van de energie-behoefte • Vetten: 25 – 35% van de energiebehoefte. • Voldoende vitamines, mineralen, sporen-elementen, water, etc.