1 / 65

College Historische Fonologie 1

College Historische Fonologie 1. Overzicht. Diachrone vs. synchrone klankleer Nederlands als Germaanse taal Indogermaans Oudgermaanse vocalen Germaanse klankverschuiving De wet van Verner Hoogduitse klankverschuiving Oudnederlandse vocalen Oudgermaanse consonanten

landen
Download Presentation

College Historische Fonologie 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. College Historische Fonologie 1

  2. Overzicht • Diachrone vs. synchrone klankleer • Nederlands als Germaanse taal • Indogermaans • Oudgermaanse vocalen • Germaanse klankverschuiving • De wet van Verner • Hoogduitse klankverschuiving • Oudnederlandse vocalen • Oudgermaanse consonanten • Oudnederlandse consonanten

  3. Diachrone taalkunde vs. Synchrone taalkunde • 19e eeuw: vooral diachrone taalkunde • opstellen van klankwetten • voorbeeld MNed. Rijmpaar: lief - schrijf • Voorloper synchrone taalkunde: Baudouin de Courtenay (1845-1929) • introduceerde foneem (fonologische oppositie) • tak - dak

  4. Diachrone taalkunde vs. Synchrone taalkunde • Ferdinand de Saussure (1916): Cours de Linguistic Générale introduceerde verschil langue - parole systeem - gebruik (fonologie) (fonetiek)

  5. Diachrone taalkunde vs. Synchrone taalkunde • Ferdinand de Saussure (1916): Cours de Linguistic Générale onderscheid maakte synchrone fonologie als studie mogelijk te onderscheiden van diachrone fonologie, waarin de historische ontwikkeling van het klanksysteem wordt bestudeerd

  6. Nederlands Het Nederlands is een Germaanse taal Gaat terug op het Germaans (zelf uit Indogermaans) geen documenten wel plaats- en eigennamen (bij klassieke schrijvers) runeninscripties (van latere tijd) Het Germaans was toen al uiteengevallen in een aantal dialecten Ek Hlewagastiz Holtijaz Horna Tawido – ‘ik, Hlewagast, zoon van Holt, heb de hoorn gemaakt’ (ca. 400 na Chr.)

  7. Runen

  8. Runen

  9. Runen

  10. Indogermaans Indogermaans Satem (100) Centum (100) Indisch Hettitisch Iraans Tochaars Armeens Grieks Slavisch Italisch Albanees Germaans Baltisch palatale/velaire klanken → spiranten palatale klanken samengevallen met velaire

  11. Indogermaans Indogermaans Satem (100) Centum (100) Indisch (Hindi, Bengaals) Hettitisch Iraans Tochaars Armeens Grieks Slavisch Italisch Albanees Germaans Baltisch (Letland, Litouwen) palatale/velaire klanken → spiranten palatale klanken samengevallen met velaire

  12. Germaans Nederlands Duits Engels Zweeds vgl. Frans arm Arm arm arm bras hoofd Haupt head huvud tête ster Stern star stjärna étoile eten essen eat äta manger

  13. Germaans vs Romaans Nederlands Duits vgl. Latijn Frans Italiaans vader Vater pater père padre broer Bruder frater frère fratello drie drei tres trois tre toch verwantschap verschillen zijn te verklaren als produkten van klankveranderingen die met grote regelmaat in verschillende talen hebben gewerkt

  14. Andere oorsprong Finno-Oegrische talen: Fins, Hongaars Baskisch: in Pyreneeën Semitische talen: Hebreeuws, Aramees, Arabisch Altaïsche talen: Turks, Mongools Sino-Tibetaanse talen: in China, Tibet Maleise & Polynesische talen: in Indonesië, Filippijnen, Hawaï Koreaans & Japans Australische talen Indianentalen Eskimotalen

  15. Germaans Germaans Noord/West Oost Noord West *Gotisch *Burgundisch Noors Engels *Lombardisch Deens Fries *Wandalisch Zweeds Duits *Rugisch IJslands Nederlands Faroers Afrikaans *Norn

  16. De vocalen van het IPA front central back       close    close-mid            open-mid       open

  17. De vocalen van het Nederlands front central back close () () ()     close-mid   () ()  () open-mid   open

  18. Oudgermaans Vocalen Front Central Back :   Close  Close-mid    Open-mid  Open Zelforganisatie? Oudnederlands

  19. Oudgermaanse Vocalen Opmerkelijk: het ontbreken van // Verklaring: indogermaanse // → Germaanse // Latijn octo → Nederlandsacht hostis gast longus lang Het Latijn (geen Germaanse taal) heeft de verandering // → // niet ondergaan

  20. Oudgermaanse Vocalen Eveneens opmerkelijk: het ontbreken van /:/ Verklaring: indogermaanse /:/ → Germaanse /o:/ Latijn mater → Nederlandsmoeder (oorspr. moder) frater broeder Het Latijn (geen Germaanse taal) heeft de verandering /a:/ → /o:/ niet ondergaan vraag: Hoe passen we dat in in de moderne gemarkeerdheidstheorieën?

  21. Oudgermaanse Vocalen Eveneens opmerkelijk: het ontbreken van /:/ Verklaring: indogermaanse /:/ → Germaanse /o:/ Latijn mater → Nederlandsmoeder (oorspr. moder) frater → broeder Het Latijn (geen Germaanse taal) heeft de verandering /a:/ → /o:/ niet ondergaan waarom niet pater → vo(e)der (maar: vader)? antw.: oorspr. korte vocaal // (itt onze Hollandse uitspraak met /a:/)

  22. De diftongen van het Oudgermaans front central back close   close-mid  open-mid  open Oudnederlands

  23. Germaanse Klankverschuiving Eerste Germaanse Klankverschuiving (Wet van (Jakob) Grimm): Stemloze plofklanken worden gespirantiseerd (behalve na /s/) [-son; -cont; -vce; -sp.gl.] → [+cont] (behalve na /s/) stare (L)→ staan (N) I /p/ → // pater (Lat.) → father(Eng.) vader (Ned.) /t/ → // tres → three drie(Ned) /k/ → // cor →heart /k/ → // quod (Lat.) → what (Eng.)

  24. Germaanse Klankverschuiving Eerste Germaanse Klankverschuiving (Wet van (Jakob) Grimm): Stemhebbende plofklanken worden stemloos [-son; -cont; +vce; -sp.gl.] → [-vce] II /b/ → /p/ labium (Lat.) → lip(Ned.) /d/ → /t/ decem (Lat.) → tien(Ned.) // → /k/ ager (Lat.) → akker(Ned.)

  25. Germaanse Klankverschuiving Eerste Germaanse Klankverschuiving (Wet van (Jakob) Grimm): Geaspireerde stemhebbende plofklanken worden continuant [-son; -cont; +vce; +sp.gl.] → [+cont; -sp.gl.] III /b/ → // later: → /b/ /d/ → // → /d/ // → // → //

  26. De Wet van Verner Karl Verner (1875): complicatie bij Eerste Germaanse Klankverschuiving Wanneer stress volgt op plofklank in Oudgrieks en Sanskriet (met indogermaans stresspatroon) veranderen indogermaanse /p, t, k/ niet in stemloze varianten (regel I) maar in stemhebbende /, , /, later weer herleid tot /b, d, g/ Grimm: [-son; -cont; -vce; -sp.gl.] → [+cont] (behalve na /s/) daarna: Verner: [-son; +cont; -vce; -sp.gl.] → [+vce] / X __ Y [+stress]

  27. De Wet van Verner Grimm: [-son; -cont; -vce; -sp.gl.] → [+cont] (behalve na /s/) daarna: Verner: [-son; +cont; -vce; -sp.gl.] → [+vce] / X __ Y [+stress] Sanskriet Oudengels Infinitief vártate weorþan Preteritum sg vavárta wearþ Preteritum pl vavrtimá wurdon Volt. Deelw. vavrtaná worden

  28. De Wet van Verner Grimm: [-son; -cont; -vce; -sp.gl.] → [+cont] (behalve na /s/) daarna: Verner: [-son; +cont; -vce; -sp.gl.] → [+vce] / X __ Y [+stress] Sanskriet Latijn Germaans bhrátar frater broþar matár mater modar pitár pater fadar

  29. De Wet van Verner • vgl. ook modern Engels: • ábsolute [] absólve [] • éxcellent [] exám []

  30. Rotacisme Sommige sisklanken gaan in het Germaans trillen → /r/ Nog altijd te zien in onze taal: keuze keur verliezen verloor verkiezen uitverkoren vriezen vroor wezen waren Gotisch:maiza Nederlans:meer uskunþs ‘bekend’ oorkonde

  31. Geminaat /tt/ Indogermaanse /tt/ (geminaat-t) spirantiseerde tot /ss/ in het Germaans (na lange vocaal tot /s/) wijs (oorspr. Gewiss) wit+ ta→ wissa→ wisse → wiste → wist

  32. Hoogduitse klankverschuiving Voor het begin van de 8e eeuw: Germ anlaut inlaut auslaut Got Ned Dts p pf f pf -paard Pferd slepan slapen schlafen - stomp Stumpf t ts s ts taikns teken Zeichen itan eten essen salt zout Salz k  brikan breken brechen

  33. Germaanse Klankverschuiving Wanneer heeft de eerste Germaanse klankverschuiving plaatsgevonden? Volgens sommigen 1000 v. Chr. Volgens anderen 1e eeuw na Chr. Waarschijnlijk voor 400 v Chr. Argumentatie gebaseerd op persoons- en plaatsnamen, rivieren en stammen bij Romeinse en Griekse schrijvers (echter: vaak verbasterd; Keltische invloeden)

  34. Relatieve chronologie Absolute chronologie moeilijk vast te stellen (per germaanse taal verschillend) Verschillende periodes in Germaanse talen worden relatief weergegeven met de termen Oud- (volle vocaal in auslaut)Middel-(schwa in auslaut) en Nieuw- (slotvocaal geapocopeerd) Middelnederlands (schriftelijke bronnen: 1190-1550) gelijktijdig met Oudnoors IJslands heeft nu nog steeds volle vocalen in auslaut

  35. Relatieve chronologie Verschillende periodes in Germaanse talen worden relatief weergegeven met de termen Oud- (volle vocaal in auslaut)Middel-(schwa in auslaut) en Nieuw- (slotvocaal geapocopeerd) Oud-(germaans) Middel- Nieuw- Gotisch Middelnederlands Nieuwnederlands 4e eeuw (Wulfilla) 1190-1550 1550 < Nederlands badi bedde bed hana hane haan hairto harte hart

  36. Oudnederlands Oudnederlands leek niet te zijn overgeleverd 1931: ontdekking in een oud Latijns handschrift (2e helft 11e eeuw) in Oxford, Eng. van een probatio pennae si bona sit Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu (waarom Oudnederlands?) Daarnaast: abent omnes volucres nidos inceptos nisi ego et tu Foutje: abent i.p.v. habent schrijver onzeker over h (cf. hic i.p.v.ic)

  37. Oudnederlands ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic andu thu. Wat unbidan we nu?’(Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij. Wat wachten wij nu?)

  38. Oudnederlands Oudnederlands leek niet te zijn overgeleverd Is Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu inderdaad het enige Oudnederlandse zinnetje? (zie J.M. de Smet, 1954; M.C. van den Toorn, 1974) Nee: N. van der Sijs (2001) Chronologisch woordenboek (910 woorden van vóór 1200) A. Quak & J.M. van der Horst (2002) Inleiding Oudnederlands Inst. voor Ned. Lexicologie Leiden werkt sinds 2000 aan Oudnederlands woordenboek

  39. Oudnederlands Eerste woord: wad(Tacitus 108 na Chr.: Vada, nu: Wadenoijen Gelderland) Toen nog West-Germaans (grotendeels eenheid) Na Germ. volksverhuizingen in 5e eeuw ontwikkelen zich de voorlopers van het Engels, Duits, Fries en Nederlands uit het West-Germaans Vanaf toen zijn enkele runeninscripties bekend: haþuwas ann kusjam loguns (> ge-onnen (MNed) > gunnen)

  40. Oudnederlands Lex Salica, de Salische wet (509-511) uit de tijd van Clovis (466-511) (uit de familie der Merovingen; heerste over de Franken 430-751) Latijnse tekst; in versie 751-768 Frankische vertalingen: Malbergse glossen(= aantekeningen) mallobergus(gerechtsplaats; heuvel waar recht gesproken wordt) (Oudhoogduits mahal: vergadering; gerecht) *akrabrasta het wederrechtelijk omploegen van iemands akker *latmosid diefstal van een halfvrije gristo beer (mannetjesvarken) hano haan hengist hengst Oudnederfrankisch/Oudnederlands fogal vogel

  41. Oudnederlands Lex Salica in Malbergse glossen(509-768) eerste Oudnederlandse zinnetje (vier eeuwen voor hebban olla vogala): Maltho thi afrio lito (ik maak je vrij, halfvrije) du (jij) vrij laat (rechtsterm), halfvrije Oudnederfrankisch/Oudnederlands

  42. Oudnederlands Naast glossen en losse woorden in Latijnse oorkonden (vanaf 8e eeuw): Utrechtse doopbelofte (eind 8e eeuw, tijd van de kerstening): Forsachistu diabolae. & respondeat. ec forsacho diabolae.end allum diobol gelde respondeat. end ec forsacho allum diobolgelde.end allum dioboles uuercum respondeat. end ec forsacho allum diaboles uuercum and wordum thunaer ande uuoden ende saxnote ende allvm them unholdum the hira genotas sint.'Verzaak je aan de duivel?En hij geve ten antwoord:ik verzaak aan de duivel.en aan alle duivelsdienst?hij geve ten antwoord:en ik verzaak aan alle duivelsdienst.en aan alle werken van de duivel?hij geve ten antwoord:en ik verzaak aan alle duivelswerken en -woorden, aan Donar en aan Wodan en Saksnoot en aan alle demonen die hun gezellen zijn'.

  43. Oudnederlands Verder ook: bezweringsformules (eind 9e eeuw): visc flot aftar themo uuatare (een vis dreef over het water) en plaatsnamen: Almelo (1157)(alm ‘olm’; lo ‘bos’) Ewijk (855)(e ‘waterloop’; wijk ‘nederzetting’) langere teksten: Wachtendonkse psalmen (10e eeuw) Leidse Willeram (1100) Mittelfränkische Reimbibel (begin 12e eeuw)

  44. Oudnederlands Laatste zinnetje in Oudnederlands: Klooster Munsterbilzen (1130): Tesi samanunga was edele unde scona Deze gemeenschap was edel en mooi uitgang schwa uitgang volle vocaal /a/ verder nog wat losse glossen persoonsnamen en losse woorden Vanaf tweede helft 12e eeuw: Middelnederlands

  45. Vocalen Oudnederlands front central back close        close-mid    open-mid   open Opmerkelijk: lange en korte tegenhangers Oudgermaans

  46. Diftongen Oudnederlands front central back close        close-mid     open-mid   open /io/ →/i/ → nu: /i/; /i:/ → nu: // <ij> MNed: lieden-liden geen rijmpaar Oudgermaans

  47. Waar komen de nieuwe vocalen vandaan? • Klankverandering en -ontlening • // ontstaat na een periode waarin // en /u/ korte tijd allofonen zijn: phoneme split • // ontstaat ook uit /u/ cf. spelling met <u> in hut, put • /a:/ ontstaat waarsch. uit /e:/ (via //) • /y:/ onstaat uit /u/ door palatalisatie • (meer voorin de mond) • niet in alle dialecten: cf. Gronings <hoes> stoer stuurs loeren gluren (ge+loeren) snoet snuit (na diftongering /y/ → //)

  48. Monoftongering Germaanse diftong /u/ → Oudnederlands /o:/ Gotisch Duits Oudnederlands hauhs hoog galaubjan glauben geloven zaubern toveren hist. klankleer symbool <ô> ter onderscheiding van <ō> (resultaat van rekking van // of /u/) In het MNed waren deze twee lange o’s nog niet samengevallen: ik hoop <ō> op een hoop <ô> regen

  49. Monoftongering Germaanse diftong /i/ → Oudnederlands /e:/ Gotisch Duits Oudnederlands stain steen haitan heissen heten hails heel hist. klankleer symbool <ȇ> ter onderscheiding van <ē> (resultaat van rekking van // of //) schip-schepen <ē> weg-wegen <ē> In de 17e eeuw zijn deze twee lange e’s in het Hollands samen- gevallen (niet in alle dialecten) In de vooroorlogse spelling nog: steenen; roode vs. schepen; mode

  50. Monoftongering Daarnaast: Germaanse diftong /i/ → Oudnederlands /i/ Gotisch Duits MNed Ned skaidan scheiden clene klein bede beide Stein <ei> [i] Bein <ei> [i] NB. gereed - bereid Heemstede - Sassenheim eekhoorn - eik

More Related