310 likes | 533 Views
Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel. Toelichting van het denkmodel bij deze RI&E Biologische Factoren en toelichting bij de keuzes voor de inzet van metingen Remko Houba Arbo Unie, regio Maastricht. Twee onderdelen presentatie. Deel 1
E N D
Risicobeoordeling bij blootstelling aan diermeel Toelichting van het denkmodel bij deze RI&E Biologische Factoren en toelichting bij de keuzes voor de inzet van metingen Remko Houba Arbo Unie, regio Maastricht
Twee onderdelen presentatie • Deel 1 • Algemene beschouwing over biologische factoren en de positie van metingen in dit werkveld • Reflectie van contactgroep i.v.m. verschijning praktijkgids biologische factoren (Houba & Heederik) • Deel 2 • RI&E Diermeel • Toelichting bij denkmodel en keuzes instrumenten
Deel 1 Algemene beschouwing over biologische factoren en de positie van metingen in dit werkveld
Beperkingen bij arbeidshygienisch onderzoek • Vaak meervoudige blootstelling (samenstelling moeilijk te bepalen) • Sterke variatie van blootstelling in tijd (GROEI of afsterving) • Gevalideerde meetmethoden vaak niet aanwezig • Beschikbare meetmethoden vaak niet gestandaardiseerd (vergelijking tussen studies dus een probleem) • Vrijwel geen grenswaarden beschikbaar
Logische vragen • Moet je dan wel gaan meten? • Hoe interpreteer je een meting indien toch beschikbaar? • Kunnen andere onderzoeksmethoden worden ingezet?
Mijn visie: • Biologische factoren alleen meten indien metingen zijn ingebed in duidelijke onderzoekshypothese • Correcte interpretatie van metingen alleen mogelijk indien AH volledig op de hoogte is van alle beperkingen van de meetmethoden
AH kent twee mogelijke ingangen • Uitvoeren van een (reguliere) RI&E • Onderzoek van klachten waar biologische factoren mogelijk een rol spelen
RI&E Biologische Factoren • Infectieuze Agentia: • NVvA RI&E Biologische agentia (zie presentatie Edwin Hagelen maart 2004) • Risico = Freq. * Handelingenrisico * Klasse m.o. • Methode soms niet toepasbaar m.n. als frequentie niet kan worden vastgesteld • Dan: beoordelen en toetsen van werkmethoden (uitgangspunt: besmetting kan in potentie altijd optreden) • Niet-infectieuze agentia: • Geen RI&E methodieken beschikbaar!
Risico Inventarisatie • Oriënterend onderzoek neemt veel belangrijker plaats in dan bij andere factoren: • Is relevante blootstelling aan biologische factoren plausibel? • Naast primaire bronnen ook aandacht voor secundaire bronnen: • Waar is microbiële groei mogelijk?
Groei m.o. afhankelijk van: • WATER (!!!) • Voedsel (!) • Temperatuur (!) • Tijd • Licht • Zuurstof • Zuurgraad
Risico Inventarisatie • Oriënterend onderzoek neemt veel belangrijker plaats in dan bij andere factoren: • Is relevante blootstelling aan biologische factoren plausibel? • Naast primaire bronnen ook aandacht voor secundaire bronnen: • Waar is microbiële groei mogelijk? • Naast werkplekonderzoek is goede literatuurstudie onontbeerlijk!! (m.n. bij infectieuze agentia)
Risico Evaluatie: schatten of meten? • AH meet nog relatief weinig biologische factoren • Veel meetmethoden nog in academische ontwikkeling • Veel meetmethoden hebben specifieke expertise nodig
Wanneer meten? Mogelijke doelstellingen: • Vergelijken van werkplekken met en zonder klachten • Toetsen aan grenswaarden • Vaststellen of blootstelling uberhaupt aanwezig is • Onderzoek naar determinanten van blootstelling (blootstellingsvariatie) • Evalueren van interventies Indien geen duidelijk omschreven doel dan niet meten!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Welke meetmethoden beschikbaar? • Levensvatbare micro-organismen (in materialen, op oppervlakten of in de lucht) • Endotoxinen • Allergenen • Mycotoxinen (in uitzonderlijke gevallen) • Glucanen (nog niet geschikt voor praktijk)
Klachtenonderzoek • Systematische structuur aanbrengen in onderzoek
START • Probleem goed beschrijven • Analyse van klachten (diagnose!) • Werkplekonderzoek naar potentiële biologische factoren • Werkplekonderzoek naar potentiële vormen van blootstelling HYPOTHESE • Opstellen van één of meerdere hypothesen VERZAMELEN GEGEVENS • Aanvullend literatuuronderzoek • Eventueel uitvoeren van metingen • Eventueel aanvullend medisch onderzoek TESTEN HYPOTHESE • Interpretatie van alle beschikbare data; indien nodig terug naar stap 5 OPLOSSING • Aanbevelingen maatregelen EVALUATIE • Toetsen effectiviteit maatregelen
Deel 2 RI&E Diermeel Toelichting bij denkmodel en keuzes instrumenten Kern risico-evaluatie: Meetresultaten combineren met (plausibele of worst-case) aannames
Achtergrond • Veel opslag van diermeel na MKZ- en BSE-crisis (ca. 100.000 ton) • Opslag lang (> 1 jaar); omstandigheden van goed tot zeer slecht • Toezicht provincie noodzakelijk • Risico’s geheel onbekend • Vrijwel geen gegevens in de literatuur en zeker geen risicoschattingen!!
Achtergrond • Voor opslag wel sterilisatiestap volgens voorschrift EU: • 20 minuten behandeling bij 133 ºC en 3 bar • Dus start opslag steriel • Diermeel goede voedingsbodem voor m.o. • Blootstelling moet afkomstig zijn van secundaire groei (m.u.v. prionen)
Potentiële agentia • Prionen • Levensvatbare micro-organismen (bacteriën en schimmels) • Welke en hoeveel? • Endotoxinen
Prionen • Onderzoeksvraag: Is blootstelling aan prionen theoretisch plausibel • KEMA-rapport 2001: • hoeveel geslachten koeien zouden BSE kunnen hebben? • Hoeveel infectieuze eenheden per koe? • Hoeveel infectieuze eenheden per kg ingangsmateriaal diermeelinstallatie? • Hoeveel inactivering van prionen bij sterilisatiestap? • Hoeveel infectieuze eenheden per kg opgeslagen diermeel • Conclusie: risico verwaarloosbaar klein
Levensvatbare m.o. • Onderzoeksvragen: • in welke mate vindt microbiële groei plaats in het diermeel? • Kan dit leiden tot blootstelling via de luchtwegen? • Wat zijn de dominante species en kunnen deze pathogeen zijn?
Determinatie van m.o. • ‘Samenstelling’ niet stabiel (nog geen microbiol. evenwicht) • Spectrum in materiaalmonsters en luchtmonsters komt grofweg overeen • Bacterien grootste deel grampositief • Bacillus licheniformis meest dominant • Enterobacteriacae altijd negatief • Escherichia spp • Salmonella spp • Shigella spp • Klebsiella spp • Serratia spp • Erwinia spp • Enterobacter spp
Determinatie van m.o. • Schimmels/gisten • Dominante soorten: • Penicillium spp. • Aspergillus spp. • Mucor spp. • Saccharomyces spp • Geen pathogene soorten aangetroffen • Aspergillus spp. morfologie afwijkend van Aspergillus fumigatus
Conclusie m.o. • Geen aanwijzingen voor blootstelling aan pathogene m.o. (in ieder geval niet dominant aanwezig) • Blootstelling aan niet-pathogene m.o. (categorie 1) kan hoog zijn • bij ongunstige opslagcondities • bij laadwerkzaamheden
Endotoxine • Onderzoeksvraag: In welke orde van grootte zou blootstelling aan endotoxine kunnen plaatsvinden • Alleen gemeten in materiaalmonsters • Gehalte variëert van 1.174 - 6.544 EU/g
Endotoxine • Stel hoogste blootstelling van 6.544 EU/g • Stel blootstelling aan 10 mg stof (worst-case) • Dan maximale dosis over werkdag van 65 EU • Bij defaultwaarde van 10 m3 inademingslucht op werkdag: • blootstelling altijd lager dan 200 EU/m3 • Conclusie: endotoxine vanuit gezondheidskundig oogpunt nauwelijks relevant
Résumé: • Prionen: verwaarloosbaar risico • Endotoxine: verwaarloosbaar risico • Pathogene m.o.: onwaarschijnlijk • Micro-organismen klasse 1: blootstelling hoog bij • slechte opslagcondities • aktiviteiten • Allergenen: niet relevant voor deze beroepsgroep (mogelijk wel bij chronische blootstelling)
Aanbevelingen • Opslaan in big bags • Algemene hygienische gedragsregels bij betreden opslaglocaties door inspecteurs • Aanwezig bij losse opslag en bij bepaalde typen werkzaamheden • afstand houden • bovenwinds • blootstelling niet te vermijden dan pbm’s dragen (laarzen, wegwerpoveral & snuitje)