740 likes | 945 Views
Een oefening bij de theorie…. Volgende 18 dia’s geven telkens een praktijksituatie weer. Op uw bijgevoegd antwoordformulier kunt u telkens aangeven welke toepassing van handhygiëne noodzakelijk is op de plaats van het vraagteken.
E N D
Een oefening bij de theorie… Volgende 18 dia’s geven telkens een praktijksituatie weer. Op uw bijgevoegd antwoordformulier kunt u telkens aangeven welke toepassing van handhygiëne noodzakelijk is op de plaats van het vraagteken.
1. De kinesitherapeut ontsmet de handen, neemt de pols van bewoner X en helpt nadien bewoner Y op de rand van het bed te zitten. ?
3. Na de verzorging ontsmet de verpleegkundige het tafeloppervlak en verlaat ze de kamer. ?
4. De verpleegkundige heeft de medicatiekar aangevuld en rijdt met de kar door de gang van kamer tot kamer. Ze verdeelt de medicatie aan de bewoners. De medicatie wordt niet toegediend. ?
5. De verpleegkundige neemt op de linnenkar in de gang een washandje en handdoek om de bewoner te wassen en gaat vervolgens de kamer binnen. ?
6. De verpleegkundige werpt het gebruikte papieren zakdoekje van de bewoner in de vuilbak. Ze verlaat nadien de kamer. ?
7. De verpleegkundige giet de urine in het toilet, trekt de handschoenen uit en schrijft nadien de gemeten waarde in het zorg- en begeleidingsplan. ? ?
8. De verpleegkundige gaat de kamer binnen en neemt onmiddellijk de bloeddruk van de bewoner. ?
9. De zorgkundige neemt de maaltijd van de eetkar op de gang en brengt de maaltijd vervolgens binnen op de kamer van de bewoner. ?
10. De verpleegkundige opent een steriele set en verzorgt de wonde. ?
11. De verpleegkundige legt de (smelt)medicatie op de tong van de bewoner. ?
12. De verpleegkundige neemt de propere lakens van de linnenkar in de gang en dekt het bed op. ?
13. De zorgkundige schakelt het oproepsysteem uit op de kamer van de bewoner en doet de onrusthekkens van het bed omhoog. Nadien verlaat ze de kamer. ?
14. De verpleegkundige helpt de bewoner bij het afnemen van een urinestaal. ?
15. De verpleegkundige dient de maaltijd op aan de bewoners in de eetruimte. De zorgkundige neemt het bord aan en helpt een bewoners bij het eten. ?
16. De verpleegkundige rijdt met de verzorgingskar tot aan de kamer van de bewoner. Vervolgens maakt ze een inspuiting klaar. ?
17. Een vrijwilliger ondersteunt een bewoner (die met een looprekje door de gang wandelt) aan de arm en helpt de bewoner te gaan zitten in de leefruimte. Vervolgens helpt zij een andere bewoner naar de leefruimte. ?
18. De verpleegkundige haalt de bevuilde lakens van het bed en deponeert ze in de linnenkar. Ze draagt handschoenen. ?
Oplossing vragen praktijksituaties Overlopen welke toepassing van handhygiëne noodzakelijk is en verklaring
1. De kinesitherapeut ontsmet de handen, neemt de pols van bewoner X en helpt nadien bewoner Y op de rand van het bed te zitten. ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom?Na een zorgcontact met een bewoner en vóór een zorgcontact met een andere bewoner
Er moeten handschoenen gedragen worden. Waarom? Bij (kans op) contact met lichaamsvochten, bloed of slijmvliezen.
3. Na de verzorging ontsmet de verpleegkundige het tafeloppervlak en verlaat ze de kamer. ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Na een zorgcontact met een bewoner.
4. De verpleegkundige heeft de medicatiekar aangevuld en rijdt met de kar door de gang van kamer tot kamer. Ze verdeelt de medicatie aan de bewoners. De medicatie wordt niet toegediend. ?
De handen moeten niet gewassen of ontsmet worden. Waarom niet?De handen zijn reeds ontsmet voor het uitvoeren van een zuivere handeling (medicatie klaarleggen). Deze handeling wordt direct opgevolgd door het verdelen van de medicatie. Er is ook geen zorgcontact met een bewoner; de medicatie wordt niet toegediend.
5. De verpleegkundige neemt op de linnenkar in de gang een washandje en handdoek om de bewoner te wassen en gaat vervolgens de kamer binnen. ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Vóór een zuivere handeling (een properwashandje en handdoek nemen van op de linnenkar in de gang) en vóór een zorgcontact met een bewoner.
6. De verpleegkundige werpt het gebruikte papieren zakdoekje van de bewoner in de vuilbak. Ze verlaat nadien de kamer. ?
De handen moeten gewassen worden met water en zeep én daarna ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Na contact met lichaamsvochten. Opmerking: Bij contact met lichaamsvochten moeten handschoenen gedragen worden. Opmerking: Bij contact met lichaamsvochten moeten handschoenen gedragen worden. Je kan het contact met lichaamsvochten voorkomen door aan de bewoner te vragen om zijn zakdoek in een nierbekken te leggen of hem een vuilbakje aan te reiken.
Handen wassen met water en zeep én ontsmetten met handalcohol: wanneer?
7. De verpleegkundige giet de urine in het toilet, trekt de handschoenen uit en schrijft nadien de gemeten waarde in het zorg- en begeleidingsplan. ? ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Na het uittrekken van handschoenen.
Handen ontsmetten met handalcohol: wanneer? II. Handhygiëne >
8. De verpleegkundige gaat de kamer binnen en neemt onmiddellijk de bloeddruk van de bewoner. ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Vóór een zorgcontact met een bewoner.
9. De zorgkundige neemt de maaltijd van de eetkar op de gang en brengt de maaltijd vervolgens binnen op de kamer van de bewoner. ?
De handen moeten niet gewassen of ontsmet worden. Waarom niet? De handen moeten ontsmet worden voor het opdienen van een maaltijd (zuivere handeling). Indien de maaltijd na het ontsmetten van de handen direct wordt opgediend aan de bewoner, moeten de handen niet nogmaals ontsmet worden.
10. De verpleegkundige opent een steriele set en verzorgt de wonde. ?
De handen moeten ontsmet worden met handalcohol. Waarom? Vóór een zuivere handeling (openen van een steriele set).
11. De verpleegkundige legt de (smelt)medicatie op de tong van de bewoner. ?