1 / 31

Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel

Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel. Toelichting van het denkmodel bij deze RI&E Biologische Factoren en toelichting bij de keuzes voor de inzet van metingen Remko Houba Arbo Unie, regio Maastricht. Twee onderdelen presentatie. Deel 1

dai-herring
Download Presentation

Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel Toelichting van het denkmodel bij deze RI&E Biologische Factoren en toelichting bij de keuzes voor de inzet van metingen Remko Houba Arbo Unie, regio Maastricht

  2. Twee onderdelen presentatie • Deel 1 • Algemene beschouwing over biologische factoren en de positie van metingen in dit werkveld • Reflectie van contactgroep i.v.m. verschijning praktijkgids biologische factoren (Houba & Heederik) • Deel 2 • RI&E Diermeel • Toelichting bij denkmodel en keuzes instrumenten

  3. Deel 1 Algemene beschouwing over biologische factoren en de positie van metingen in dit werkveld

  4. Beperkingen bij arbeidshygienisch onderzoek • Vaak meervoudige blootstelling (samenstelling moeilijk te bepalen) • Sterke variatie van blootstelling in tijd (GROEI of afsterving) • Gevalideerde meetmethoden vaak niet aanwezig • Beschikbare meetmethoden vaak niet gestandaardiseerd (vergelijking tussen studies dus een probleem) • Vrijwel geen grenswaarden beschikbaar

  5. Logische vragen • Moet je dan wel gaan meten? • Hoe interpreteer je een meting indien toch beschikbaar? • Kunnen andere onderzoeksmethoden worden ingezet?

  6. Mijn visie: • Biologische factoren alleen meten indien metingen zijn ingebed in duidelijke onderzoekshypothese • Correcte interpretatie van metingen alleen mogelijk indien AH volledig op de hoogte is van alle beperkingen van de meetmethoden

  7. AH kent twee mogelijke ingangen • Uitvoeren van een (reguliere) RI&E • Onderzoek van klachten waar biologische factoren mogelijk een rol spelen

  8. RI&E Biologische Factoren • Infectieuze Agentia: • NVvA RI&E Biologische agentia (zie presentatie Edwin Hagelen maart 2004) • Risico = Freq. * Handelingenrisico * Klasse m.o. • Methode soms niet toepasbaar m.n. als frequentie niet kan worden vastgesteld • Dan: beoordelen en toetsen van werkmethoden (uitgangspunt: besmetting kan in potentie altijd optreden) • Niet-infectieuze agentia: • Geen RI&E methodieken beschikbaar!

  9. Risico Inventarisatie • Oriënterend onderzoek neemt veel belangrijker plaats in dan bij andere factoren: • Is relevante blootstelling aan biologische factoren plausibel? • Naast primaire bronnen ook aandacht voor secundaire bronnen: • Waar is microbiële groei mogelijk?

  10. Groei m.o. afhankelijk van: • WATER (!!!) • Voedsel (!) • Temperatuur (!) • Tijd • Licht • Zuurstof • Zuurgraad

  11. Risico Inventarisatie • Oriënterend onderzoek neemt veel belangrijker plaats in dan bij andere factoren: • Is relevante blootstelling aan biologische factoren plausibel? • Naast primaire bronnen ook aandacht voor secundaire bronnen: • Waar is microbiële groei mogelijk? • Naast werkplekonderzoek is goede literatuurstudie onontbeerlijk!! (m.n. bij infectieuze agentia)

  12. Risico Evaluatie: schatten of meten? • AH meet nog relatief weinig biologische factoren • Veel meetmethoden nog in academische ontwikkeling • Veel meetmethoden hebben specifieke expertise nodig

  13. Wanneer meten? Mogelijke doelstellingen: • Vergelijken van werkplekken met en zonder klachten • Toetsen aan grenswaarden • Vaststellen of blootstelling uberhaupt aanwezig is • Onderzoek naar determinanten van blootstelling (blootstellingsvariatie) • Evalueren van interventies Indien geen duidelijk omschreven doel dan niet meten!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

  14. Welke meetmethoden beschikbaar? • Levensvatbare micro-organismen (in materialen, op oppervlakten of in de lucht) • Endotoxinen • Allergenen • Mycotoxinen (in uitzonderlijke gevallen) • Glucanen (nog niet geschikt voor praktijk)

  15. Klachtenonderzoek • Systematische structuur aanbrengen in onderzoek

  16. START • Probleem goed beschrijven • Analyse van klachten (diagnose!) • Werkplekonderzoek naar potentiële biologische factoren • Werkplekonderzoek naar potentiële vormen van blootstelling HYPOTHESE • Opstellen van één of meerdere hypothesen VERZAMELEN GEGEVENS • Aanvullend literatuuronderzoek • Eventueel uitvoeren van metingen • Eventueel aanvullend medisch onderzoek TESTEN HYPOTHESE • Interpretatie van alle beschikbare data; indien nodig terug naar stap 5 OPLOSSING • Aanbevelingen maatregelen EVALUATIE • Toetsen effectiviteit maatregelen

  17. Deel 2 RI&E Diermeel Toelichting bij denkmodel en keuzes instrumenten Kern risico-evaluatie: Meetresultaten combineren met (plausibele of worst-case) aannames

  18. Achtergrond • Veel opslag van diermeel na MKZ- en BSE-crisis (ca. 100.000 ton) • Opslag lang (> 1 jaar); omstandigheden van goed tot zeer slecht • Toezicht provincie noodzakelijk • Risico’s geheel onbekend • Vrijwel geen gegevens in de literatuur en zeker geen risicoschattingen!!

  19. Achtergrond • Voor opslag wel sterilisatiestap volgens voorschrift EU: • 20 minuten behandeling bij 133 ºC en 3 bar • Dus start opslag steriel • Diermeel goede voedingsbodem voor m.o. • Blootstelling moet afkomstig zijn van secundaire groei (m.u.v. prionen)

  20. Potentiële agentia • Prionen • Levensvatbare micro-organismen (bacteriën en schimmels) • Welke en hoeveel? • Endotoxinen

  21. Prionen • Onderzoeksvraag: Is blootstelling aan prionen theoretisch plausibel • KEMA-rapport 2001: • hoeveel geslachten koeien zouden BSE kunnen hebben? • Hoeveel infectieuze eenheden per koe? • Hoeveel infectieuze eenheden per kg ingangsmateriaal diermeelinstallatie? • Hoeveel inactivering van prionen bij sterilisatiestap? • Hoeveel infectieuze eenheden per kg opgeslagen diermeel • Conclusie: risico verwaarloosbaar klein

  22. Levensvatbare m.o. • Onderzoeksvragen: • in welke mate vindt microbiële groei plaats in het diermeel? • Kan dit leiden tot blootstelling via de luchtwegen? • Wat zijn de dominante species en kunnen deze pathogeen zijn?

  23. Materiaalmonsters m.o.

  24. Luchtmonsters m.o.

  25. Determinatie van m.o. • ‘Samenstelling’ niet stabiel (nog geen microbiol. evenwicht) • Spectrum in materiaalmonsters en luchtmonsters komt grofweg overeen • Bacterien grootste deel grampositief • Bacillus licheniformis meest dominant • Enterobacteriacae altijd negatief • Escherichia spp • Salmonella spp • Shigella spp • Klebsiella spp • Serratia spp • Erwinia spp • Enterobacter spp

  26. Determinatie van m.o. • Schimmels/gisten • Dominante soorten: • Penicillium spp. • Aspergillus spp. • Mucor spp. • Saccharomyces spp • Geen pathogene soorten aangetroffen • Aspergillus spp. morfologie afwijkend van Aspergillus fumigatus

  27. Conclusie m.o. • Geen aanwijzingen voor blootstelling aan pathogene m.o. (in ieder geval niet dominant aanwezig) • Blootstelling aan niet-pathogene m.o. (categorie 1) kan hoog zijn • bij ongunstige opslagcondities • bij laadwerkzaamheden

  28. Endotoxine • Onderzoeksvraag: In welke orde van grootte zou blootstelling aan endotoxine kunnen plaatsvinden • Alleen gemeten in materiaalmonsters • Gehalte variëert van 1.174 - 6.544 EU/g

  29. Endotoxine • Stel hoogste blootstelling van 6.544 EU/g • Stel blootstelling aan 10 mg stof (worst-case) • Dan maximale dosis over werkdag van 65 EU • Bij defaultwaarde van 10 m3 inademingslucht op werkdag: • blootstelling altijd lager dan 200 EU/m3 • Conclusie: endotoxine vanuit gezondheidskundig oogpunt nauwelijks relevant

  30. Résumé: • Prionen: verwaarloosbaar risico • Endotoxine: verwaarloosbaar risico • Pathogene m.o.: onwaarschijnlijk • Micro-organismen klasse 1: blootstelling hoog bij • slechte opslagcondities • aktiviteiten • Allergenen: niet relevant voor deze beroepsgroep (mogelijk wel bij chronische blootstelling)

  31. Aanbevelingen • Opslaan in big bags • Algemene hygienische gedragsregels bij betreden opslaglocaties door inspecteurs • Aanwezig bij losse opslag en bij bepaalde typen werkzaamheden • afstand houden • bovenwinds • blootstelling niet te vermijden dan pbm’s dragen (laarzen, wegwerpoveral & snuitje)

More Related