220 likes | 609 Views
SPIJSVERTERING. Anatomie. Spijsvertering is onderdeel van de stofwisseling en bestaat uit: Spijsverdeling Ademhaling Bloedsomloop Uitscheiding De stofwisseling vind plaats in de CEL!!. 2 soorten spijsvertering Mechanisch (kauwen/vermalen) Chemisch (door inwerking zuren en enzymen).
E N D
SPIJSVERTERING Anatomie
Spijsvertering is onderdeel van de stofwisseling en bestaat uit: • Spijsverdeling • Ademhaling • Bloedsomloop • Uitscheiding De stofwisseling vind plaats in de CEL!!
2 soorten spijsvertering • Mechanisch (kauwen/vermalen) • Chemisch (door inwerking zuren en enzymen)
Spijsverteringskanaal en organen • Mond • Keelholte • Slokdarm • Maag • Alvleesklier • Lever-gal • Twaalfvingerige darm • Dunnedarm • Dikke darm
Chemische spijsvertering • Mond? • Maag • Dunne darm (duodenum; jejunum; ileum) • Dikke darm (colon>bestaat uit 3 delen)
Van de mond naar de maag: • Via de slokdarm (oesophagus) • kenmerkend is peristaltische beweging • Hond heeft ook antiparistaltiek (bijv. teruggeven van voer aan pups) • Mesophagus>vergroting slokdarm is erfelijk en hond wordt niet oud
Maag • Bewaarfunctie • Inwerking van chemische stoffen (maagzuur=zoutzuur> oplosmiddel benige bestanddelen; dodelijk div. micro-organismen; activering pepsinogeen in pepsine>knipt eiwitketens) • 2 sluitspieren:-cardia (slokdarm/maag -pylorus (maag/duodenum)
Maag • Maagdilatatie=verwijding tgv gasophoping • Maagtorsie=draaiing
Dunne darm • 12-vingerige darm (duodenum) • Nuchtere darm(jejunum) • Kronkeldarm(ileum)
Duodenum • Sluis van zuur naar basisch milieu • Uitmonding gal • Uitmonding pancreas
De pancreas zorgt voor: -afgifte natriumbicarbonaat ivm basisch milieu -aanmaak enzymen -amylasen (werken op suikers) -proteïnasen (werken op eiwitten) -lipasen (werken op vetten)
Lever • Verschillende functies • Aanmaak gal • -galzure zouten • -galkleurstoffen
Dunne darm • Bevat darmvlokken • Opgehangen in mesenterium(darm-scheil) • Zorgt voor opname div. stoffen • Peristaltiek • Bloedvaten • Lymfevaten>chylvat
Dikke darm • Opstijgend:colon ascendens • Overstekend:colon transversum • Aflopend: colon descendens • Endeldarm met anus
Dikke darm • Deels vast aan peritoneum • Deels vrij in de buikholte • Niet ondersteund door mesenterium
Anus • Aan einde endeldarm liggen anaalklieren • Slijmstoffen die defaecatie vergemakkelijken • Houden huid rond anus soepel • Afschrikken van belagers