490 likes | 798 Views
Gastrointestinale stromatumoren (GIST). Prof. dr. Stefan Sleijfer Internist-oncoloog Erasmus MC Daniel den Hoed Oncologisch Centrum. Inhoud. GIST: Wat is GIST Gemetastaseerde ziekte: Behandeling met imatinib Huidige behandeling van progressieve ziekte
E N D
Gastrointestinale stromatumoren (GIST) Prof. dr. Stefan Sleijfer Internist-oncoloog Erasmus MC Daniel den Hoed Oncologisch Centrum
Inhoud • GIST: • Wat is GIST • Gemetastaseerde ziekte: • Behandeling met imatinib • Huidige behandeling van progressieve ziekte • Toekomst behandeling gemetastaseerde ziekte • Niet-gemetastaseerde ziekte: • Aanvullende behandelingen
Gastro-intestinale stromatumoren Subtype weke delen sarcomen (> 40 verschillende subtypes) Hoogste incidentie: 50-70 jaar Incidentie: 12 /106 / year
Betrokken organen Ontstaan overal in het maagdarmkanaal: Maag: 60-70% Dunne darm: 20-30% Dikke darm: <5% Anders: < 5% Uitzaaiingen: vooral in de buikholte en lever
Pre-imatinib behandelingsopties • Chirurgie primaire behandeling voor niet-uitgezaaide GISTs: • 5-jaars overleving 50% to 65% • Bij gemetastaseerde ziekte: • Chemotherapie niet effectief • 5-jaars overleving < 20%:
GISTs Mid 90’s: 85% positief voor c-kit (CD117) ~85% GISTs heeft mutatie in c-kit gen: Continue activatie van c-kit Maligne gedrag: Ongeremde groei Uitzaaiingen C-kit staining GIST
C-kit en Imatinib (Glivec) • Gezien GIST wordt veroorzaakt door activatie van c-KIT: • Groeiremming GIST door remming van c-kit? • Imatinib: remmer van: • ABL (BCR-Abl) • PDGF-R • c-KIT
GIST Phase III (Verweij et al. Lancet 2004) • Uitgezaaide GIST • 946 patienten (13 landen, 56 ziekenhuizen) • Vergelijking tussen 1 x 400 mg, of 2 x 400 mg imatinib
Resultaten Voor imatinib Na imatinib • Responsen > 50% • Langdurige stabilisatie van ziekte: > 30%
Bijwerkingen • Meest voorkomende bijwerkingen imatinib (ernstig): • Bloedarmoede 90% (10%) • Vochtvorming 43% (4%) • Huiduitslag 29% (3%) • Misselijkheid 52% (2%) • Overgeven 28% (3%) • diarree 49% (2%) • Spierkrampen 50% (1%) • Vermoeidheid 48% (1%)
Conclusies • Imatinib, 400 mg dagelijks, vergeleken met 800 mg: • Geen grote verschillen in anti-kanker effecten • Minder bijwerkingen • Imatinib 400 mg: • Standaard behandeling voor uitgezaaide GIST • (uitzondering patienten met exon 9 mutatie en veel tumormassa: 800 mg)
Introductie imatinib bij gemetastaseerd GIST • Heel groot succes: • 10% patienten > 10 jaar profijt van imatinib (“chronische ziekte”) • Echter mediane tijd tot verdere tumoruitbreiding (progressie) onder imatinib: 2-2.5 jaar • Imatinib werkt niet meer • Tumoren breiden zich verder uit • Andere behandeling nodig
Behandeling progressieve ziekte • Belangrijk inzicht te krijgen waarom GIST ongevoelig wordt voor imatinib • Belangrijkste mechanismen waardoor GIST ongevoelig wordt voor imatinib: • Nieuwe mutaties in c-KIT (worden niet goed geremd door imatinib) • Nieuwe mutaties waardoor GIST niet meer afhankelijk is van c-KIT
Behandeling progressieve ziekte • Dosis imatinib verhogen van 400 mg naar 800 mg: • Vooral nuttig bij patienten met c-kit exon 9 mutatie die 400 mg kregen • Sunitinib: • Imatinib-achtig molecuul • Ook actief tegen nieuwe c-kit mutaties die imatinib ongevoelig zijn
Fase III sunitinib in imatinib-resistente GIST • Meerwaarde van een nieuw medicijn alleen te bepalen door goed opgezet onderzoek: • Groep patienten met globaal dezelfde kenmerken • Gerandomiseerd tussen de nieuwe en oude behandeling (of als die er niet is; placebo) • Bij voorkeur dubbelblind • Als alle patienten geincludeerd zijn: vergelijk resultaten • Studie met sunitinib: • GIST met falen op imatinib (progressie onder imatinib of niet kunnen verdragen) • Randomisatie, dubbel-blind sunitinib versus placebo (2:1) • Sunitinib 1 dd 50 mg, weeks 1-4, q 6 weeks
Tijd tot tumoruitbreiding Weinig duidelijke verkleining tumorgrootte door sunitinib: 7% Demetri, Lancet 2006
Totale overleving Demetri, Lancet 2006
Sunitinib-geinduceerde bijwerkingen • Wordt over het algemeen slechter verdragen dan imatinib • Bijwerkingen sunitinib: • Hoge bloeddruk: 24% • Vermoeidheid: 51% • Diarree: 53% • Hand-voet syndroom: 20% • Huiduitslag: 19% • Pijnlijke mond: 25% • Veel andere klachten (verkleuren huid, ontkleuren haar, schildklierafw.) Demetri, Lancet 2006
Sunitinib in imatinib-resistente GIST • Meer dan 4-voudig langzamere tumoruitbreiding dan placebo • Totaal overlevingsvoordeel t.o.v. placebo • Bijwerkingen soms ernstig: • Sterke verschillen tussen individuen!
Behoefte aan nieuwe medicijnen • Voor patienten die faalden op imatinib en sunitinib • Regorafenib: • Imatinib- en sunitinib achtig molecuul • Ook actief tegen nieuwe c-kit mutaties die imatinib ongevoelig zijn • ASCO 2012: • GIST met falen op imatinib en sunitinib • Randomisatie, dubbel-blind regorafenib versus placebo (2:1) • Regorafenib 1 dd 160 mg, week 1-3, q 4 weken
Uitkomsten • Weinig duidelijke afname tumorgrootte: 5% • 5x langere tijd tot verdere tumoruitbreiding t.o.v. placebo
Uitkomsten • Geen verschil in overleving (NB 85% van patienten in placebo-arm kregen na progressie alsnog regorafenib)
Bijwerkingen • Bijwerkingen in regorafenib groep (ernstig): • Hand-voet syndroom: 56% (20%) • Hoge bloeddruk: 49%(22%) • Diarree: 41% (5%) • Vermoeidheid: 39% (2%) • Pijnlijke mond: 38% (2%) • Huiduitslag 18% (3%) • Misselijkheid: 16% (1%) • Spierpijn 14% (1%)
Conclusies • Regorafenib actief bij GIST na falen van imatinib en sunitinib: • Langere tijd tot tumoruitbreiding t.o.v. placebo • Geen bewezen overlevingsvoordeel t.o.v placebo (NB meeste placebo-patienten kregen alsnog regorafenib na progressie) • Bijwerkingen soms ernstig: • Sterke verschillen tussen individuen! • Wordt op dit moment beoordeeld door registratie-autoriteiten
Conclusies • Geen andere middelen dan imatinib, sunitinib en (waarschijnlijk regorafenib) met bewezen activiteit in gemetastaseerd GIST: • Niet bewezen of er anti-kanker effecten zijn en indien ja, of die opwegen tegen de bijwerkingen • Behoefte aan nieuwe medicijnen/combinaties
Experimentele studies • Fase I: • Bijwerkingen-profiel • Bepalen dosis voor verdere studies • Fase II: • Screenen anti-tumor activiteit in diverse tumortypes • Fase III: • Vergelijkend onderzoek met andere behandeling in 1 tumorsoort
Experimentele studies • Zonder participatie aan onderzoek, geen vooruitgang • Fase I en II behandelingen van vandaag zijn mogelijk nieuwe standaardbehandelingen van de toekomst: • NB: veel behandelingen “halen” het niet • Voorbeelden van lopend onderzoek in Nederland bij uitgezaaide ziekte: • Fase III: masitinib vergeleken met imatinib (1ste lijn) • Fase III: masitinib vergeleken met sunitinib (2e lijn) • Fase I
Niet-gemetastaseerde ziekte • Op beeldvormend onderzoek (CT) geen aanwijzingen voor uitzaaiingen: • Bij geen aanwijzingen voor uitzaaiingen: • Verwijdering door operatie primaire tumor
Niet-gemetastaseerde ziekte • Substantieel gedeelte patienten na resectie alsnog terugkeer van de ziekte Joensuu, Lancet Oncol 2012
Risicofactoren terugkeer van ziekte • Risico op terukeer ziekte na operatie niet-gemetastaseerde GIST afhankelijk van: • Plaats van de tumor (maag) • Grootte • Delingssnelheid • Ruptuur • (misschien mutatiestatus)
Is imatinib post-operatief in staat om recidief te voorkomen? • Fase III onderzoek, gerandomiseerd: • Niet-gemetastaseerd GIST • Na operatie • Kans van ongeveer 50% om ziekte terug te krijgen • Imatinib 1 dd 400 mg gedurende 1 jaar vs 3 jaar
Adjuvant imatinib; 1 vs 3 jaar • Minder recidieven bij 3 jaar adjuvant imatinib Joensuu, JAMA 2012
Adjuvant imatinib; 1 vs 3 jaar • Minder mensen overleden na 3 jaar imatinib Joensuu, JAMA 2012
Adjuvant imatinib • Advies: bij patienten met meer dan 50% risico op recidief na operatie: 3 jaar imatinib adjuvant • Echter: • Verschil in overleving niet heel erg groot (na 6 jaar ±3% verschil 1 vs 3 jaar behandeling) • 50% van de patienten door operatie alleen al genezen maar krijgt wel 3 jaar imatinib (en dus de bijwerkingen)
Adjuvant imatinib • Openstaande vragen: • Optimale behandelingsduur: • EORTC 62024 studie: na resectie, intermediate / hoog risico GIST: • 2 jaar imatinib of niets • Studie gesloten, hopelijk 2013 eerste resultaten • Optimale dosering (bv exon 9 mutaties andere behandeling dan patienten met geen exon 9 mutatie?) • Behoefte aan: • Betere mogelijkheden om te voorspellen of een patient een recidief krijgt: • Zo minder overbehandeling • Betere mogelijkheden om te voorspellen of patient met micrometastases imatinib-gevoelige cellen heeft
Imatinib voor de operatie in plaats van na operatie • Niet standaard bij niet-gemetastaseerde tumor • Doel: verkleinen tumor om operatie en hopelijk daardoor minder grote operatie nodig • Therapie: vaak minstens 6 maanden
Conclusies • Gemetastaseerde GIST: • Prototype tumor gevoelig voor “targeted treatment” (doelgerichte therapie) • > 10% van patienten, > 10 jaar op 1e lijns behandeling • Bewezen therapieen: imatinib en sunitinib • Regorafenib actief na falen op imatinib en sunitinib (beoordeling registratieautoriteiten) • Niet-gemetastaseerd GIST: • Na operatie en > 50% risico op terugkeer ziekte: 3 jaar adjuvant imatinib • In geindividualiseerde patienten: imatinib pre-operatief
Conclusies • Behandeling dient te gebeuren door ervaren behandelteam, dus centraliseren • Ondanks alles successen, nog veel behoefte aan verdere vooruitgang: • Kan alleen bereikt worden door participatie aan studies
Modellen om risico op terugkeer in te schatten Joensuu, Lancet Oncol 2012
Efficacy of imatinib in imatinib-pretreated GIST • Metastatic disease: BFR14 study: • Pts with SD/PR/CR after 1, 3, or 5 yrs imatinib: randomisation between continuation of imatinib vs stop and restart at PD PFS in 3 yrs group Le Cesne A, Lancet Oncol 2010