Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m 107

1. Inkomenles 20Begrippen &opgave 100 t/m 107

2. Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies

3. Begrippen Bruto inkomen Inkomen waar belastingen en premies nog afmoeten

4. Begrippen Netto inkomen Het bedrag aan loon dat aan de werknemer wordt uitbetaald

5. Begrippen Wig Het verschil tussen de totale loonkosten en het nettoloon of

6. Begrippen Wig Werknemerslasten plus werkgeverslasten aanvulling

7. Begrippen Actieven Werkende mensen

8. Begrippen In-actieven Niet-werkende mensen

9. Begrippen Privatiseren Het bedrijfsleven neemt taken over van de overheid

10. Begrippen Collectieve uitgaven Uitgaven van de overheid voor sociale voorzieningen en sociale uitgaven

11. Begrippen Armoedeval Situatie waarin mensen niet uit hun armoede weg kunnen komen

12. Opgave 100: wig = groen Totale loonkosten Werkgeverslasten - Brutoloon Werknemerslasten - Nettoloon

13. Opdracht 100a Wat gebeurt er met de wig wanneer collectieve regelingen worden geprivatiseerd? • minder regelingen • voor die regelingen hoeven minder premies te worden betaald; • dus wig kleiner

14. Opdracht 100b Gevolgen kleinere wig • minder premies dus minder loonkosten • minder aantrekkelijk om zwart te werken (minder premie-voordeel); dus minder zwart werk

15. Opdracht 101a Leg uit: na privatisering ZW financiele prikkel terugdringen ziekteverzuim • veel ziekte in bedrijf kost • meer premie • en die betaalt een bedrijf liever niet • dus bedrijf dringt verzuim terug

16. Opdracht 101b Twee maatregelen tegen ziekteverzuim • goede pauzeregeling • fitnessruimte personeel • personeelsfeesten

17. Opdracht 102a Bedrijven selecteren op ziekterisico betekent: • Bedrijven zullen alleen mensen aannemen met laag ziekteverzuim

18. Opdracht 102b Voorbeelden af te wijzen sollicitanten • hooikoortspatienten • carapatienten • suikerpatienten

19. Opdracht 103 doen we niet

20. Opdracht 104a Moet iemand altijd een baan accepteren • De wet: eerste periode alleen ‘passend werk’ (eigen opleidingsniveau)

21. Opdracht 104b Gevolgen bij werk weigeren als je in de bijstand zit • Uitkering wordt gekort of zelfs stopgezet

22. Opdracht 105a Wat zijn laagproductieve werknemers? • Mensen die weinig geld voor een bedrijf verdienen (en dus een laag salaris hebben)

23. Opdracht 105b Waarom zorgt afschaffen minimumloon voor eerder in dienstnemen laag-productieve werknemers? • Deze werknemers zijn dan goedkoper (dus neem je ze eerder in dienst)

24. Opdracht 105c Als minimumloon afgeschaft wordt, moeten uitkeringen omlaag, want: • anders worden uitkeringen hoger dan salarissen en gaat een aantal mensen niet meer werken

25. Opdracht 106a Banenpool werkt financieel zelfde als afschaffen minimumloon, want • werkgevers krijgen in beide gevallen lagere loonkosten

26. Opdracht 106b Waarom is Banenpool op korte termijn aantrekkelijker dan lager loon voor de werknemer • het bedrag dat je met Banenpool krijgt is dan hoger…

27. Opdracht 106c Waarom is Banenpool op lange termijn minder aantrekkelijk dan lager loon voor de werknemer • werkgever nemen minder snel mensen in vaste dienst

28. Opdracht 107a • sociale zekerheidquote = 17% • BBP = 300 miljard uitgaven sociale zekerheid 17% van 300 miljard = 51 miljard

29. Opdracht 107b formule sociale zekerheidquote • uitgaven soc. zekerheid : bruto binnenlands product x 100

30. Opdracht 107c uitgaven in Euro’s gelijk en toch lagere quote • uitgaven soc. zekerheid : bruto binnenlands product x 100 • als BBP stijgt

31. Opdracht 108d Heeft het beleid voor terugdringen sociale zekerheid in jaren 90 succes gehad? • Ja, de % zijn gedaald

32. Opdracht 108e Is aantal niet werkenden in 1994 tov 1993 gestegen of gedaald? 1993: 83 per 100 1994: 84,25 per 100 stijging

33. Opdracht 108f Toename niet-werkenden: wat gebeurt met wig • meer uitkeringen • dus meer premies te betalen • dus meer loonkosten • = grotere wig

34. HUISWERKZie planner!