1 / 22

Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010

Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010. Peter Schielen RIVM-Bilthoven. Wat is er gebeurd met de aanbevelingen van het 2009-rapport?. Incorporeren tweede, Nederlandse, kwaliteitscontroleronde; uitgevoerd

lev
Download Presentation

Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Overzicht gegevens Nederlandsescreeningslaboratoria 2010 Peter Schielen RIVM-Bilthoven

  2. Wat is er gebeurd met de aanbevelingen van het 2009-rapport? • Incorporeren tweede, Nederlandse, kwaliteitscontroleronde; uitgevoerd • Betere overeenstemming tussen laboratoria door betere lot-tot-lot-overeenkomst; besproken met producent- realisatie in 2012-2013 • Sluitende registratie van zwangerschapsuitkomsten, eventueel in Peridos: nog niet gerealiseerd.

  3. Conclusies van het 2010 rapport • In 2010 zijn er geen grote problemen geweest met de kwaliteit van de analyses van de laboratoria en de kansbepaling (maar zie hieronder) • De NT-MoM vergelijking van de regio van het VUmc moet worden aangepast. • Er is een wijziging opgetreden bij de risicoberekening van de regio van de SPSNN. Daardoor komt de verantwoordelijkheid voor de kansberekening meer bij de regionale stichting te liggen. De risicoberekeningsactiviteiten vanuit het laboratorium zijn inmiddels afgebouwd. • Deze wijziging heeft tot veel hogere kansen geleid voor de SPSNN in het UK-NEQAS kwaliteitscontroleprogramma. Dit is een punt van zorg

  4. Aanbevelingen 2010 • Vanaf het jaarrapport 2011 wordt een vastgestelde set van criteria gebruikt waaraan de resultaten van de screeningslaboratoria moeten voldoen. • Er zal een volledige evaluatie worden uitgevoerd van de instellingen van de kansbepalingssoftware van alle laboratoria • Er zal een evaluatie plaatsvinden van de kansbepaling voor trisomie 13 en 18-zwangerschappen.

  5. Aantallen per laboratorium Het totale aantal 1e trimester combinatietesten in 2010 was 50494 (dat is 26.8% van alle zwangeren). Dit aantal betekent een lichte stijging ten opzichte van 2009.

  6. Leeftijd zwangere op het moment van de test Mbt tot de maternale leeftijd op het moment van de test zijn er geen opvallende verschuivingen. De populatie van het MUMC is nog steeds iets jonger.

  7. Verdeling zwangerschapsduur op het moment van bloedafname Met betrekking tot de zwangerschapsduur op het moment van bloedafname zijn er geen grote verschuivingen te zien Verschillen geconstateerd in 2009 zijn ook aanwezig in 2010.

  8. Percentage hoog risico uitslagen per leeftijdscategorie Deze gegevens zijn beschikbaar van vijf laboratoria. Van het laboratorium van het AMC zijn alleen de gegevens van de ziekenhuispopulatie beschikbaar. Dat zou de iets hogere percentages kunnen verklaren. Alleen in de regio’s van MUMC en VUMC worden alle kansen door het laboratorium bepaald. Het hoge percentage van het VUMC in de leeftijdscategorie 45-49 wordt veroorzaakt door een klein aantal zwangeren in deze groep

  9. Percentage hoog risico-uitslagen per laboratorium De percentages van het VUMC komen overeen met die genoemd in een recente publicatie van Melanie Engels (Prenatal Diagnosis-2011). De hoge percentages van het AMC kunnen, zoals gezegd, veroorzaakt zijn doordat dit een populatie geselecteerde zwangeren betreft.

  10. Mediane concentraties PAPP-A per zwangerschapswk .. In overeenstemming met de in de laboratoriumsoftware ingestelde vergelijkingen (grijze lijn)…

  11. Mediane concentraties fβ hCG per zwangerschapsweek ..Iets hoger dan maar voldoende in overeenstemming met de in de laboratoriumsoftware ingestelde vergelijkingen. De concentratie van het Rijnstate laboratorium in week 8 is een uitbijter in de data, als gevolg van een klein aantal metingen in die week…

  12. Mediane MoM per maand (PAPP-A, fβ hCG, NT) De mediane MoM dienen tussen 0,9 en 1,1 te liggen. Voor geen van de parameters zijn er langdurige periodes waarbij de parameters buiten deze grenzen lagen.

  13. Mediane MoM per gewichtsklasse: PAPP-A .. Voor alle laboratoria: in overeenstemming met de in de software opgenomen gewichtscorrectie curve (grijze lijn). Uitschieters bij hoge maternale gewichten zijn een gevolg van lage aantallen per klasse…

  14. Mediane MoM per maternale gewichtsklasse: fβ hCG .. Voor alle laboratoria: in overeenstemming met de in de software opgenomen gewichtscorrectie curve (grijze lijn). Uitschieters bij hoge maternale gewichten zijn een gevolg van lage aantallen per klasse…

  15. Verdeling mediane MoM PAPP-A gewichtsgecorrigeerd .. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Voldoet voor alle laboratoria…

  16. Verdeling mediane MoM fβ-hCG gewichtsgecorrigeerd .. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Voldoet voor alle laboratoria…

  17. Verdeling mediane MoM NT .. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. …

  18. Correlatie-coefficienten PAPP-A MoM en β-hCG MoM Deze correlatiecoëfficiënten moeten ongeveer gelijk zijn. Als grens wordt aangehouden tussen 0.22. en 0.29. Vaststelling Referentielab: coëfficiënten voldoen aan de criteria. De coëfficiënt van het AMC is laag. Dat is ook in 2007-2009 zo geweest.

  19. Externe kwaliteitsbewakingsrondes:1: SKML ronde Vanuit de SKML ronde is er een klein verschil te zien tussen de concentraties PAPP-A gemeten in laboratoria met DelfiaXpress en met AutoDelfia. De laboratoria analyseren de oorzaak van dit (kleine) verschil. Dat verschil is niet te zien voor fβ hCG.

  20. Externe kwaliteitsbewakingsrondes:2: UKNEQAS In de UKNEQAS ronde zijn er ook verschillen tussen de laboratoria-er wordt aan gewerkt om deze te verkleinen. Twee zaken verdienen aandacht.

  21. Externe kwaliteitsbewakingsrondes:2: UKNEQAS Na de wijziging van de kansbepalingsmethode in de SPSNN-regio zijn de kansen op basis van de biochemische parameters gezakt (paarse lijn)

  22. Externe kwaliteitsbewakingsrondes:2: UKNEQAS De kansen die door VUmc aan UKNEQAS worden gerapporteerd zijn hoger dan die van de overige laboratoria. Dit is in 2010 al geconstateerd

More Related