190 likes | 497 Views
Proefexamen sociologie. -Feedback-. Vraag 1. Om in de goede gunst bij haar vriendinnen te vallen, verkiest Lieve, net als haar vriendinnen om met haar beperkte weekbudget meer te betalen voor een merk t-shirt dan een gelijkaardig en goedkoper t- shirt aan te schaffen zonder merknaam.
E N D
Proefexamen sociologie -Feedback-
Vraag 1 Om in de goede gunst bij haar vriendinnen te vallen, verkiest Lieve, net als haar vriendinnen om met haar beperkte weekbudget meer te betalen voor een merk t-shirt dan een gelijkaardig en goedkoper t- shirt aan te schaffen zonder merknaam. Welke handelingsvorm past Lieve hier toe mbt haar aankoopgedrag? • A. Peer review • B. Sociaal handelen • C. Traditioneel handelen • D. Geen van bovenstaande
Antwoord 1 B. Sociaal handelen Handelen is sociaal wanneer de actor bij het plannen van zijn/haar handelen rekening houdt met wat anderen gaan en kunnen doen (HB p.25). Meeste verwarring met peer review (een methode om de kwaliteit van het werk te verhogen door het te laten controleren door een aantal gelijken (H1)).
Vraag 2 Karel, een sociologiestudent leeft 3 maanden samen met een zigeunerstam. Hij wil zo een beter beeld krijgen van de man-vrouwverhoudingen bij zigeuners. Over welk soort dataverzameling gaat het hier? • A. Kwantitatief, een participerende observatie met secundaire gegevens. • B. Kwantitatief, via primaire gegevens. Als Karel betekenissen van interactie wil bestuderen, dan heeft het verzamelen van cijfermateriaal immers geen zin. • C. Kwalitatief, via secundaire gegevens. Als Karel betekenissen van interactie wil bestuderen dan zou hij inderdaad beter cijfermateriaal verzamelen. • D. Kwalitatief. Een participerende observatie met primaire gegevens.
Antwoord 2 D. Kwalitatief. Een participerende observatie met primaire gegevens. Kwalitatief: Karel wil betekenissen van interactie (man-vrouw verhoudingen) bestuderen. Primaire gegevens: Karel verzamelt zijn gegevens zelf. Participerende observatie: Karel gaat drie maanden deelnemen aan het sociale leven van die sociale groep (HB p.25).
Vraag 3 Reko en Tia maken beide deel uit van de Tamtanies-samenleving die uit drie groepen bestaan. Zo is Reko sinds hij het daglicht zag lid van de Kamibilla’s, die een zeer lage status genieten en is hij omwille van de sociale achtergrond van zijn ouders verplicht om de ganse dag vuile werkjes op te knappen. Bij de vierjaarlijkse verkiezing van de Chefa, de leider van de Tamtanies, heeft hij net zoals alle leden van de Kamibilla’s geen stemrecht. De andere groepen, die worden afgescheiden van de Kamibilla’s, noemt men de Chefanen, dit zijn religieuzen die nauw contact hebben met de Chefa, en de Simpanen die vooral handenarbeid verrichten en handel drijven. Beide bepalen het beleid en hun lidmaatschap is gebaseerd op toegeschreven status. Nu, enkele jaren terug begon Reko een heimelijke relatie met Tia, een meisje van de Simpanen. In het geheim, want binnen de Tamtanies-samenleving geldt dat leden van de Kamibilla’s niet mogen trouwen met leden van de Simpanen of Chefanen. Welk stratificatiestelsel en patroon van partnerselectie is hier van toepassing? • A. quasi-kaste en endogamie • B. kaste en endogamie • C. kaste en polygynie • D. quasi-kaste en polygynie
Antwoord 3 B. Kaste en endogamie Kaste: er is geen contact of mobiliteit tussen de verschillende nominale groepen (HB. p.245) Endogamie: de partner moet uit de eigen sociale groep komen (HB p.48).
Vraag 4 Charles is sinds een paar dagen leider van de sekte ‘Zonen van Babylon’. Hij volgde zijn vader Louis op, stichter en bezieler van de sekte, die door zijn volgelingen vereerd werd als een god. In Charles zien de gelovigen echter geen god, maar ze volgen zijn bevelen op omdat de regels van de sekte, die vader Louis heeft achtergelaten, hen dat gebieden. Welke vorm van dominantie oefende vader Louis uit, en welke vorm oefent zoon Charles uit? Kies de meest correcte oplossing. • A. Louis had macht, Charles rationeel-legale autoriteit • B. Louis bezat rationeel-legale autoriteit, Charles charismatische autoriteit • C. Louis bezat charismatische autoriteit, Charles macht • D. Louis bezat charismatische autoriteit, Charles rationeel-legale autoriteit
Antwoord 4 D. Louis bezat charismatische autoriteit en Charles rationeel-legale autoriteit Charismatische autoriteit: gebaseerd op intense verering van personen – toegeschreven uitzonderlijke kenmerken. Rationeel-legale autoriteit: geloof in de geldigheid van het recht. De regels gebieden de volgelingen Charles te volgen (HB p.93).
Vraag 5 Pieter is begeleider op het speelplein. Tijdens een rustig moment observeert hij de aanwezige jongens nabij het voetbalveld. Jef die 8 jaar is, ziet hij een perfecte pas geven aan Sam die daarop een mooi doelpunt maakt. Wouter, 5 jaar, staat wat aan de zijkant en schopt de bal constant de lucht in waarop hij met een fenomenale sprong zijn eigen bal probeert te vangen in ware Jean-Marie Pfaff stijl. Wat Pieter het meest opvalt, is dat Steven, die nog 3 jaar moet worden, naast het veld loopt en de bal steeds voor zich uitschopt om er dan achter te lopen en er opnieuw op te trappen. In welk stadium van de ontwikkeling van het Self bevinden deze kinderen zich volgens de theorie van G.H. Mead? • A. Jef in de game stage, Wouter in de play-stage en Steven in de imitatiefase. • B. Jef in de play-stage, Wouter in de game stage en Steven in de imitatiefase. • C. Jef in de imitatiefase, Wouter in de play-stage en Steven in de imitatiefase. • D. Jef in de play-stage, Wouter in de imitatiefase en Steven in de game-stage.
Antwoord 5 A. Jef in de game stage, Wouter in de play-stage en Steven in de imitatiefase. Game stage: eerste schooljaren – het kind speelt meerdere rollen, speelt ook met anderen. Play-stage: tussen 3j en 6j – geïsoleerde rollen, kinderen nemen het gedragspatroon van anderen in het spel over. Imitatie: <3j – enkel anderen imiteren (HB p.131)
Vraag 6 Lily is Amerikaanse. Ze vindt dat ze te veel weegt, en probeert dan ook zichzelf ertoe te bewegen een dieet te volgen. Na enkele maanden is het echter duidelijk dat ze zich niet aan haar zelf opgelegde dieet kan houden. Iets later dient ze een verzoek in bij de private verzekeringsfirma Insurance Check, voor het verkrijgen van een gezondheidsverzekering. De firma weigert haar echter ten gevolge van haar hoge Body Mass Index. Hoe kunnen we deze situatie zien? • A. Het dieet is het gevolg van een objectieve moraliteit, en falen van haar dieet heeft als analytisch gevolg dat ze geen verzekering kan krijgen • B. Het dieet is het gevolg van een subjectieve moraliteit, en falen van haar dieet heeft als analytisch gevolg dat ze geen verzekering kan krijgen • C. Het dieet is het gevolg van een subjectieve moraliteit, en falen van haar dieet heeft als synthetisch gevolg dat ze geen verzekering kan krijgen • D. Het dieet is het gevolg van een objectieve moraliteit, en falen van haar dieet heeft als synthetisch gevolg dat ze geen verzekering kan krijgen
Antwoord 6 C. Het dieet is het gevolg van een subjectieve moraliteit, en falen van haar dieet heeft als synthetisch gevolg dat ze geen verzekering kan krijgen. Subjectieve moraliteit: elk individu drukt het moreel bewustzijn uit op zijn/haar eigen specifieke wijze. Synthetisch gevolg: de sanctie volgt niet uit de handeling zelf maar uit het gegeven dat een handeling een regel overtreedt. (HB p.170-171) Meeste verwarring met analytisch gevolg (de santie is inherent gevolg van de handeling zelf).
Vraag 7 Kelly woont sinds zes maanden alleen. Ze is een jaar afgestudeerd, maar heeft nog steeds geen job gevonden. Door niet meer thuis te wonen, is er niemand meer die zegt wat ze moet doen. Ze heeft het gevoel dat het niet uitmaakt wat ze doet, wanneer ze thuiskomt, wanneer en of ze eet, wanneer ze opstaat. Ondanks haar universitair diploma blijkt zelfs niemand haar expertise nodig te hebben… Als ze aangesproken wordt door een persoon die in een sekte zit en haar een mooie en veilige toekomst biedt in hun organisatie, besluit ze alles op te geven en deze persoon te volgen. Hoe kunnen we haar keuze noemen? Geef de meest precieze term. • A. Ritualisme (Merton) • B. Terugtrekking (Merton) • C. Innovatie (Merton) • D. Anomie (Merton)
Antwoord 7 B. Terugtrekking (Merton) Kelly trekt zich terug in de marge van de samenleving. De maatschappij heeft voor haar geen enkele zin meer. Ze stapt uit de wereld van de dominante waarden. (HB p.178)
Vraag 8 De Raad van Europa werkt aan een campagne voor een opvoeding zonder geweld. De bedoeling is om de ‘pedagogische tik’ in de 47 lidstaten, waaronder België, te verbieden, meldt VRT. In Nederland en de Scandinavische landen is het al verboden om kinderen een ‘klets op de poep’ te geven. De Raad van Europa wil dat uitbreiden. Ouders die hun kinderen een tik geven zullen niet beboet worden. Het is vooral de bedoeling om de mentaliteit te wijzigen. Voor wie zal het volgens de socialisatietheorie van Melvin Kohn waarschijnlijk de grootste aanpassing zijn? • A. Voor het gezin Van Pamel: één kind, moeder tandarts, vader tandartsassistent • B. Voor het gezin Van Mapel: vijf kinderen, moeder huisvrouw, vader bankdirecteur • C. Voor het gezin Keppers: twee kinderen, moeder afwezig, vader arbeider bij Volvo • D. Voor het gezin Koppens: één kind, moeder zelfstandig naaister, vader afwezig
Antwoord 8 C. Voor het gezin Keppers: twee kinderen, moeder afwezig, vader arbeider bij Volvo. Socialisatietheorie (Kohn): arbeiders zijn meer geneigd om fysieke bestraffing te gebruiken om kinderen te laten gehoorzamen omdat zij moeten leren gehoorzaam zijn omdat de ouders verwachten dat hun kinderen in dezelfde arbeidssituatie als henzelf terecht gaan komen waar weinig ruimte is voor initiatief en creativiteit. (HB p.154)
Vraag 9 Religie X was een religie waarvan we op basis van geschreven bronnen weten dat zij polytheïstisch was. Van religie Y is geweten dat zij geen goden kende. Het was een religie waarbij de mensen geloof hechtten aan de invloed van spirituele krachten binnen hun alledaagse leven. Net als religie X was ook religie Z polytheïstisch, dit is echter niet geweten op basis van geschreven bronnen. Binnen religie Z werd bovendien beweerd dat de priesters hun macht rechtstreeks van de goden gekregen hadden, daar waar binnen religie X de priesters een bemiddelende rol vervulden tussen het alledaagse en het goddelijke. Binnen welk religieus systeem kunnen we de religies X, Y en Z onderbrengen? • A. X voormoderne religie, Y primitieve religie, Z archaïsche religie • B. X archaïsche religie, Y primitieve religie, Z historische religie • C. X historische religie, Y voormoderne religie, Z archaïsche religie • D. Geen van de andere antwoorden
Antwoord 9 D. Geen van de andere antwoorden. X: historische religie (priesters met bemiddelende rol; scheiding tussen het alledaagse en het bovennatuurlijke; geschreven bronnen) Y: primitieve religie (animisme, spirituele wezens die de wereld doordringen, er is geen scheiding tussen het wereldlijke en het bovennatuurlijke). Z: Archaïsche religie (priesters krijgen hun macht rechtstreeks van de goden; scheiding tussen het alledaagse en het bovennatuurlijke) (HB p.273) Vaak verwarring met antwoord C – oplossen via eliminatie deze vraag oplossen!