1 / 20

Ontwikkeling van docenten als voorwaarde voor invoering

Ontwikkeling van docenten als voorwaarde voor invoering. Martin Goedhart Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG) & Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen.

guang
Download Presentation

Ontwikkeling van docenten als voorwaarde voor invoering

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Ontwikkeling van docenten als voorwaarde voor invoering Martin Goedhart Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG) & Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen

  2. “ Educational change depends on what teachers do and think – it’s as simple and as complex as that.”(M. Fullan (2007). The new meaning of educational change. Routledge, New York. 4th edition. p. 129) “ The quality of an educational system cannot exceed the quality of its teachers” (McKinsey & Company (2007). How the world’s best performing school systems come out of top. p.40) “ School reforms rarely succeed without effective leadership, both at the level of the system, and at the level of individual schools” (Ibid.) De centrale rol van de docent en schoolleiding

  3. Kenmerken van de bètavernieuwingGevolgen voor de docent Onderzoek naar professionele ontwikkeling van docenten Twee voorbeelden van professionaliseringStudiestijgersTechnasium Docentenprofessionalisering en bètavernieuwing Inhoud

  4. Typering van de vernieuwing Na, Sk, Bi: • Verschillende accenten in bètavakken • Nadruk op wetenschappelijke geletterdheid (scientific literacy) (Na, Sk) • Contexten (leefwereld, maatschappij, wetenschap) • Aansluiten bij actuele wetenschap • Samenhang tussen vakken

  5. scientific literacy inquiry-based science education context-based science education STS (science, technology and society) NOS (nature of science) Curriculumhervormingen internationaal

  6. Wetenschappelijke geletterdheid (PISA) • Natuurwetenschappelijke kennis en het gebruik daarvan om problemen te herkennen, om nieuwe kennis op te doen, om natuurwetenschappelijke verschijnselen te verklaren, en om gefundeerde conclusies te trekken betreffende onderwerpen met een natuurwetenschappelijke inhoud. • Inzicht in karakteristieke kenmerken van de natuurwetenschappen en hoe deze zijn te herkennen in onderzoek en kennisontwikkeling. • Begrip van de rol die natuurwetenschappen, techniek en technologie spelen bij de vorming van onze materiële, intellectuele en culturele omgeving. • De bereidheid om zich als weldenkend burger te verdiepen in onderwerpen en opvattingen met een natuurwetenschappelijke inhoud. A. de Knecht van Eekelen et al. (2006). Resultaten PISA-2006. CITO, Arnhem. p. 38.

  7. Wetenschappelijke geletterdheid (PISA) • Natuurwetenschappelijke kennis en het gebruik daarvan om problemen te herkennen, om nieuwe kennis op te doen, om natuurwetenschappelijke verschijnselen te verklaren , en om gefundeerde conclusies te trekken betreffende onderwerpen met een natuurwetenschappelijke inhoud. • Inzicht in karakteristieke kenmerken van de natuurwetenschappen en hoe deze zijn te herkennen in onderzoek en kennisontwikkeling. • Begrip van de rol die natuurwetenschappen, techniek en technologie spelen bij de vorming van onze materiële, intellectuele en culturele omgeving. • De bereidheid om zich als in onderwerpen en opvattingen met een natuurwetenschappelijke inhoud. (TOEPASSEN) NATUURWETENSCHAPPELIJKE KENNIS KENNIS OVER NATUURWETENSCHAP (NOS) NATUURWETENSCHAP en SAMENLEVING (STS) WETENSCHAPPELIJKE ATTITUDE

  8. Wat betekent bètavernieuwing voor leraren? • Het schoolvak- vakinhoud, practica, contexten- werkvormen (debat, presentaties)- toetsvormen (rol van contexten)- vaardigheden (argumenteren)- aard van de wetenschap (wetenschappelijk onderzoek)- maatschappelijke aspecten (industrie, samenleving)- ontwikkeling wetenschappelijke attitude • Samenhang • Voortdurende vernieuwing van vakinhoud en contexten Gevolgen voor de docent

  9. Informatie uit evaluaties bètavernieuwing (Na, Sk, Bi): • Nieuwe vakinhoud (vooral Na) • Nieuwe didactiek (vooral Bi) • Overladenheid bij alle vakken • Taakverzwaring bij alle vakken • Noodzaak voor nascholing wordt aangegeven • Draagvlak voor vernieuwing onder pilotdocenten (Kuiper et al.) • Gebrek aan draagvlak onder scheikundedocenten: 40% vindt vernieuwing niet nodig of is tegen (DUO) Wat is er nieuw voor docenten? DUO market research (2010). Rapportage onderzoek Nieuwe Scheikunde. Kuiper et al. (2011). Curriculumevaluatie bètaonderwijs tweede fase. SLO, Enschede.

  10. Wat zegt onderzoek over professionele ontwikkeling docenten? • Traditionele nascholing (gefragmenteerd, kennisoverdracht, eenmalig, passief) werkt niet • Professionele ontwikkeling = verandering van attitudes, beliefs/kennis

  11. Kennis van leraren • Verworven in praktijk, persoonlijk, impliciet • Componenten:- Science subject matter knowledge (SMK)kennis en opvattingen over het vak- Pedagogical knowledge (PK)algemene didactische kennis- Pedagogical content knowledge (PCK)vakdidactische kennis- Knowledge of contextkennis van leerlingen, school, landelijke context Abell, S.K. (2007). Research on science teacher knowledge. In S.K. Abell & N. Lederman (Eds.), Handbook of research on science education (pp. 1105-1149). Mahwah (NJ): Lawrence Erlbaum.

  12. Pedagogical content knowledge (PCK) omvat: • Doelstellingen en algemene methoden • Curriculum • Toetsing • Instructiemethoden • Kennis en opvattingen van leerlingen Magnusson, S., Krajcik, J., & Borko, H. (1999). Nature, sources and development of of pedagogical content knowledge for science teaching. In J. Gess-Newsome & N. G. Lederman (Eds.), Examining pedagogical content knowledge: The construct and its implications for science education (pp. 95-132). Boston: Kluwer.

  13. Guskey, T. R. (2002). Professional development and teacher change. Teachers and Teaching: theory and practice, 8, 381-391.

  14. Interconnected model of professional growth (Clarke & Hollingworth) Clarke, D., & Hollingworth, H. (2002). Elaborating a model of teacher professional growth. Teacher andTeaching Education, 18, 947-967.

  15. Onderzoek Martha Witterholt (zie ook: Coenders, 2010) • Docententeam van een school (4 docenten) werkt aan ontwikkeling en uitvoering lessenserie ‘statistisch onderzoek’ (brugklassen) • Nieuwe leerlingactiviteiten: Excel, open opdracht, groepswerk, presentaties • Reflectie in netwerkbijeenkomsten • Toename competenties • Ontwikkeling beliefs en attitudes • Ontwikkeling eigen aanpak (‘identiteit’) • Ontwikkeling vertrouwen (‘self-efficacy’) Witterholt, M., Goedhart, M.J., Suhre, C.J., & Van Streun, A. (2011). The development of the practical knowledge of a mathematics teacher collaborating in a network. Submitted. Coenders, F. (2010). Teachers’ professional growth during the development and class enactment of context-based chemistry student learning material. PhD thesis UT, Enschede.

  16. Factoren die effectiviteit professionele ontwikkeling positief beïnvloeden (reviewstudie Van Veen et al.): • Onderwerp professionalisering:Vakinhoud, vakdidactiek, leerprocessen • Aard professionalisering- Actief en onderzoekend leren- Samenwerking met collega’s- Tijdsduur- Ingebed in schoolbeleid- ‘Theory of improvement’ • Schoolcondities- leiderschap. cultuur, tijd K. van Veen et al. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren. ICLON, Leiden.

  17. Model Studiestijgers (RUG) • Netwerk van 25 scholen met faculteit W&N • 80 docenten werken aan taken olv coach (ontwerpen, implementeren) • Universiteit biedt:- inhoudelijke en didactische deskundigheid- aansluitingspakket voor leerlingen • Scholen bieden:- brug naar leerlingen en docenten • Punten van aandacht: - continuïteit deelname docenten- betrokkenheid van de school

  18. Model Technasium: • Scholen voldoen aan kwaliteitscriteria (w.o. aantal gecertificeerde docenten) voor het label ‘technasium’ • Certificering docenten O&O: - volgen van scholing (jaarlijkse scholingsconferentie)- produceren modules • Punten van aandacht- capaciteit- betutteling

  19. Conclusies: • Scholing noodzakelijk • Richten op vakinhoud, vakdidactiek, toetsing (SE), samenhang • Toepassen in praktijk • Werk in collegiale netwerken • Regionale centra hebben expertfunctie • Faciliteer en stimuleer door scholen • Bevorder samenhang in scholen

  20. Keuzes in aanpak: • Bottom-up vs top-down • Samenwerking in teams (binnenschools, regionaal) • Beschikbaarheid externe bronnen (modules, experts) • Waarborgen continuïteit professionele ontwikkeling • Faciliteiten (tijd) • Organisatie binnen de school

More Related