120 likes | 252 Views
De Republiek in een tijd van vorsten. Centralisatie en reformatie § 1.4. 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden. Vlaanderen en Brabant Waren in de 14 e t/m 16 e eeuw de economische motor van de Gewesten In 1477 woonde meer dan 40 procent van de 2,5 miljoen mensen hier
E N D
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 1.4
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Vlaanderen en Brabant • Waren in de 14e t/m 16e eeuw de economische motor van de Gewesten • In 1477 woonde meer dan 40 procent van de 2,5 miljoen mensen hier • De urbanisatiegraad was meer dan 30 procent – ongekend in de wereld • Hun handelssteden waren overzee en over land verbonden met heel Europa • Van de middellandse zee tot de Oostzee, Van Keulen tot de Noorditaliaanse stadstaten. • Daarnaast kwam in de 16e eeuw ook de handel met Azië/de Oost sterk op
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Vlaanderen en Brabant • Antwerpen was het economisch centrum • Eind 15e eeuw was zij niet alleen de belangrijkste stad in de Gewesten maar ook in Europa • De Portugezen brachten al hun koopwaar naar Antwerpen, vanwaar het verder werd verhandeld, onder andere naar het zilverrijke hart van Europa • De stad werd het handels- en financiële centrum van de wereld • Het was eind 15e eeuw de een na grootste stad van Europa, met ruim honderdduizend inwoners
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland • Was het derde gewest qua inwonersaantal • De urbanisatiegraad lag nog hoger: ca 45% van 275.000 mensen, ondanks relatief kleine steden vergeleken met Antwerpen • Hoe kwam dit zo?
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland, ontstaansgeschiedenis • Vanaf de 12e eeuw rijst Holland op uit het sompige land • Gebieden worden ingepolderd • Stadjes ontstaan • Vallen en opstaan • In de 14e en 15e eeuw bleek de bewoningsstrategie niet goed te werken • Het ontgonnen land was te drassig voor akkerbouw en wonen was d’r ook al geen pretje. Daarnaast groef men veel veen weg voor turf (dé brandstof) • Gevolgen • Veel overstromingen • Trek naar hoger gelegen gebieden (lees: de nieuwe stadjes)
Elk nadeel heb z’n voordeel • Gebrek aan goede landbouwgrond dwong de (stads-)bevolking tot andere middelen van bestaan verder uit te bouwen • Visserij, handel, nijverheid, transport (lees: scheepvaart) • Dit kon ook doordat • Er vraag was naar goederen in ons sterk geürbaniseerde regio • Het achterland om goederen vroeg • Holland gunstig lag t.o.v. de Oostzee en Middellandse Zee • Men niet door de adel op haar nek werd gezeten (zie ook laatste dia)
Doordat Holland gedwongen was het basis voedsel te importeren, moest de gemiddelde burger begin 16e eeuw veel voor brood betalen Gevolg: Nadeel: lage groei van de welvaart Voordeel: het lukte inderdaad graan te importeren Voordeel: hierdoor ontsnapte onze regio in het midden van de eeuw aan de zogenaamde Malthusiaanse schaar itt bijna geheel Europa Door de specialisatie in graanhandel wist de Hollander voor eigen consumptie (!) de prijs van brood eind 16e eeuw het goedkoopst van heel Europa te maken Holland en Malthus
1.2 Opkomst van Holland • Waar halen we graan vandaan • Eerste bij de directe buren • Daarna uit het Oostzeegebied • Hier kleefde een probleempje aan. De Hanzesteden zaten niet op de concurrent te wachten • Dus: oorlog, 1438-1544 zogenaamde Sontoorlogen • Omstreeks 1560 werd al genoeg graan aangevoerd om 650.000 mensen te voeden (1580 kende onze regio 400.000 inwoners) • Graan werd dus de basis voor de internationale handel • In 1530 was de Hollandse handelsvloot al groter dan die van Engeland en Frankrijk tesamen
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden • Holland en vrijheid van handelen • Boeren in Holland, Friesland en Zeeland konden zelf goed initiatieven nemen doordat juist in dit drassige gebied de macht van de adel beperkt was. • Deze autonomie werd onder Karel V nog verder versterkt doordat de koning de steden in ruil voor hoge belastingen een grote mate regionale autonomie gaf. • Hierdoor konden commerciële initiatieven volop bloeien