860 likes | 980 Views
Met de kennis van de 5 periodes en de 5 methodes kunnen jullie het spel Speuren naar sporen spelen. Veel plezier !!. Jullie kregen al meer uitleg over de 5 periodes uit Speuren naar sporen . In deze les gaan we dieper in op hoe archeologen
E N D
Met de kennis van de 5 periodes en de 5 methodes kunnen jullie het spel Speuren naar sporen spelen. Veel plezier !!
Jullie kregen al meer uitleg over de 5 periodes uit Speuren naar sporen. In deze les gaan we dieper in op hoe archeologen werken, hoer ze sites vinden, hoe ze deze opgraven, Hoe ze dateren, enz.
Archeologie is een wetenschap die • teruggaat in de tijd. 2. Het bestudeert het verleden van DE MENS en probeert het opnieuw samen te stellen.
Hij graaft in de bodem op zoek naar SPOREN • uit het verleden van de mens. 2. Met behulp van de voorwerpen en resten die hij in die bodem vindt probeert hij te weten hoe de mensen vroeger leefden.
1. Op het veld lopen 2. Luchtfotografie 3. plaatsnamen 4. Proefsleuven
1. Op het veld lopen Sommige voorwerpen uit het verleden blijven lang onder de grond bewaard. Als landbouwers hun velden omploegen, kunnen deze voorwerpen aan de oppervlakte komen. Door op net omgeploegde akkers te lopen, kan de archeoloog deze voorwerpen terugvinden.
De archeoloog is op zoek naar voorwerpen uit het verleden Liggen er veel archeologische voorwerpen op de akkers? Dan is de kans groot dat er in de bodem nog meer te vinden valt!
RESULTAAT Scherven, muntjes, vuursteen,…
1. Op het veld lopen OP DE AKKERS VINDEN ARCHEOLOGEN SOMS PRACHTIGE VOORWERPEN. KAN JIJ ZEGGEN WAAR DE VOLGENDE VOORWERPEN NAAR KUNNEN VERWIJZEN ?
1. Op het veld lopen Een bijl uit de steentijd
1. Op het veld lopen Een munt uit de Romeinse tijd
1. Op het veld lopen SOMS WORDEN BIJ TOEVAL OPMERKELIJKE VONDSTEN GEDAAN. Dit zijn geen prospectievondsten, maar toevalsvondsten.
1. Op het veld lopen Een speerpunt uit de bronstijd gevonden langs de oevers van een beek door spelende kinderen.
1. Op het veld lopen Een muntschat uit de middeleeuwen gevonden bij de aanleg van een weg.
2. Luchtfotografie Sommige sporen uit het verleden zijn in de velden nog steeds zichtbaar vanuit de lucht. Daarom gaan archeologen met een sportvliegtuigje op zoek naar deze sporen.
2. Luchtfotografie KUN JIJ OP VOLGENDE FOTO’S DE ARCHEOLOGISCHE SPOREN VINDEN?
VALS SPOOR: watersproeiers Een grafcirkel uit de bronstijd
Een weg uit de Romeinse tijd
Een erf uit de middeleeuwen
3. plaatsnamen Namen van dorpen , buurten, rivieren of velden kunnen veel vertellen over de geschiedenis. Door plaatsnamen te bestuderen kan de archeoloog nieuwe sites ontdekken.
Driesch of dries ? Een dries was een pleintje waarrond de boerderijen lagen. Op de dries werd ‘s avonds het vee samengedreven.
4. Proefsleuven Een veel gebruikte methode om archeologische sites op te sporen is het graven van proefsleuven. Deze sleuven zijn ongeveer 2m breed en gaan tot op het goede archeologische niveau. Ca. 50 CM diep ! Zo kan de archeoloog heel snel archeologische sites ontdekken.
4. Proefsleuven Dit terrein werd met proefsleuven onderzocht.
4. Proefsleuven Dank zij deze proefsleuven ontdekten de archeologen 3 zones met sporen die ze moesten opgraven.
1. Afgraven van de aarde 2. Tekenen en fotograferen 3. Sporen onderzoeken 4. zeven
ZIE JIJ DE SPOREN IN DIT PAS AFGEGRAVEN VLAK?
1. Afgraven van de aarde Om deze aarde af te graven gebruikt de archeoloog een kraan.
1. Afgraven van de aarde Om deze aarde af te graven gebruikt de archeoloog een kraan.
1. Afgraven van de aarde Daarna gaat hij met de schop het volledige vlak schoon schaven, zodat alle sporen duidelijk zichtbaar zijn.
1. Afgraven van de aarde Daarna gaat hij met de schop het volledige vlak schoon schaven, zodat alle sporen duidelijk zichtbaar zijn.
2. Tekenen en fotograferen Omdat een archeoloog de sporen niet mee naar huis kan nemen, moet er zo veel mogelijk informatie over verzameld worden. Daarom worden tijdens de opgraving foto’s gemaakt en wordt alles nauwkeurig getekend.
4. zeven Archeologen verzamelen de inhoud van sommige sporen om die te zeven. Daarin vinden ze resten van planten zoals zaden, vruchten en stuifmeelkorrels, dierlijke resten zoals botten of visgraten of archeologische artefacten zoals potscherven, muntjes of vuursteen. Al deze zaken kunnen meer vertellen over het leven, en het landschap of helpen sites dateren.
Tijdens het onderzoek vinden archeologen dus allerlei dingen die meer vertellen over hoe de mens vroeger leefde. Ook muurresten van oude gebouwen zoals kastelen, kerken en abdijen. Deze zeggen meer over de adel, de geestelijkheid of het leger. Maar ook allerlei gebruiksvoorwerpen, die verwijzen naar het leven en werken van de mens doorheen de tijd. De resten van de begrafeniscultus. Of hoe men begraven werd en welke religie men had. Sites met allerlei sporen zoals paalsporen, grachten, afvalkuilen, waterputten die samen de resten van oude boerderijen vormen. Zo weten we meer over de gewone mens op het platteland.
KUN JIJ ZEGGEN WAT DE ARCHEOLOOG HIER VOND ?