1 / 12

Joodse traditie - periodes

Joodse traditie - periodes. Periode van totstandkoming Torah - voor de Babylonische ballingschap (Israële en Juda) Bouw van de tweede tempel Hellenistische periode Periode van de Misjna Saddukim en Peruchim Na de vernieling van de tempel; diaspora Totstandkoming van de Talmoed

mahlah
Download Presentation

Joodse traditie - periodes

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Joodse traditie - periodes • Periode van totstandkoming Torah - voor de Babylonische ballingschap (Israële en Juda) • Bouw van de tweede tempel • Hellenistische periode • Periode van de Misjna • Saddukim en Peruchim • Na de vernieling van de tempel; diaspora • Totstandkoming van de Talmoed • Van de Talmoed tot de klassieke Codes • Verlichting en moderniteit

  2. Joodse traditie - totstandkoming Torah • Torah = wijzing/wet, eerste 5 boeken Hebreeuwse Bijbel • toegeschreven aan Mozes • Maar aangevuld en herschreven tot in hellenistische tijd • Periode van de koningen: • cultus van Jhwh als nationale dynastiegod, eerste Tempel • eerste rechtsboeken e.d. • Sterker monotheïstisch v.a. koning Josia (639-609 vC) • Babylonische verovering (597/586) • hofhouding gedeporteerd naar Babylon; Tempel vernield • Grotere rol profeten als kritische stem • Reconstructie in Jeruzalem onder Darius (520-486) • Wending in de religie: • Verbondstheologie (voluntarisme) • Gehoorzaamheid aan Torah als een utopische wet / Dekaloog

  3. Joodse traditie - vastlegging Bijbel • Hellenistische periode (v.a. Alexander de Grote) • verspreiding Joden • vastlegging canon aan heilige teksten (Torah, historische boeken, profeten, wijsheidsboeken) • Torah krijgt kracht van (goddelijke) wet • Eenmaal gecanoniseerde teksten worden onveranderlijk • Enkel aan profeten toegeschreven boeken worden gecanoniseerd • Inhoudelijke kenmerken • Monotheïsme • Eschatologie i.p.v; cyclische opvatting • Segregatiestreven; nadruk op onderscheidende kenmerken (sabbat, spijswetten) • Ontstaan van verschillende stromingen • Saddukim • Ebionim / Peruschim

  4. Joodse traditie - van Torah naar Misjna • Na de vastlegging van de Torah • scheiding tekst en uitleg • verschillende genres van uitleg ontstaan • Midrasj op de Halacha • Midrasj op de Aggadah • Plichtenleer ontwikkeld uit studie (Misjna) van de Torah: mondelinge Torah; wijzing is niét afgesloten met de schriftelijke Torah alleen • Romeinse verovering (63 vC) • Saddukim: recht = inrichting van de samenleving • Peruschim (waaruit de Tannaim): recht =individueel volgen van een bovennatuurlijke wet - ontstaan christendom / breuk met rabbijnse jodendom • Na de verwoesting van de tweede Tempel (70 nC): • diaspora (verspreiding); vaak assimilatie; enkel het rabbijnse jodendom leeft voort

  5. Joodse traditie - codificatie Misjna • Kenmerken van het rabbijnse jodendom • geen tempelpriesters, maar schriftgeleerden • Religie = naleving van de goddelijke Torah, uitgewerkt tot plichtenleer (orthopraxie) • Rabbijnse literatuur - Pesjat • Halachische Midrasj (allegorische interpretatie) • Misjna-literatuur • Haggada-midrasj (parabels) • « Codificatie » • definitief vastleggen Tenach; vastleggen liturgie • Codificeren Misjna (170-220 nC), in 6 boeken • Interpretatie is niét gestopt door codificatie

  6. Joodse traditie - ontstaan Talmoed • Interpretatie « scholen » (bet ha-midrash) onder leiding van Amoraim • thematische discussies (sugyot) • vele interpretatiemethoden (tekstuele + allerlei verborgen betekenissen) • ontstaan van een derde « laag » tekst: de Gemara • Codificatie ervan in de Talmoed (door de Amoraim) • 2 Talmoeds (Jeruzalem ca. 400 nC; Babylon 5e eeuw) • gelaagd: Torah = Misjna + Gemara = Talmoed • De uiteenlopende meningen worden opgenomen • Inhoud van de Halacha: voornamelijk plichtenleer • 613 mitzvot • verder secundaire plichten (gezeirah)

  7. Joodse traditie - na de Talmoed • Interpretatie gaat door in de scholen • Rechstsbronnen buiten de Talmoed • uitspraken rabbinale rechtbanken; adviezen rabbijnen (psak) • Decreten (takannot) • Gewoonterecht (minhag) • adviezen van schriftgeleerden (divré sofriem) • Verhouding met recht van het land (Dhina de Malkhuta Dina) - vaak zelfbesturende lokale gemeenschappen • Nieuwe generaties schriftgeleerden in het Midden-Oosten: • Savoroim (6e eeuw) • Geonim (7e-11e eeuw): grote rabbijnse commentaren; eerste « codes » van wetten (vanaf 9e eeuw) • Joodse geleerdheid in nieuwe centra in West-Europa (vanaf 11e eeuw): Rishonim • glossatoren van de Talmoed: Rashi en de Tosafot (combineren verschillende interpretaties) • Spaanse school: instituten en novellen • compendia en codes, vooral Maimonides’ Mishneh Torah (1187) • De Acharonim (vanaf 16e eeuw) • Shulhan Arukh (« Code » van Joseph Caro, 16e eeuw)

  8. Joodse traditie - talmoedisch recht • Personaliteitsbeginsel: • geldt enkel voor de joden • afstamming via de moeder • Rechtsbronnen: - rabbijnse arbitrale rechtscolleges • dominante rol van schriftgeleerden • geen hiërarchie in het leergezag: wetenschap van ontdekking van de wetten van de bovennatuurlijke morele orde • sociale ethiek (plichtenleer),transcendent model van gerechtigheid, geen inrichting van de samenleving • familierecht

  9. Joodse traditie - moderne tijden • Stromingen vanaf 18e eeuw • Mitnagdim: traditionele schriftgeleerden • Chassidim: charismatische vorrmheidsbeweging • Maskalim: joodse verlichting (Haskalah) (o.a. Mendelssohn) • Vanaf 19e eeuw • Politieke achtergrond / antijudaïsme • Zionisme - terugkeer naa Israël • Rol religieus recht vandaag: • in landen met personaliteitsbeginsel • arbitraal • Stromingen vandaag • verschillende types orthodoxen • Masorti (gematigden) • Liberalen / reformisten (historisering van de Schrift)

  10. Israël - hist. inleiding • Ottomaanse periode: • Milletler: personaliteitsbeginsel • Niet-familierecht: codificatie in Medjelle 1870 • Britse periode 1918-1948 • bij lacunes in bestaande recht: aangepast common law • deelcodificaties, bv. Civil wrongs ordinance • immigratie en clandestiene zelforganisatie • Einde Brits mandaat 15 mei 1948: • Israël roept onafhankelijkheid uit in deel van Palestina • Arabische inval: wapenstilstandslijn 1949 • gevolgen : Aliyah / Nakba • Rechtsontwikkeling • reeks constitutionele wetten vanaf 1958 • na Foundations of Law Act 1980 reeks deelcodificaties privaatrecht

  11. Israël - instellingen Politieke instellingen • Parlementaire republiek / sterke positie uitvoerende macht • Knesset (éénkamerparlement) • Regering heeft ± residuaire bevoegdheid • Grondwet: • gespreid over meerdere Basic Laws • meestal wijzigbaar bij gewone meerderheid • wel toetsing wet aan de grondwet • Grondrechten: 2 Basic Laws 1992/1994: • Human dignity and liberty • Values of Israel as a Jewish and democratic state • Pijnpunten: religieuze rechtsregels; compromis in 4 punten • Gerecht: • Piramide aan gewone rechtbanken; bovenaan Hooggerechtshof • Familierecht grotedndeels bij religieuze rechtbanken per religie

  12. Israël - privaatrecht • Gemengd rechtsstelsel (civil / common law) • continenatle systematiek • common law rechtsfiguren • invloed joods recht beperkt buiten familierecht • Rechtsbronnen • wetgeving primaire rechtsbron (niet enkel correctie common law) • tegelijk binding force of precedent • Grote rol van algemene rechtsbeginselen

More Related