220 likes | 486 Views
Paragraaf 1.4. De Nederlandse Opstand. Karel V streeft naar eenheid. Karel V erft de Nederlanden als hij 6 jaar is. Als hij 15 wordt in 1515, wordt hij onze koning. We waren een erg zelfstandig land. Elk gewest, provincie, had een eigen vergadering: de Staten .
E N D
Paragraaf 1.4 De Nederlandse Opstand
Karel V streeft naar eenheid • Karel V erft de Nederlanden als hij 6 jaar is. • Als hij 15 wordt in 1515, wordt hij onze koning. • We waren een erg zelfstandig land. • Elk gewest, provincie, had een eigen vergadering: de Staten. • Die bestuurde het gewest. • Vertegenwoordigers van deze Staten, gingen naar een landelijke vergadering: de Staten-Generaal. • Daar werden landelijke beslissingen genomen, bv de belastingen voor Karel V.
Karel V wilde meer macht over de gewesten. • Hij benoemde edelen die in de gewesten hem moesten vertegenwoordigen. • Dat werden stadhouders genoemd. • Via deze stadhouders kon hij alle gewesten besturen vanuit Brussel. • Maar vaak was hij ergens op reis in andere landen van zijn rijk. • Dan had hij een plaatsvervanger: landvoogd. • Karel en de landvoogd hadden edelen als adviseurs. • Die hadden dus invloed op het bestuur.
Filips II • In 1555 werd Filips II heer van de Nederlanden. • 4 jaar later werd hij Koning van Spanje, en ging dus terug naar Spanje. • Zijn halfzus Margaretha van Parma werd de landvoogdes. • Filips had toen nog maar weinig contact met de adel in Nederland.
Filips ging door met de centralisatiepolitiek van zijn vader. • De adel kreeg steeds minder macht. • Hij had liever ambtenaren die hij kon ontslaan. • Edelen werden erg boos op Filips. • Ook burgers waren ontevreden over Filips: • Ze moesten veel belastingen betalen voor zijn oorlogen. • En ze kregen minder te zeggen.
Ook waren veel burgers tegen Filips omdat hij veel calvinisten liet vervolgen. • Hijzelf was streng katholiek en wilde het protestantisme uitroeien. • Zelfs katholieken vonden dat hij wel erg ver ging.
Beeldenstorm • 1566: honderden edelen gingen naar Margaretha van Parma. • Ze vroegen haar de protestanten met rust te laten. • Ze wilden haar waarschuwen. • 1 Franse adviseur zei toen: Bang voor die bedelaars? ( = gueux) • Een spottende naam, maar later noemden de opstandelingen zich geuzen.
Margaretha luisterde wel: • Even geen vervolgingen. • Hierdoor gingen de calvinisten juist weer meer hagenpreken houden.
In 1566 ging 1 predikant tijdens zo’n hagenpreek erg hevig tekeer tegen het vereren van heiligen. • Een groep calvinisten vertrok gelijk naar de dichtstbijzijnde kerk om daar de beelden kapot te slaan. • Dit is het begin van de Beeldenstorm. • In de maanden erna werden honderden kerken en kloosters geplunderd.
De Opstand begint • Filips was woedend toen hij van de Beeldenstorm hoorde. • Hij stuurde de Hertog van Alva met een leger naar de Nederlanden. • Hij moest de daders straffen en de edelen oppakken die niet hadden ingegrepen. • Er kwam een speciale rechtbank hiervoor.
Veel mensen vluchtten naar Duitsland en Frankrijk. • Zo ook Willem van Oranje, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. • In 1568 viel hij met legers Alva aan. • Dat was het begin van de Nederlandse Opstand, ofwel de Tachtigjarige Oorlog. (1568-1648) • De aanval mislukte.
Ommekeer • Een deel van de calvinisten was met boten gevlucht en wilden weer aanvallen. Dit werden de watergeuzen genoemd. • Op 1 april 1572 veroverden ze Den Briel. • Vanaf dat moment kozen meer steden de kant van de geuzen. • Willem van Oranje gaat vanuit Delft de Opstand leiden.
Vanuit het zuiden gaan de Spanjaarden weer aanvallen. • Bv het stadje Naarden werd veroverd, zonder geweld. • De stad gaf zich over, maar de hele bevolking werd vermoord. • Alva gebruikte veel geweld om zo steden over te halen zich over te geven. • Maar het leidde juist tot meer verzet. • Steden als Haarlem en Leiden waren fel tegen Alva. • ( Haarlem werd wel ingepikt)
De Nederlanden raken verdeeld. • Filips II vocht tegen meer landen, zoals Turkije. • De schatkist raakte leeg, en soldaten werden niet meer betaald. • De Spaanse soldaten gingen plunderen. • Vlaanderen en Brabant hadden last van plunderende en moordende soldaten; “Spaanse furie”. • De zuidelijke staten kozen de kant van het vrije Holland en Zeeland. • Maar in 1579 kozen ze toch de kant van Filips.
De opstandige gewesten vormden een eigen “land”: Unie van Utrecht. • Delen van Brabant en Limburg deden mee. • Samen vochten ze tegen Filips.
1580: Filips verklaarde Willem van Oranje vogelvrij en loofde een hoge beloning uit voor degene die hem zou vermoorden. • Zo hoopte hij de Opstand weer tegen te gaan. • In 1581 zei de Unie van Utrecht dat Filips hun koning nier meer was.
Verder zonder vorst. • 1581: weer veel Brabantse en Limburgse gebieden werden weer door Spanje ingepikt. • En in 1584 werd Willem van Oranje vermoord door Balthasar Gerards. • En in 1585 kon Spanje Antwerpen inpikken…. • Hoe nu verder?
Filips moest even de aanval op het noorden stopzetten want hij wilde eerst Engeland aanvallen. • Maar de Spaanse vloot ging in 1588 voor de Engelse kust ten onder. • Dat was de redding van Nederland. • In 1588 besloten de Noordelijke gewesten ook verder te gaan zonder koning. • Ze heetten toen: Republiek der Verenigde Nederlanden.
Dit was geen centraal bestuurde staat. • De hoogste macht – soevereiniteit – lag bij elk gewest zelf. • Samen regelden ze ook wel wat zaken in de Staten-Generaal. • De zoon van Willem van Oranje, Maurits, werd stadhouder. • Dat was nu geen plaatsvervanger van de landvoogd meer, maar de militaire leider van de Republiek.
Er veranderde daarna weinig in de oorlog tegen Spanje. • De zuidelijke gewesten bleven bij Spanje, de Noordelijke gewesten bleven zelfstandig. • Tot 1648: toen werd de vrede getekend: • Vrede van Munster.