40 likes | 156 Views
= speler. 2. Vangt en loopt. 1. -. 0. = bal. = stuit. (stuit). 3. Gooit op voor zichzelf en smasht. 1. Serveer vanaf 3-meter lijn. = speler. 2. Vangt en gooit. 1. -. 0. = bal. = stuit. (stuit). 3. Vangt en gooit. 4. smasht. 1. Serveer vanaf 3-meter lijn.
E N D
= speler 2. Vangt en loopt 1 - 0 = bal = stuit (stuit) 3. Gooit op voor zichzelf en smasht 1. Serveer vanaf 3-meter lijn
= speler 2. Vangt en gooit 1 - 0 = bal = stuit (stuit) 3. Vangt en gooit 4. smasht 1. Serveer vanaf 3-meter lijn
2. Vangt (zonder stuit) en gooit = speler 1 - 0 = bal = stuit 3. Speelt de bal, onder- of bovenhands 4. smasht 1. Serveer vanaf achterlijn
2. Speelt de bal in één keer onder- of bovenhands = speler 1 - 0 = bal = stuit 3. Vangt de bal en gooit op 4. smasht 1. Serveer vanaf achter lijn