90 likes | 221 Views
Taaloefeningen. Zinnen ontleden. zin 1. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. Zinnen ontleden. zin 2. Hij gaat woensdag naar een klein winkeltje. Zinnen ontleden. zin 3. Hij geeft mij het mooie schilderij. werkwoordspelling. zin 4. Ik ________________ al erg lang op de trein.
E N D
Zinnen ontleden zin 1 Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen.
Zinnen ontleden zin 2 Hij gaat woensdag naar een klein winkeltje.
Zinnen ontleden zin 3 Hij geeft mij het mooie schilderij.
werkwoordspelling zin 4 Ik ________________ al erg lang op de trein. tegenwoordige tijd wachten wacht
werkwoordspelling zin 5 Ik ________________ al erg lang op de trein. verleden tijd wachten wachtte
werkwoordspelling zin 6 Ik ________________________________________. voltooid deelwoord wachten heb erg lang op de trein gewacht
werkwoordspelling zin 7 De ________________ tijd haal ik niet meer in. bijvoeglijk naamwoord wachten gewachte