1 / 50

Het heelal: hoe verder men kijkt Hoe groter het lijkt……..

CMC 2007 Communicatie in en tussen groepen. Het heelal: hoe verder men kijkt Hoe groter het lijkt……. Literatuur. Thurlow e.a.(2004), Strand 1, Unit 5; Strand 2, Unit 1, 4, 5, 7

lexiss
Download Presentation

Het heelal: hoe verder men kijkt Hoe groter het lijkt……..

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. CMC 2007Communicatie in en tussen groepen Het heelal: hoe verder men kijkt Hoe groter het lijkt……..

  2. Literatuur • Thurlow e.a.(2004), Strand 1, Unit 5; Strand 2, Unit 1, 4, 5, 7 • Lea, M., Rogers, P., Postmes, T.(2002) SIDE-VIEW: Evaluation of a system to develop team players and improve productivity in Internet collaborative groups. Britisch Journal of Educational Technology Vol. 33 No 1, 2002 • Grace-Farfaglia, P. Dekkers, A., Sundararajan, B., Peters, L., Park, S. (2006). Multinational web uses and gratifications: Measuring the social impact of online community participation across national boundaries. Electronic Commerce Research (2006) 6: 75-101

  3. Tentamen issues • Groepen definieren • Groepsprocessen: IPO-model, rollen, cohesie, conformiteit, polarisatie • Groepsprocessen en CMC: RSC-model, anonimiteit, positieve en negatieve effecten, SIDE-model • Consequenties voor ontwerp en gebruik • Feminisering internet en CMC: ‘gender’ en ‘gendered space’ • Unit 7: toepassingsgebied college 1 en 2 • ‘Digital divide’ • Taalsysteem, taalgebruik (discourse), taal, speech community, varieteit, weblingo en netspeak, talen op het net • Interculturele communicatie: taal en werkelijkheid, Hofstedes dimensies cross-culturele verschillen, cultuur en interactie (high/low context, face theorie (beleefdheidstheorie)) • Consequenties voor media keuze, gebruik en ontwerp

  4. Agenda • Communicatie in groepen • identificatie • groepsprocessen • taal (zie boek) • Communicatie tussen groepen • veeltalig internet (zie boek) • interculturele communicatie

  5. Interpersoonlijke communicatie • Deficiet benaderingen • Social Presence (Short et al. 1976) • Cuelessness (Rutter 1987) • Media Richeness (Daft & Lengel 1984) • Reduced Social Cues (Sproull & Kiesler 1986)

  6. Identificatie Socialisatie: opnemen van individu in groep, reproduceren structuur impuls Significante anderen ‘I’ individu ‘me’ self concept

  7. Sociale Identiteit • zelfomschrijving mbv ‘symbolen’ in interactie met anderen • ‘symbolen’: taal, rituelen, kleding etc. • maakbaar itt concept als ‘persoonlijkheid’

  8. Sociale Identiteit in (inter)actie

  9. Sociale identificatie en impression management

  10. SIDE-model • SIDE: Social Identification/Deindividuation Effects Spears&Lea (1992) • Hoe minder sociale info voorhanden, hoe meer waarde die heeft (vorming prototypen, stereotypen) • Voorspellingen vanuit SIDE-model: • F2F, + sociale subcategorisatie: positieve waardering, • F2f, - sociale subcategorisatie: minder waardering • +F2f: effect wordt gedempt

  11. Experiment SIDE-VIEW • Internationale samenwerking studenten UK en NL • Specifieke groepsruimtes: representatie groepsidentiteit door customizing, keuzes, rapportage (werkruimte, bronnen, taken, BBS, log chat sessies ) • Intergroepsruimte: rapportage activteiten naar andere groepen • vergelijkingstaak • Start met anonieme chat, daarna sessies in niet- anonieme chat • Presentatie resultaat andere groepen

  12. Resultaten SIDE-View experiment • Anonieme chat bevordert groepsidentificatie • hoe meer iemand zich met de groep identificeert, hoe meer die persoon als ‘team player’ wordt gezien • Hoe meer leden als prototypisch voor de groep worden gezien (en dus als ‘team player’), hoe beter het resultaat • ‘Team players’ evalueren groepswerk door vergelijking werk van andere groep • Vergelijk: interpersoonlijke banden versus groepsband

  13. Gendered space • Representatie: stereotypen • Activiteiten: competitie, role-play versus action, media keuze • Regulatie: moderatie, leiderschap

  14. individuele productiviteit ----------------- meerwaarde samenwerking groeps produc- tiviteit taakgedrag relationeel gedrag Groepsprocessen: input-process-output model beloning probleem output gedrag problemen taakomgeving externe stimuli taakbeloning interpersoonlijke problemen interpersoonlijke beloning Collins&Guetzkow (1964)

  15. Groepsprocessen • Rollen • Activity types • Cohesie en conformiteit

  16. Groepsprocessen: rollen • Leef- of taakgebieden: • bij terugkerende ‘problemen’: • taakverdeling + normen en verwachtingen = rollen • rollen: sekse, leeftijd, relatie, beroep, • vakdioot, regelaar, criticus, rommelmaker

  17. 1. friendly (3%) 2. dramatizes (6%) 3. agree (11%) 4. gives suggestion (5%) 5. gives opinion (19%) 6. gives information (25%) 7. asks for information (5%) 8. asks for opinion (3%) 9. asks for suggestion (1%) 10. disagree (4%) 11. shows tension (5%) 12. unfriendly (3%) Groepscommunicatie en rollen • Problems: • communication • evaluation • control • decision • tension reduction • reintegration Bales (1950, 1970, 1979)

  18. Role Emergence Theory UPF, Bales • Roles: • task leader • social-emotional leader • central negative • tension releaser • information provider dominant - submissive (upward -downward) friendly - unfriendly (positive - negative) instrumental - emotional forward - backward

  19. Rollen en ‘activity types’: • scripted vs. unscripted • formal vs informal • cooperative vs competitive • egalitarian vs. autocratic • etc.

  20. ‘Activity type’: dimensie ‘scripted - non scripted’ 1. A: daag ga zitten 2. P: uh um 3. A: vertel eens 4. P: ja ik heb nog steeds e:h pijn ik had toen een blaasontsteking 5. A: ja 6. P: en ik krijg ik krijg nog steeds koortserig (hum) ik had toen deze tabletten maar (1.1) zo dat was het h:um 7. A: ja gaan we even tellen jij bent hier de 25ste geweest he? .. 1- 3 opening 4 - 6 beschrijving klachten, verantwoording 7 - .. diagnose, (specikieke) vragen

  21. Activity types en ontwerp • procesondersteuning scripts • specifieke ruimtes • media keuze

  22. Cohesie en Conformiteit interactie polarisatie cohesie conformiteit de-individuatie sociale identiteit ontremming

  23. Conformiteit • belang: groep als groep • risico: kwaliteit beslissingen (group think) • factoren: • cohesie, coalities, normen extremiteit, helderheid en complexiteit taak • middelen: • in/exclusie, identiteit, status/invloed, ‘leider’, conventies, sociale controle

  24. Positieve en negatieve aspecten CMC • in groepen • Positief: cohesie, interactiviteit, identiteit • Negatief: ontremming (disinhibitie), deindividuatie, polarisatie • Beide: anonimiteit, conformiteit

  25. Conformititeit: Interventies ontleend aan Janis (1982) • leiderschap: evaluatief, terughoudend in oordelen geven • subgroepen zelfde problemen laten uitwerken en dan vergelijken • externe experts • devil’s advocate • 2e kans evaluatie

  26. Taalfenomenen in CMC • Taalvariëteiten (speech communities), multilingualisme • Taalverandering en diffusie • Language – Discourse : Netlingo - Netspeak

  27. Interculturele Communicatie • Waarom interculturele communicatie? • Impact ICT op communicatie: internationaal • zaken doen, leren, ICT als middel voor inter-cultuur • of cultuurimperialisme • Culturele verschillen rondom gebruik en • toegankelijkheid (en ontwerp) ICT

  28. Termen: • cross-cultureel: • internationaal vergelijkende studies, • (kijkt niet naar interactie) • interraciaal: • ras? blanke & zwarte Amerikaan, - zwarte Amerikaan & • zwarte Ghanees • inter-etnisch: • Amerikaanse & Israelische jood

  29. intercultureel intracultureel factoren: taal normen & waarden (rollen) groepsidentiteit: etic - emic

  30. Taal, Cultuur en Werkelijkheid • Taal als model van fysieke en sociale wereld: • syntax: woordsoorten, kategorieën, • relaties daartussen • semantiek: relatie ‘woorden’ en ‘werkelijkheid’ • pragmatiek: relatie mensen en gebruik tekensysteem • situationeel, interactioneel

  31. Taal als model van de wereld: syntax • grammatikale kategorieën • aspect, getal, beleefdheid, klassificatie • Navajo klassevoorbeeld ‘hanteren’ • stevig,rond noot,auto,baby níá • plat,flexibel deken, dollarbiljet nítsooz • ... • Nederlands suffix • getal loop/lopen -en • … • constructies • BEV The office be closed on weekends

  32. Taal als model van de wereld: semantiek • lexicale kategorisatie • verwantschap, lichaamsdelen, kleuren, aanspreekvormen • grootmoeder+zusters akso:t Seneca (Iroqui) • vader+ broers hanih • vaders zuster ake:hak • jongere zus kheke: • presuppositie (!) • I must go there (Engels) It’s only good that I shall • go there (Navajo) • I make the horse run The horse is running for me • metaforen • Engels: time is money, up-down, in-out • Navajo: beweging (moves about newly, words out of enclosed • space

  33. Taal als model van de wereld: pragmatiek • maximes (kwantiteit, kwaliteit, relevantie, wijze) • Malagasy, Madagascar: info is waardevol, wordt niet • snel gedeeld; oppassen dus met informatieve bijdragen • Ilongot, Phillippijnen, sociale verbanden belangrijker • dan correspondentie woorden met werkelijkheid • routines • goedemorgen salaam alikum • malikum salaam • a’s naam • b’s naam • b’s naam • a’s naam • hoe gaat ie? H’mdillay

  34. wit groen rood zwart (gem. Euopeaan) ligthness wetness dryness darkness (Hanuoo, in gesprek met Europees onderzoeker) wit groen rood zwart (gem. kleurenblinde Europeaan)

  35. Clark e.a. • Taal qua betekenis ondergespecifieerd: • betekenis = common ground + coordinatie en dus • relatief (netwerk-afhankelijk)

  36. Coordinatie: • dimensies in variabiliteit (Hofstede) • non-verbale middelen • organisatie: tijd, stilte, beurtwisseling • codes/communicatieve stijl • contextualisatie cues • strategieën: heeft u het begrepen? • identiteit: attributie, beeldvorming (‘wij’ vs ‘zij’) • selectieve aandacht: context, partners • doelen, macht

  37. Coordinatie: culturele variabiliteit (Hofstede) kleine machtsafstandgrote machtsafstand macht, gehoorzaamheid, ongelijkheid individualismecollectivisme groep, traditie, gezichtsverlies feminienmasculien gescheiden of overlappende rollen (succes, kwaliteit) zwakke onzekerheids sterke onzekerheids vermijding vermijding formele gedragscodes, culturele waarden, agressie, intolerantie • maatschappelijke ongelijkheid, individu-groep, man-vrouw, • onzekerheid

  38. Tabel 1: Cultuurverschillen gemeten door Hofstede (1970) landen NL Du Fr GB Zwe VS Japan machtsafst 38 35 68 35 31 40 54 ind/coll 80 67 71 89 71 91 46 masc/fem 14 66 43 66 5 62 95 onzekerhv 53 65 86 35 29 46 92

  39. Tabel 2: Cultuurverschillen gemeten door Hoppe (1983-84) landen NL Du Fr GB Zwe VS machtsafst -1 8 24 4 -7 3 ind/coll 78 62 63 91 90 90 masc/fem -21 -2 8 4 24 42 onzekerhv 14 37 54 33 8 16

  40. Bruikbaarheid? • Voorspelbaarheid: verschillen binnen groep • overeenkomsten tussen groepen, personen • dynamiek cultuur • sociale klasse vs etnische/culturele afkomst • regionale vs stadscultuur

  41. Coordinatie : non-verbaal • ± 700.000 elementaire fysieke tekens • 70% communicatie, 60 - 65% van boodschap (???) • Gelaatsuitdrukkingen • universeel, biologisch(Darwin): blijdschap, verdriet, • woede, angst, afschuw: overeenstemming in interpretatie • cultuurspecifiek: stimuli, mate van uitdrukking • Proxemics • interpersoonlijke afstand, aanraakgedrag: inter- en • intraculturele verschillen (man, jong > vrouw, oud, • Noord-Europeanen>Arabieren) • Lichaamstaal • houding, gebarenschat (uitdrukkingen, hoofdbewegingen, • oogcontact, auditief, para- en metalinguistisch)

  42. Coordinatie: communicatiestijlen • Communicatieve stijlen (Gudykunst, Ting-Toomey, Chua) • direct.…..indirect: ideëen, wensen, meningen, • gezichtsverlies • uitgebreid……precies …..beknopt: expressie, • understatements • persoonlijk….contextueel: ‘ik’ vs. rol-identiteit • (asymmetrisch) • instrumenteel….affectief: zender-doel vs. ontvanger- • proces • Hoge context, lage context (E. Hall) • impliciet (in-out group) vs expliciet (individualistisch)

  43. Face work (Beleefdheid)1 • Face needs • Behoefte aan waardering en bescherming • Positive face • interesse, complimentjes • Negative face • bescherming tegen opdringerigheid, disrespect • excuus, smoesjes

  44. Face 2 • Face Threatening Act (FTA) • handelingen die face needs kunnen schenden: ongelijkheid • vraag, verzoek, weigering, etc. • strategie: FTA + compliment, of excuus, begrip tonen • Wx = D(S, H) + P(H,S) + Rx • strategie (face work) afhankelijk van sociale afstand, machtsverschillen en risico iemand te kwetsen

  45. Coordinatie: identiteit, attributie, beeldvorming Andere groep Eigen groep Oorzaak Pos. Neg. Pos. Neg. intern 58% 2% 13% 32% 87% 68% extern 42% 98% • Label en stereotypen: rechtvaardiging, intergroepscontact • taal, symbolen, rituelen: rollen

  46. Cross-culturele verschillen in adoptie internet community demografie motivatie opbrengst (activiteiten) gebruik attitude tevredenheid culturele waarden connectie

  47. Cross-culturele verschillen adoptie internet • Culturele waarden • high/low context, machtsafstand, onzekerheidsvermijding, collectivisme, gender-rollen, face work, (post) materialisme • Zuid Korea versus USA (versus) NL

  48. Resultaten Activiteiten • High/low context, collectivisme, machtsafstand • Zuid Korea: • plaatselijke online communities • social support communities • online dating • IM • Minder gericht op info zoeken, dingen kopen of downloaden, chat rooms

  49. Resultaten sociale activiteiten • Nederland • gender • USA • (post) materialisme (meer uit op gewin) • Zuid Korea • community activiteit, satisfactie media

  50. Ontwerp, evaluatie en gebruik • Representatie • (sociale) identiteit: persoon, lid specifieke groep, gender, cultuur • Proces • groepsdynamiek: monitoren en interventie • media keuze (bandbreedte) • (social) cues • Type activiteiten • motivatie, doelen

More Related