260 likes | 410 Views
Kinderen en jongeren rouwen ook. Door: Petra Penning Orthopedagoog/GZ-psycholoog/Trainer/Docent Praktijk ‘Kind en Afscheid’ te Badhoevedorp petrapenning@ziggo.nl Verbonden aan: RINO-Noord Holland te Amsterdam Deugdenproject Nederland. Een paar cijfers. Per jaar:
E N D
Kinderen en jongeren rouwen ook Door: Petra Penning Orthopedagoog/GZ-psycholoog/Trainer/Docent Praktijk ‘Kind en Afscheid’ te Badhoevedorp petrapenning@ziggo.nl Verbonden aan: RINO-Noord Holland te Amsterdam Deugdenproject Nederland
Een paar cijfers Per jaar: • Verliezen 5000 kinderen een ouder • 2000 kinderen een broertje of zusje • 2250 kinderen overlijden • Bij het verlaten van de basisschool is ¾ van de kinderen al geconfronteerd geweest met de dood • Dood is eenontwrichtendegebeurtenisvoor het helegezin
Stichting Achter de Regenboog • Opgericht in 1993 • KaraLeelaOderkerki.s.m. eenaantalnetwerkleden • Taken nu: • Informatieve website • Informatie en advieslijn • Lotgenotencontact • Doorverwijzingen
Problemen uiten zich: • Somatisch: buik- en hoofdpijn , duizelig, eet- of slaapproblemen, misselijkheid • Emotioneel: angsten, boosheid, verdriet, schuld, stress, verward, kwetsbaar • Gedragsmatig: agressief, teruggetrokken, telief, claimend, zorgenvoorgezinsleden • Cognitief: ongeconcentreerd, slechtereprestaties
Vier Rouwtakenvan J.W. Worden • Realiseren dat het echt gebeurd is • Ervaren van de pijn van het verlies • Het aanpassen aan een leven en omgeving waarin de overledene ontbreekt • De overledene een nieuwe emotionele plek geven en de draad van het leven weer oppakken 0. Het leren leven met verliezen (Uit ‘Het leven duurt een leven lang”)
Kinderen gaan anders met problemen om Door de cognitieve en emotionele ontwikkeling verandert de beleving 2. Ze uiten gedachten en gevoelens in gedrag en spel en meestal niet met een ‘goed gesprek’ 3. Kinderen voelen pijn ‘in stukjes’. 4. Kinderenzijnafhankelijk van volwassenen
Reacties zijn geen proces • Manieren van reageren op/ coping met een zeer ingrijpende situatie • De reacties kunnen voorkomen; hoeft niet per se • Zijn geen fasen die je in bepaalde volgorde doorloopt
0-2 jaar: Begrip • ‘Weten’ niet dat iemand dood is maar registreren wel alle gevoelens zoals onrust en angst, zijn zeer sensitief • Registreren gescheiden te zijn van ouder(s)
0-2 jaar: Reacties • Vastklampen • Meer huilen • Zoekendgedrag • Regressie • Woedeaanvallen • Geagiteerd en nukkigreageren
0-2 jaar: Behoeften • Regelmaat in dagelijkse zorg en rituelen • Bij voorkeur een vaste verzorger (voor de veiligheid) • Veel fysiek contact • Observatie spel en daarop inspelen • Uitleg in simpele woorden m.b.v. handpoppen • Maken van herinneirngen omdat het ontbreken van levende herinneringen later problemen kan geven
2-5 jaar: Begrip • Zien de dood nog als iets tijdelijks • Denkt magisch; alles leeft, sprookjes • Egocentrisch; allesheeftbetrekking op zichzelf
2-5 jaar: Reacties • Regressie (bedplassen, duimen, babytaaltje brabbelen) • Angst voor donker, monsters vreemden, scheiding van de ouder etc. • Nachtmerries • Stotteren • Hyperactiviteit en apathie
2-5 jaar: Behoeften • Wees helder en duidelijk over de dood, gebruik de daarvoorbestemdebegrippen • Gebruikprentenboekjes bij de uitleg over de dood, gebruik ook knuffels en poppen • Praat over gevoelenszoalsschuld • Zorgdatzedagelijksgoedbewegen en zich fysiekkunnenuiten
6-12 jaar: Begrip • Begrijpen steeds meer dat de dood niet tijdelijk is • Zijngeïnteresseerd in wat de doodprecies is, de concrete details • Door de cognitievegroeirealiserenzijzich steeds meerdatzijniet het middelpunt van het levenzijn
6-12 jaar: Reacties • Verdrietig, bezorgd, schuldig, jaloers, angsten, moeite met concentreren, • Gevoel van hulpeloosheid is vaak verstopt in dwangmatig zorgen voor anderen of bazig/controlerend reageren • Neiging om gevoelens te verbergen omdat die ‘kinderachtig’ zouden kunnen zijn • Psycho-somatische klachten zoals hoofd-en buikpijn, • Ontwikkelen van een schoolfobie • Teruggetrokken of juist prikkelbaar gedrag • Moeite met veranderingen
6-12 jaar: Behoeften • Gebruik boeken bij de uitleg over de dood • Praat over leven en dood in het dagelijkse leven (seizoenen) • Praat over de schuldgevoelens! • Stel ze gerust over de dagelijkse gang van zaken • Neem tijd en luister • Durf alles te benoemen en sta open voor de vragen
13-18 jaar: Begrip • Zijn in staat om abstract te denken over leven en dood • Kunnen zich inleven zonder het meegemaakt te hebben • Ontwikkeling in begrip van de kwetsbaarheid van mensen • Hebben de neiging angst te ontkennen om discussie te vermijden
13-18 jaar: Reacties • Willen onafhankelijk zijn van de volwassenen, gericht op leeftijdgenoten (proces van losmaking onder druk) • Boos en rebels, bang, depressieve symptomen, teruggetrokken, apatisch • Bekritiseren het handelen van de volwassenen in het omgaan met het verlies • Houden hun gevoelens vaak voor zich • Willen niet ‘anders’ zijn
13-18 jaar: Behoeften • Aanmoedigingomvriendschappen en activiteitenteblijvenonderhouden • Zeparkerenvaak het verlies, stelzegerustdaarin • Praat over (rol)veranderingen in het gezin • Stelredelijkegrenzen • Geefzenietveel extra verantwoordelijkheden • Laatzezowel in woord als gebaarmerkendat je omzegeeft
3 Vragen van kinderen en jongeren • 1. Is het mijn schuld? Kan ik er iets aan doen? • 2. Is het besmettelijk? Ga ik er ook aan dood? • 3. Wie gaat er nu voor mij zorgen?
Aandachtspunten bij begeleiding gezin I • Elk gezin heeft eigen gezinsstructuur en –cultuur • Verlies door dood geeft verandering van rollen • Kinderen nemen rollen over • Kinderen zijn deskundig
Aandachtspunten bij begeleiding gezin II • Veiligheid, betrokkenheid en eerlijke communicatie • Regelmaat en structuur • Oog hebben voor alle sociale groepen • Kinderen drukken zich anders uit
Aandachtspunten bij begeleiding gezin III • Belang van herinneringen en rituelen • Alert zijn en blijven op klachten • Oog hebben voor de onderlinge verschillen tussen kinderen • Dood geeft veel reacties
Mogelijke werkvormen • Werken met gevoelens • Spelen met materialen waarmee kinderen zich extra kunnen uiten • Bezig zijn met de dagelijkse activiteiten • Aandacht hebben • Mindfulness en yoga oefeningen
Mogelijke werkvormen (vervolg) • Spel Álle Sterren van de hemel’ , Niet hier, wel dichtbij of Sterrenregen spelen • Zorgenboom maken • Voorlezen • Dromenvangers maken