1 / 9

Taaloefeningen

Taaloefeningen. Zinnen ontleden. zin 1. De koningin gaf de kinderen een hand. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw

lark
Download Presentation

Taaloefeningen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Taaloefeningen

  2. Zinnen ontleden zin 1 De koningin gaf de kinderen een hand. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord= tw

  3. Zinnen ontleden zin 2 De bouwers van de flat dronken bier. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord= tw

  4. Zinnen ontleden zin 3 De voorzitter gaf haar een cadeautje in de vergaderzaal. Werkwoord = ww Zelfstandig naamwoord = zn Bijvoeglijk naamwoord = bn Lidwoord = lw Voorzetsel = vz Bijwoord = bw Persoonlijk voornaamwoord = pvnw Bezittelijk voornaamwoord = bvnw Aanwijzend voornaamwoord = avnw Voegwoord = vw Telwoord= tw

  5. werkwoordspelling zin 4 tegenwoordige tijd bedriegen bedriegt De man _________________ iedereen.

  6. werkwoordspelling zin 5 verleden tijd bedriegen bedroog De man _________________ iedereen.

  7. werkwoordspelling zin 6 voltooid deelwoord bedriegen heeft bedrogen De man ___________ iedereen _______________.

  8. werkwoordspelling zin 7 bijvoeglijk naamwoord bedriegen bedrogen De _____________ vrouw was erg boos.

  9. Dit was het weer voor vandaag!!

More Related