390 likes | 644 Views
Ritmestoornissen: TACHYARITMIEEN SNEL. Ritmestoornissen: BRADYARITMIEEN (TRAAG). Sinusknoop dysfunctie (sick sinus syndrome) Geleidings stoornissen (hart blok). Ritmestoornissen. behandeling richten op corrigeren onderliggende oorzaak en therapie voor de ritmestoornis zelf
E N D
Ritmestoornissen: BRADYARITMIEEN (TRAAG) • Sinusknoop dysfunctie (sick sinus syndrome) • Geleidings stoornissen (hart blok)
Ritmestoornissen • behandeling richten op corrigeren onderliggende oorzaak • en therapie voor de ritmestoornis zelf • • wel of niet “iets aan doen” is afhankelijk van: • fysiologische consequenties van de ritmestoornis (wordt • bepaald door snelheid HF, duur van de stoornis en de cardiale • conditie van de patiënt) = hoe wordt de ritmestoornis verdragen • * cardiale voorgeschiedenis
Differentiatie VT versus SVT • In acute fase vaak moeilijk en onbetrouwbaar op monitor • 12 kanaals ECG • Oud ECG ter vergelijk • AV dissociatie zichtbaar: VT • Fusion beats zichtbaar: VT • Geen R-top over alle pre-cordiale afleidingen(V1-V6): VT
Ritmestoornissen • Supraventriculaire ritmestoornissen (Atriumfibrillatie en Atriumflutter) komen vaak postoperatief voor na cardiale en thoraxchirurgie (25-40% post CABG, 62% CABG+klep ok) • Geassocieerd met langer IC verblijf, heropname op de IC, re-intubaties, hartfalen, post-op CVA, toename kosten. • Studie 2004 bii CABG patienten heeft aangetoond dat AF post CABG een groep patienten identificeert die een verminderde survival probability hebben. • Prophylactische therapie ? (amiodarone, sotalol, bi-atriale pacing)
SVT’s treden ook op na andere chirurgische procedures en bij niet-chirurgische IC patienten. • Recente studie heeft aangetoond dat nieuw ontstane supraventriculaire ritmestoornissen vaak voorkomen op een algemene IC en dat ze een marker zijn voor hoge in-hospital en 1 jaars mortaliteit.
Ritmestoornissen Wat doe je? • Is de patient haemodynamisch instabiel tgv de ritmestoornis? electrische cardioversie of medicatie • Gaat het om een supraventriculaire of een ventriculaire ritmestoornis?QRS breedte 12 afleidingen ECG! • Verdere diagnostische opties: carotis massage, adenosine • Correctie electrolyten • Aan de hand van diagnose verder beleid.
Atriumflutter: chemische cardioversie (Sotalol), electrische cardioversie, overpacing met atriale leads, regulering ventrikel respons (digoxine) • Atriumbrillatie: • 1. Rythym control > chemische cardioversie (amiodarone,sotalol, beta-blokker) of electrische cardioversie 2. Rate control (amiodarone, digoxine, betablokker, verapamil) • VT : electrische cardioversie, amiodarone, lidocaine (ablatie/ICD) • VF: defibrillatie
hartfrequentie contractiliteit preload afterload Cardiac output = hartfreq x slagvolume
TERMINOLOGIE • INOTROPIE: contractiekracht hartspier; inotropica bv dobutamine verbeteren contractiekracht en slagvolume • VASOPRESSOREN: toename systemische vaatweerstand en bloeddruk • CHRONOTROPIE: toename hartfrequentie • LUSOTROPIE: verbetering hartfunktie door toename diastolische relaxatie waardoor meer ventriculaire vulling en coronaire perfusie
Catecholaminen Thijs et al. Acute Geneeskunde, 6e druk.