Feodale stelsel

1. Feodale stelsel

2. Vazalliteit Germaanse aanvoerders hadden een persoonlijke band met hun volgelingen In ruil voor hun trouw en hulp kregen ze geschenken uit de oorlogsbuit (wapens,edelmetaal,grond) en bescherming Er ontstond een verandering in de manier van vechten (infanterie→cavallerie) Wapenrusting en paard zijn kostbaar→ koning gaat volgelingen belonen met grond uit de Kroondomeinen→ ontstaan van elite van grootgrondbezitters

3. Feodale stelsel (leenstelsel) Grond niet in eigendom, maar in leen→ Leenstelsel Karel Martel koppelt vazalliteit aan Feodaliteit Karel de Grote maakt van het Feodale stelsel een bestuurssysteem Leenheer koning Leenman (vazal) Graaf,hertog,bisschop (bestuurt provincie)

4. Verplichtingen Leenman -hulp in de oorlog -raad geven (met raad en daad) -trouw Leenheer -leent land uit -bescherming Leenmannen hebben ook volgelingen die ze op dezelfde manier aan zich binden (achterleenman→ Heer van …=locale heerser)

5. Nadelen van het leenstelsel -lenen worden erfelijk→verzwakking van de macht van de heerser -systeem is te ingewikkeld→grond werd doorgeleend (men kon leenman van meerdere heren zijn en wie moet je dan steunen bij een conflict?) Verschil edelman- ridder -edelman ben je van geboorte, tot ridder wordt je geslagen na een opleiding -edelen zijn rijke grootgrondbezitters, ridders zijn armer en van lagere afkomst

6. Opleiding tot ridder Eerst wordt je page (vanaf 7 jaar) -algemene opleiding (enige beschaving) -algemene militaire training Dan werd je schildknaap (vanaf 14 jaar) -in persoonlijke dienst bij een edelman -je leert het vak Na je opleiding werd je tot ridder geslagen (vanaf 21 jaar) In de late Middeleeuwen wordt het beeld van de ridder geromantiseerd

7. Gedragscode van de ridder -trouw aan je heer -dapper in de strijd -respect voor vrouwen (hoofse liefde) -beschermer van de zwakken -beschermer van de kerk

8. Leenstelsel

10. Opleiding tot ridder

11. Ridderslag

12. Hoofse liefde