450 likes | 603 Views
Spiraal- en S0 stelsels. Classificatie (Hubble). Classificatie criteria: - Hoe prominent is de bulge ? zeer prominent Sa of S0 minder belangrijk Sb of Sc bijna afwezig Sd of Sm Disk (spiral) galaxies : - Meeste kinetische energie in rotatie.
E N D
Classificatie (Hubble) • Classificatie criteria: • - Hoe prominent is de bulge ? • zeer prominent Sa of S0 • minder belangrijk Sb of Sc • bijna afwezig Sd of Sm • Disk (spiral) galaxies : • - Meeste kinetische energie in rotatie
Eigenschappen spiraalstelsels De meeste giant disk galaxies (LB > 6 x 109 Lo) zijn samengestelde (composite ) systemen: - Metaal-arme halo - Bulge (prominent, minder belangrijk, afwezig) bulge heeft grote sterdichtheid (1000 pc-3) en bevat maar weinig gas - Schijf - Spiraalarmen plus eventueel een balk (bar)
S0 stelsels S0 stelsel heeft zeer prominente bulge maar heeft bijna geen schijf: wellicht is al het gas in de schijf inmiddels in sterren omgezet S0 stelsels worden ook wel lenticulars genoemd. M 102
Sa stelsels M 104 LV = 8x108 Lo D = 10 Mpc Grote bulge Bolclusters
Later-type spiraalstelsels NGC 7331 Sb stelsel in Pegasus
M 51 Sc in Can Ven
M 81 (Sb) Bode’s galaxy
M99 (Sc) NGC 4656 (edge-on Sbc) M100 (Sc)
M101 (Pinwheel galaxy) (Sc) H toont stervormingsgebieden
De kleur van een stelsel • Licht van spiraalstelsels wordt gedomineerd door • de helderste sterren. • Voor actieve stervormende stelsels: blauwe hoofd- • reeks sterren • Voor inactieve stelsels: K-reuzen (wegevoluerende sterren)
K-correctie De kleur die wij waarnemen is afhankelijk van de roodverschuiving van het stelsel. νe = (1+z) νo ; λe = λo/ (1+z) m.a.w: wat wij zien was blauwer toen het uitgezonden werd. z=1 z=0
K-correctie Om hiervoor te corrigeren moet je de K-correctie toepassen (vernoemd naar de K-band). Om van band X naar band Y te gaan: mX = MY + DM + KXY, met DM de afstandsmodulus, DM = 5 log10 [ DL/10 pc] en DL = lichtkrachtafstand: DL = √(L/4π S), met S de bolometrische flux en L de bolometrische lichtkracht.
K-correctie Maar om KXY te kunnen uitrekenen moeten we het spectrum van ons sterrenstelsels over alle golflengten kennen. Dit is vaak slecht bekend! λ0 = 24 μ λe = 1μ z=0; midIR λe = 0.1μ z=23 z= 239
Helderheidsverdeling spiraalstelsel waarbij hRde schaal lengte is van het stelsel (1 – 10 kpc); de exponentiele vorm geeft aan dat de helderheids verdeling bepaald wordt door de dichtheidsverdeling van de sterren (zie begrip schaalhoogte).
Bulge to disk ratio • Met behulp van fit • aan bulge en schijf • kan de verhouding • bepaald worden, gebruik makend van eerder vermelde formules die de helderheidsverdeling beschrijven.
Hyperfijn overgang in het H-atoom Totale massa wordt mede bepaald door hoeveelheid neutraal en moleculair waterstof gas: Hen H2 neutraal waterstof gas nemen we waar in het radio-gebied: de hyperfijn over gang van het waterstof atoom. anti-parallel parallel
Hyperfijn overgang in het H-atoom Deze overgang is hoogst verboden. Voor een enkel atoom is overgangswaarschijnlijkheid 2.9x10-15 s-1 (eens in de 10 miljoen jaar…), maar als je er maar genoeg van hebt krijg je toch signaal. λ0 = 21 cm, of ν0 = 1.4204058 GHz. (vd Hulst 1944) anti-parallel parallel
H-schijf veel groter dan optisch NGC 5055
H-schijf veel groter dan optisch NGC 6946
Rotatiecurve spiraalstelsel Melkweg meer massa nodig om rotatie te verklaren
Tully-Fisher relatie Gebruik makend van de vergelijking (snelheid ~ constant) en verwaarlozing van de bulge kun je laten zien dat Gegeven de helderheidsverdeling en aannemend dat M/L en I0 constant zijn, volgt
Spectra van spiraalstelsels Starburst Sc Sb S0
Balkspiralen NGC 7479 (SBb) in Peg M58 (SBc) in Virgo
Spiraalarmen & bars • Oorzaak spiraalpatroon niet duidelijk • Spiraalarmen “volgen” rotatie sterren • Aantal mogelijke verklaringen • 1: Self-propagating star formation • Door supernova worden nieuwe sterren • gemaakt, die weer ontploffen en nieuwe sterren • maken etc. Differentiele rotatie trekt stervormings- • gebied uit elkaar.
jonge sterren differentiele rotatie Stof
Theorie van spiralen • 2: kinematische spiraal: R = Rg + X cos(κt+ φ) - Eccentriciteit van banen vormt een spiraal structuur. Patroon roteert met patroon snelheid Ωp < Ωs
Theorie van spiralen • 3: dichtheids golf theorie Spiraal patroon wordt versterkt door resonantie interactie met passerende sterren en wolken. Versterking vindt plaats als Ω- κ/m < Ωp < Ω + κ/m , de Lindblad resonanties. met κ epicycle frequentie en m de order van de spiraal
Overleven van spiralen • Spiralen kunnen alleen overleven als de random bewegingen van sterren klein zijn. M.a.w. in een kinematisch ‘koude’ schijf. Anders gaat het patroon verloren. • Opzetten van spirals vaak door getijde interactie met nabuur stelsel.
NGC 1300: afstand 75 miljoen lichtjaar (HST) diameter = 15.000 lj
Groepen en interacties NGC 80 groep in Andromeda NGC 4631 (Sc) Herring/Whale NGC 4567 & NGC 4568 Siamese twins in Virgo
AM 0644+741 Ring rond stelsel na interactie 300 miljoen lj
Bulge & Groepen • Oppervlaktehelderheidsverdeling bulge : • (formule van Sersic) • Voor n = 1 exponentiele wet spiraalstelsel • n = 4 de Vaucouleurs wet voor elliptische stelsels • Kern van spiraalstelsel bevat zwart gat • Sommige stelsels vertonen een central starburst • De meeste melkwegstelsels komen in groepen en clusters • voor (doorsnede ~ 1 Mpc). Clusters zijn de dichtste en • rijkste structuren (> 50 heldere stelsels; groepen zijn • lossere associaties.