100 likes | 298 Views
Formeel en informeel leren in Volwasseneneducatie : wetenschappelijke aanwijzingen. Simon Verhallen Manager Staatsexamens NT2 CVE. Begrippen,
E N D
Formeel en informeelleren in Volwasseneneducatie: wetenschappelijkeaanwijzingen • Simon Verhallen • Manager Staatsexamens NT2 • CVE
Begrippen, • die vaak als contrastief paar worden opgevat, maar eigenlijk vooral moeten worden beschouwd als verschillende, opvolgende stappen in een bepaalde cyclus. • Formeel en informeel leren. • Gestuurde en ongestuurde taalverwerving. • Binnenschools en buitenschools leren. • Theoretisch leren en praktijkleren. • Gecontextualiseerd leren en gedecontextualiseerd leren. • VUT-model: Voorbereiden, Uitvoeren, Terugkijken. • Schoolse ervaringen en schoolse vaardigheden. • Cognitieve belasting en contextualisatie.
Veel kennis en ervaring opgedaan in NT2 sinds 1990. • Buitenschools leren (Ned. en Vlaanderen) • Taalstages op de werkplek (ITTA) • Nederlands op de werkvloer (Arbvo) • Taalstages in de vakopleiding (GIT) • Leren in praktijksituaties (Cinop; TiP) Altijd met steun van buitenschoolse, vrijwillige, leken-ondersteuners: • Ondersteuners op de werkvloer. • Stagebegeleiders. • Vluchtelingenwerk. • Gilde-Samenspraak. • Ouderejaars / Vergevorderde cursist.
Veel onderzoek en wetenschappelijke verantwoording. • Janssen-van Dieten, A.: Dissertatie; 1992 • Verhallen S. e.a. :Taalstages op de werkvloer; 1996 • Emmelot, Y. en S. Verhallen: Buitenschools leren in NT2; 1997. • Zekhnini, A. & M. Stevenson; UvA; Werkmap buitenschools leren: 1997 • Coumou, e.a.: NT2-vrijwilligerswerk onder de loep in Nederland en Vlaanderen; 2004. Nederlandse Taalunie. • Cinop(Liemberg, E. e.a.) TiP; Taalleren in praktijksituaties: 2004. Ook veel lesmaterialen en werkmappen; bij uitgevers zoals Coutinho. Ook veel didactische of werkmodellen.
Rol van begeleiders en vrijwilligers • Altijd de 2e partij; ondersteunend aan de 1e partij (de docent). • Voert regie over bepaalde onderdelen van het leer- en oefenproces. • Zoekt vooral contextualisatie; zorgt dat leerder beelden verzamelt. • Zorgt voor alledaagse sociaal-communicatieve situaties (met inhoud; het gaat ergens over). • Zorgt voor veel taalcontact; zoekt vaak voor zichzelf ene plek op de achtergrond in de praktische leersituaties. • Gericht op het proces, niet primair op de kwaliteit van het product. • Zorgt voor terugkoppeling naar formele / schoolse situaties. • Zorgt voor veel herhaling (kilometers maken; vaak hetzelfde). • Evalueert met de leerder en helpt nieuwe leerpunten te verzamelen. • Is voor dit onderdeel geïnstrueerd en opgeleid.
Model van Witte en Zekhnini (1995, ITTA,UvA). • Naar aanleiding van veel onderzoek in de praktijk (werkvloeren). • Ontwikkelingslijn voor het zelfstandig handelen in praktijksituaties. • Van vermijdingsstrategieën en compensatiestrategieën naar zelfstandige strategieën. • 0-optie: Niets doen; weglopen, het hoofd omdraaien, vermijden. • 1e stap: De ander laten doen en actief observeren; napraten. • 2e stap: Samen doen; ieder een eigen rol; vooraf afspreken wie wat. • 3e stap: Alleen doen; vooraf plannen. • Cursist samen met begeleider / vrijwilliger.
Model van René Appel (1997) • Binnenschools gestuurd; de lessen binnen de school waarin via docent en lesmateriaal het leerproces wordt gestuurd; gericht op taalaspecten en taalvaardigheden die de cursist onder de knie moet krijgen. • Binnenschools ongestuurd; taalverwerving in de les op basis van het natuurlijk taalaanbod en de interactie met andere leerders (dus ook de te lezen boeken en artikelen; het bekijken van video, e.d.). • Buitenschools ongestuurd; taalvaardigheidsontwikkeling op basis van alledaags taalaanbod (lezen van teksten, boeken, kranten, televisie beluisteren, sociale contacten, schrijven van mails, van briefjes, teksten op werk e.d.). • Buitenschools gestuurd; oefenen buiten school, op aanwijzing en naar voorbeelden van docent en lesprogramma; deelnemen aan leer- en oefenactiviteiten; onder begeleiding van vrijwilliger.
Voorbeeld: Ralfi Lezen in buitenschoolse situaties • Methodiek voor zwakke lezers en zeer laaggeletterden. Gericht op ontwikkeling van vloeiend lezen. • Onder leiding van een vrijwilliger. • Eerst voorlezen (met bijwijzen); normaal tempo. • Dan koorlezen; tegelijkertijd samen en hardop. • Duo-lezen (bij 2 cursisten) om en om; de een helpt de ander. • Individueel lezen (eventueel met begeleider ernaast; dan hardop). • Steeds dezelfde tekst. • Kan in kleine groepjes. • Veel gebruikt door ouders van zwakke lezers.
Onderzoek gericht op opbrengsten. • Met name veel onderzoek in de VS; Family Literacy. Ook cursussen voor laaggeletterden. Veel gemende groepen (anderstaligen en moedertaalsprekers). Stephen Reder (Portland University) : LongitudinalStudy of Adult Learning (LSAL): • Onderzoekt 10 jaar lang 2 groepen met in totaal 1000 drop outs (laaggeletterden). Zowel interviews als taaltoetsing en beoordeling. • Onderscheidt 4 condities: 1. zelfstandige activiteiten in eigen woon- en werkomgeving; 2. lessen volgen; 3. combinatie van beide; 4. geen van beide. • De meeste opbrengst biedt conditie 3; combinatie van gestuurde en ongestuurde activiteiten, buitenschools als in cursusprogramma, waarbij er veel leer- en oefenstof is ontleend aan de persoonlijke buitenschoolse situaties.
Formeel en informeel toetsen en beoordelen van voortgang en opbrengsten. • Gestandaardiseerde toetsen kunnen ook in een informele setting worden afgenomen. • Gestandaardiseerde procedures kunnen alle ruimte laten voor individuele, uit eigen context samengesteld leer- en oefenmateriaal. • Vergelijk: werkstukken, portfolio’s, video’s of fotoreportages van presentaties en gesprekken; • Belangrijk zijn: gelijke normering, standaard beoordelingsmodellen; objectief, externe beoordelaars. • Getrainde en dus gecertificeerde beoordelaars (bekwame docenten) kunnen elders als examinator optreden.