1 / 7

- Hoe noem je uitkomsten? Rekenen met breuken Decimalen Afronden van bedragen

- Hoe noem je uitkomsten? Rekenen met breuken Decimalen Afronden van bedragen. Hoe noem je uitkomsten?. Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5 , noemen we de som . Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4 , noemen we het verschil.

elle
Download Presentation

- Hoe noem je uitkomsten? Rekenen met breuken Decimalen Afronden van bedragen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. - Hoe noem je uitkomsten? • Rekenen met breuken • Decimalen • Afronden van bedragen

  2. Hoe noem je uitkomsten? • Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. • Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. • Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. • Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.

  3. Rekenen met breuken • Wat is 1/5 deel van 100 mensen? • 100 mensen : 5 = 20 mensen. • Dus 1/5 deel van 100 = 20 mensen • Wat is 3/5 deel van 100 mensen? • 1/5 deel zijn 20 mensen • Dus 3/5 deel is 1/5 * 3 = 60 mensen

  4. Wat is 1/8 deel van 320 euro? • 320 euro : 8 = 40 euro. • Dus 1/8 deel van 320 euro = 40 euro • Wat is 5/8 deel van 320 euro? • 1/8 deel is 40 euro • Dus 5/8 deel is 1/8 * 5 = 200 euro

  5. Decimalen • 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma.. • 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. • 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.

  6. Afronden van bedragen • De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond • De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. • 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 • 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag12 • 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 • 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 • 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347

  7. Regels economie: • Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. • Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders wordt gevraagd. • Geef altijd aan wat iets is, bijvoorbeeld aantal auto’s, aantal ijsjes, aantal personen. • Bij geld zet je er altijd een €-teken voor.

More Related