340 likes | 458 Views
Ontheffing: Juridische & Procedurele aspecten. Ontheffing. Vragen: Wat ? Waarom ? Waarvoor ? Wanneer ? Hoe ? Inhoud & Geldingsduur ?. Ontheffing. Van Daele “ vrijstelling hebben, krijgen van de verplichting zich aan een in principe algemeen-geldend (ge- of) verbod te houden”
E N D
Ontheffing Vragen: • Wat ? • Waarom ? • Waarvoor ? • Wanneer ? • Hoe ? • Inhoud & Geldingsduur ?
Ontheffing • Van Daele “vrijstelling hebben, krijgen van de verplichting zich aan een in principe algemeen-geldend (ge- of) verbod te houden” • Mer = beoordelings- & rapportage-”gebod” • Gericht op betere onderbouwde besluitvorming • Gericht op informatieverstrekking
Vrijstelling Politieke keuze Gebeurt door politieke overheid Ontheffing Gebaseerd op technisch-methodologische gronden Verleend door de administratie Beschouwd als uitzonderingsmogelijkheid DABM ≠
Juridisch relevante bepalingen • Europese richtlijn inzake planmilieueffectrapportage 2001/42/EG • Europese richtlijn inzake projectmilieueffectrapportage 85/337/EG (wijzigingen 97/11/EG en 2003/35/EG) • Decreet inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 (BS 13 februari 2003) “MER/VR-decreet” • Besluit van 10 december 2004 (BS 17 februari 2005)
EU project-Mer-Richtlijn Legt beoordelings- en rapportageplicht op: • Art. 2.1: • Vergunningsplichtige projecten • Potentieel aanzienlijke milieu-effecten, wegens • Onder meer hun aard, omvang of ligging • Art. 4 • MER-plicht (bijlage I) • MER-beoordelingsplicht (bijlage II)
Toepassingsgebied project-m.e.r. • Decreet van 18 december 2002 • Hfst. III, Afdeling I • Besluit van 10 december 2004
Toepassingsgebied project-m.e.r. • Decreet Hfst. III, Afdeling I: • Selectiecriteria van bijlage II • Steeds MER (ook bij hervergunning) (art.4.3.2§1) • Al dan niet een MER (ook bij hervergunning) (art.4.3.2§2) • Veranderingen bestaande projecten (art.4.3.2§3)
Project-m.e.r. plichtig Toepassingsgebied project-m.e.r. • Besluit van 10 december 2004 • Bijlage I • Bijlage II MAAR: enkel voor projecten van bijlage II kan ontheffing aangevraagd worden (art. 4.3.3.§3)
Ontheffing • Ontheffing is een mechanisme om (een deel van) het toepassingsgebied van de algemene milieueffect-rapportageplicht op een meer flexibele wijze te kunnen invullen in aanvulling op (“correctie van”) de (principiële) beoordelingstaak van de administratie (DABM) • Het is een m.e.r.-modaliteit die niet in de EU-M.e.r.-richtlijn is voorzien maar daarom niet verboden is (WWF-arrest-HvJ 1999)
3 gevallen art.4.3.3§3 Toepassingsgebied project-m.e.r. • Wanneer kan administraties ontheffing verlenen? • Decreet Hfst. III, Afdeling I:
Ontheffing project-MER 1ste ontheffingsmogelijkheid: Indien al eerder een plan-MER werd goedgekeurd betreffende een plan of programma waarin het project past en een nieuw project-MER rederlijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten.
Ontheffing project-MER 2e ontheffingsmogelijkheid: Indien eerder een project-MER werd goedgekeurd betreffende een project waarvan het voorgenomen initiatief een herhaling, voortzetting of alternatief is, en een nieuw project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten.
Ontheffing project-MER 3e ontheffingsmogelijkheid: Indien een toetsing aan de criteria van bijlage II DABM uitwijst dat het voorgenomen project geen aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu en een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevensover aanzienlijke milieueffecten kan bevatten.
Ontheffing project-MER Uitvoering DABM in besluit 10 december 2004: • DABM geeft de administratie een beoordelingstaak (art. 4.3.2, § 2, § 3) • Project-m.e.r-besluit reduceert die beoordelingstaak tot de beoordeling van een eventueel ontheffingsverzoek (art. 2, § 1).
Ontheffing project-MER Benadering biedt meer rechtszekerheid, Maar impliceert ook : 1° een grotere “a priori strengheid”, immers: opname op bijlage II betekent ook MER-plicht, dus is het uitgangspunt dat dergelijk project aanzienlijke milieueffecten veroorzaakt tenzij bewijs van het tegendeel via het ontheffingsverzoek, evenals…
Ontheffing project-MER 2° een grotere strengheid bij het uitvoeren van het “ontheffingsonderzoek”, immers dient de milieutoetsing van het voorgenomen project te gebeuren in concreto en aan de hand van alle relevante criteria ter weerlegging van de a priori veronderstelde aanzienlijke milieu-effecten. “Lotto zero” case HvJ 10 juni 2004”
Ontheffing • DABM: bijlage I en II • Bevatten de “screeningscriteria” uit de EU-MER-richtlijnen MAAR…
Ontheffing • Verdere verfijning is noodzakelijk (en vereist cf DABM: “selectiecriteria”) en deze criteria zouden in een omzendbrief/dienstorder worden opgenomen (DABM stelt een besluit VR voorop) • Deze selectiecriteria zijn onderdeel van het “toetsingskader” voor de beoordelingvan het ontheffingsverzoek, cf. Besluit 10/12/04: “basis”
Toepassingsgebied plan-m.e.r. • Decreet Hfst. II, Afdeling I: • Art. 4.2.3. § 2 • Is nog niet afgebakend, echter directe werking Plan-m.e.r.-richtlijn • indirect via onmogelijkheid van ontheffing en mogelijkheid van integraal spoor
3 gevallen art.4.2.3§2 Toepassingsgebied plan-m.e.r. • Wanneer kan administraties ontheffing verlenen? • Decreet Hfst. II, Afdeling I:
Ontheffing plan-MER 1ste ontheffingsmogelijkheid: Een toetsing aan de criteria van bijlage I DABM uitwijst dat het voorgenomen plan of programma geen aanzienijke gevolgen kan hebben voor het milieu omdat het plan of programma het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau bepaalt of omdat het kleine wijzigingen aan een plan of programma betreft
Ontheffing plan-MER 2e ontheffingsmogelijkheid: Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor reeds eerder een plan-MER werd goedgekeurd, en een nieuw plan-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens betreffende aanzienlijke milieueffecten kan bevatten
Ontheffing plan-MER 3e ontheffingsmogelijkheid: Een toetsing aan de criteria van bijlage I DABM uitwijst dat het voorgenomen plan of programma geen aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu en het geen plan of programma betreft als bedoeld in art. 3§2 van de plan-Mer-RL
Ontheffing plan-MER Ontheffingsmogelijkheid toepasbaar? • O.i. niet bij gebrek aan afgebakend toepassingsgebied van plannen/programma’s • ? RUP voor MER plichtige/MERbeoordelingsplichtige project(en)
Ontheffing project-m.e.r. • Wordt aangevraagd d.m.v. een gemotiveerd verzoek • Verzoek moet volgens DABM bevatten: 1° een beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen project met inbegrip van de ruimtelijke situeringervan; de ruimtelijke situering bevat minstens een uittreksel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de vigerendeplannen van aanleg en van de topografische kaarten van de omgeving;
Ontheffing • Verzoek moet volgens DABM bevatten: 2° in voorkomend geval de gegevens die de administratie nodig heeft voorhet aanvangen van de grensoverschrijdendeinformatie-uitwisseling; 3° de verantwoording voor het verzoek en alle relevante gegevens ter staving ervan.
Procedurele basiselementen • DABM ‘MER/VR-decreet’ • Ontheffing komt voor de kennisgeving • Behandelingsduur: 60 dagen • Bekendmaking beslissing: uiterlijk 70 dagen na ontvangst v/h ontheffingsverzoek • Ontheffing wordt verleend voor beperkte duur
Procedurele basiselementen • Mogelijkheid verzoek tot heroverweging door initiatiefnemer • DABM art. 4.6.4 • adviescommissie wordt samengesteld • Beslissing: 70 dagen na ontvangst verzoek • Betekening: 80 dagen na ontvangst verzoek
Procedurele basiselementen • De definitieve beslissing wordt gevoegd bij de vergunningsaanvraag • Definitieve beslissing wordt voor de vergunningsbeslissing verstuurd naar: • Commissie van de Europese Gemeenschap • Bij grensoverschrijdend: de bevoegde autoriteiten
Plan-Mer-RL art.3 • §2. Onverminderd lid 3, wordt een milieubeoordeling gemaakt van alle plannen en programma's • a) die voorbereid worden met betrekking tot landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik en die het kader vormen voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor de in bijlagen I en II bij Richtlijn 85/337/EEG genoemde projecten, of • b) waarvoor, gelet op het mogelijk effect op gebieden, een beoordeling vereist is uit hoofde van de artikelen 6 of 7 van Richtlijn 92/43/EEG.