1. Zet op een leeg werkveld klaar : Voorgeschreven hoeveelheid vloeistof Steriele spuit

1. 1. Zet op eenleegwerkveldklaar: • Voorgeschrevenhoeveelheidvloeistof • Sterielespuit • Sterieleopzuignaald • Desinfectans • Gaasjes • Vijl • naaldcontainer • 3. Maak de spuitklaar: • Verwijder de verpakking van de spuitVerwijder de verpakking van de naald en de dop van de beschermhuls • Plaats de naald op het aanzetstuk van de spuit • Let op: naald, conus en aanzetstukmoetensterielblijven! • 2. Controleer: • De naam van de client • De naam van de medicatie • De concentratie van de medicatie • De hoeveelheid van de medicatie • Uiteen flacon: • Verwijder de dop • Desinfecteer de rubberendop • Zuigwatlucht op • Verwijder de beschermhuls van de naald en prik door de rubberendop • Spuit de lucht in de flacon • Draai de flacon op • Trek de gewenstehoeveelheidvloeistof op • Houd de spuit rechtop. Tik met je vinger tegen de spuit terwijl je de naald fixeert. Zo verwijder je luchtbellen. We noemen dat ontluchten van de naald. 4. Trek de injectievloeistof op • Uiteenampul: • Verwijder de vloeistof uit de hals door er met een vinger tegenaan te tikken. • Plaats een gaasje met desinfectans tegen de ampul en breek de ampul dan af. • Plaats een opzuignaald op de injectiespuit • Verwijder de beschermhuls van de naald • Breng de naald recht in de ampul • Trek de vloeistof op • Houd de spuit rechtop. Tik met je vinger tegen de spuit terwijl je de naald fixeert. Zo verwijder je luchtbellen. We noemen dat ontluchten van de naald.

2. 5. Afrondenvoorbereiding • Plaats de beschermhulsweer op de naald • Verwijder de opzuignaald • Verwijder de verpakking van de injectienaald en de dop van de beschermhuls • Plaats de conus van de spuit op het aanzetstuk van de naald • Ontlucht de naald door met je vingertegen de spuittetikken • Voernog 1 maal de controlesuit

3. Redeninjectie: Het is de taak van de arts om de medische voorlichting te geven. Maar het is natuurlijk wel logisch om in het kort de reden en de werking van het medicament te benoemen. Als de cliënt dit niet zou weten. Stem het taalgebruik op de cliënt af en vermijd vakjargon. Manierinjectie: De intramusculaire injectie is het meest belastend voor de cliënt. Letterlijk het meest gevoelig. Geef op de cliënt afgestemde voorlichting. Houd rekening met het type injectievloeistof, de injectieplaats en stem het tempo van injecteren af op de cliënt. Geef ook zorgvuldige voorlichting bij de intra- en subcutane injectie en stel de cliënt gerust dat de injectie meestal minder pijnlijk is dan intramusculair. Stappen in de voorlichting Wensencliënt : Als de cliënt veel ervaring heeft met injecteren, dan is het zinvol hiermee rekening te houden. Benut de ervaringsdeskundigheid. Natuurlijk zonder de eigen professionele grenzen te overschrijden. Verbetertips: Vraag niet alleen na afloop naar verbetertips. Doe er ook iets mee. Rapporteer de tips, zodat collega’s ook beter afgestemde zorg kunnen leveren. Maar dan is het wel zaak dat jij je niet bedreigt voelt door tips van de cliënt. Het is geen aantasting van jouw beroepsmatig handelen. Het kan een verrijking zijn om beter op de mens afgestemde zorg te leveren. Dat is alleen maar goed. Ook hiervoor geldt natuurlijk dat er een beroepsmatige grens is.