200 likes | 653 Views
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten. Samenlevingsrelaties: Symbiose. Relaties Er zijn relaties tussen soorten ( interspecifiek ) en er zijn relaties tussen organismen van dezelfde soort ( intraspecifiek ):. Parasitisme. Symbiose. Commensalisme.
E N D
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten Samenlevingsrelaties: Symbiose
Relaties Er zijn relaties tussen soorten (interspecifiek) en er zijn relaties tussen organismen van dezelfde soort (intraspecifiek): Parasitisme Symbiose Commensalisme Interspecifiek Mutualisme Relaties Concurrentie Intraspecifiek Coöperatie
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Mutualisme Nijlkrokodil • Eet normaal beesten • Staat vogel toe in zijn mond rond te lopen Krokodilvogel • Verwijdert parasieten uit mond krokodil • Verwijdert en eet voedselresten • Eet parasieten (o.a. bloedzuigers)
Mutualisme Heremietkreeft • Krijgt bescherming van anemoon vanwege stekende tentakels Zeeanemoon • Krijgt voedselresten van kreeft
Mutualisme Buffel • Laat de vogel eten Ossenpikker • Eet teken en andere parasieten van de huid • Waarschuwt de buffel voor gevaar
Mutualisme Korstmossen, bestaan uit: 1) Algen • Maken organische stoffen (suikers) m.b.v. fotosynthese 2) Schimmel • Zorgt voor water en mineralen • Komt via alg aan organische stoffen
Mutualisme: mycorrhiza mycorrhiza met larix mycorrhiza met berk holsteelboleet Schimmel Levert voedingsstoffen (mineralen) Boom Maakt m.b.v. voedingsstoffen organische stoffen (suikers) vliegenzwam
Commensalisme Clownvis • Schuilplek tussen zeeanemoon • Heeft slijmlaag tegen netelcellen anemoon Zeeanemoon • Geen voordeel, geen nadeel
Commensalisme • Zuigvis • Reist mee met haai • Haai • - Geen voordeel of nadeel
Plantaardige parasieten Vogellijm of maretak onttrekt water en voedingsstoffen aan de gastheer
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Niveaus van de ecologie 1.Individu (bv. Een olifant) 2.Populatie( kudde olifanten) onderling voortplanten 3.Levensgemeenschap (populatie olifanten met populatie leeuwen) 4.Ecosysteem (levensgemeenschap en a-biotische factoren samen ) 5.Biosfeer (alle ecosystemen aarde samen)
Biotoop = uniform gebied, geschikt voor bepaalde organismen bijv. naaldbos • Habitat= de werkelijke ruimte bijv. de waterkant • Niche (nis)= functionele plaats in een biotoop/ecosysteem bijv. Voedsel, holen graver, roofdier etc. Binnen het habitat bezet elk individu een deel van het gebied: een territorium
Voorbeeld: de rode eekhoorn • Biotoop = gemengde bossen en naaldbossen • Habitat = in en om de bomen • Niche = eten van nootvruchten, verstoppen hiervan (zaadverspreiding), voedsel voor roofvogels en vossen. Concurrent voor wilde zwijnen, muizen…